15. Herinneringen (Blake)

34 6 0
                                    

Ondertussen ben ik alweer een week terug in London. Het voelt goed om terug te zijn. Ik heb zin om mijn carrière te hervatten en opnieuw los te gaan met mijn muziek.

'En hoe gaat het met je?' O'Neill staat voor me. Een rilling loopt meteen een rondje op mijn rug. 'Het gaat goed.' Ik moet die fake act hoog zien te houden. Ik heb hem wijs gemaakt, dat Emma het veel beter vond gaan. Dat Emma het tijd vond om terug te gaan naar "mijn" wereld omdat ik dat nu veel beter kon dragen.

'Dus Emma was tevreden?' Ik knik. 'Ik ben er helemaal klaar voor.' Klootzak. 'Oké, dan beginnen we met de pers. Jij gaat ze vertellen dat je een tijdje rust hebt genomen om nieuwe inspiratie op te doen. Jij gaat iedereen vertellen, dat er een nieuw album aan zit te komen.' O'Neill gooit een deur open en duwt me er door heen. Meteen sta ik oog in oog met een stuk of 20 interviewers. Holy shit. Overal komt geflits vandaan. Ik moet nu die mensen gaan vertellen dat er een nieuw album komt, terwijl ik nog geen enkel lied heb. 'Hallo Allemaal. Fijn dat u er allemaal bent.' Probeer ik op mijn netst te zeggen. 'Meneer Whitman, is het waar dat u getrouwd bent? 'Blake! klopt het dat je vader bent geworden en daarom met de muziek gestopt bent?' 'Wat voor muziek kunnen we binnenkort van u verwachten?' ondertussen voel ik de woede in mezelf borrelen door de valse beweringen die nu naar mijn hoofd gegooid worden. "er zullen altijd mensen zijn die vooroordelen hebben. Het belangrijkste zijn de mensen die het dichtst bij je staan. Laat de rest maar lullen." Wanneer ik aan gestoten word door O'Neill kom ik meteen terug bij de roepende paparazzi. Wat was dat nou? Waarom hoor ik Emma in mijn hoofd. 'Geef antwoord op hun vragen.' Hoor ik O'Neill sissen.

'Zoals jullie weten ben ik er een tijdje tussen uit geweest. Ik heb de rust op gezocht om inspiratie op te doen voor mijn nieuwe album.' Verklaar ik mijn afwezigheid. 'Waar zal dat album over gaan?' roept een man door de zaal. 'Daar kan ik u nog niks over vertellen.' De man knikt en gaat weer zitten. 'Volgens bronnen heeft u een geheime liefde in Nederland. Is dat waar?' geheime liefde? Wie dat? Emma? No fucking way.

'Dat is niet waar.' Meteen bekruipt een naar gevoel mij. Een gevoel wat ik nog nooit eerder gevoeld heb en ik weet me er dan ook geen raad mee. Het pakte me onverwachts. Ik stap van het podium af en loop de deur door, weg van alle paparazzi. Ik voel de woede toenemen, die ik dan ook uit richting een voorbij komende jongen die drinken rond brengt.

Hij kijkt mij met een lach aan wanneer ik voor hem sta. 'Is dit alles wat je kunt?' vraag ik de jongen, waarvan de glimlach verdwijnt. 'Drinken rond brengen.' Wijzend naar zijn dienblad. 'Ik.. m..m..maa.. mag nog niets anders.' Ik schiet in de lach. 'En we hebben een stotteraar!' Ik klap overdreven in mijn handen. De jongen wend zijn blik af. 'Nou koffie jongen, hup. De mensen missen je!' Ik jaag de jongen weg die verdrietig naar zijn dienblad kijkt. Opnieuw gaat er een steek door me heen.

'Serieus Blake. Wat bezield je!' Emma staat boos voor me. Meteen daarna draait ze zich om naar de jongen. 'Ryan, trek je niks van hem aan. Hij is gewoon een klootzak.' Emma staat bij de jongen, ze praat zacht, vriendelijk en vol begrip. Hij is zeker een paar jaren jonger dan haar, al lijkt hij ook wel weer op haar. Zijn ogen staan het zelfde en zijn neus lijkt op dat van haar. Ze heeft het nooit over andere familie gehad, dus ik zal het me wel verbeelden. 'Hij moet oprotten.' Moppert de jongen. Emma fluistert wat naar de jongen wanneer er weer een glimlach op zijn gezicht komt en hij weg loopt. Haar lach verdwijnt terwijl ze bij me gaat staan. 'Kun jij je nou serieus nooit inhouden?' Vraagt ze hoofdschuddend. Haar ogen spuwen vuur. 'We zijn hier op een werkplaats voor mensen met een beperking. Deze mensen kunnen niet een gewone baan hebben net als jij en ik, maar hier... Hier werken ze en kunnen ze toch mee draaien in de samenleving.' Ze is even stil waarna ze met haar hand die richting op wijst waar die jongen net heen is gelopen. 'Die jongen die jij zonet keihard uitlachte omdat hij een woord verkeerd las en jij hem daarmee plaagde?' ze kijkt me afwachtend aan. Het beste lijkt mij om dan maar te knikken. 'Hij heeft ook een beperking. Hij kan niet lezen, hij kan niet schrijven. Ik heb dágen geoefend met hem zodat hij woordjes van drie letters kan lezen. Ik ben met hem naar cursussen geweest zodat hij steviger in zijn schoenen zou staan, zodat mensen als jij, hem niet naar beneden kunnen halen. Denk jij serieus dat hij het niet wil? Die jongen wil zó graag kunnen lezen. Hij wil zo graag normaal zijn. Maar hij kán het niet. Het lukt hem niet.' Voor even ben ik sprakeloos. Voor ik het dan ook door heb, floep ik de vraag eruit waarom ze haar tijd besteed aan zo iemand. Emma lacht sarcastisch en schud haar hoofd. 'Hij mag dan wel anders zijn, maar daar heeft hij ook niet voor gekozen.' Ze draait zich om en loopt de jongen tegemoet die weer onze kant op komt, met een dik boek in zijn handen. Blijkbaar het boek wat Emma zocht. 'Oh, en hij is mijn jongere broer.' Meteen klap ik mijn mond dicht bij het horen van haar woorden.

'Hey!' Ik ren naar de jongen met zijn dienblad toe die abrupt stil is gaan staan. Hij kijkt me angstig aan, wat het vervelende gevoel in mij versterkt. 'Het spijt me. Ik had even een rot humeur. Ik had het niet op jou af moeten reageren.' Mompel ik. 'Mensen mogen blij zijn met iemand als jou. Dan drinken ze tenminste voldoende.' Ik schenk hem een glimlach, wat hij tot mijn verbazing over neemt. 'd...dankje.' Perst de jongen eruit voordat hij zich omdraait om weg te lopen.

'Hij mag dan wel anders zijn, maar daar heeft hij ook niet voor gekozen.' fluister ik in mezelf. Weer die verdomde woorden van Emma. Het vervelende gevoel is minder geworden, maar wel nog steeds aanwezig.

Versuft loop ik de gang door, richting de uitgang. Wanneer ik buiten sta, steek ik mijn hand op om een taxi aan te houden. Als verdoofd neem ik plaats in de gele wagen en geef het adres van thuis door. Wanneer ik bijna thuis ben, besef ik waar ik in zit. Ik betaal de taxi chauffeur voor de rit en sta voor mijn ouderlijk huis. Spanningen nemen toe. Thuis is nooit echt een thuis geweest en ik weet dan ook niet hoe ik hier mee om moet gaan. Voor ik het weet, heb ik de telefoon in de handen en hoor ik een beltoon. 'Met Emma, ik ben er niet. Spreek maar wat in. Dan zie ik wel of ik terug bel.' Ik hang de telefoon op en staar naar het scherm. Ze heeft haar voicemail veranderd. Hij klinkt lang niet zo gek en vrolijk als dat hij eerst deed. Als ik me niet vergis klinkt ze ongelukkig. net als de "dan zie ik wel of ik terug bel." Sinds wanneer heeft ze dat er in staan... Door jou sukkel! Ik vervloek mijn onderbewustzijn voor het plagen van mijn gedachten. Na 10 minuten op de stoeprand gezeten te hebben, starend naar mijn telefoon begin ik het toch koud te krijgen. Ik kijk naar het huis achter me en besluit dan toch maar de gok te wagen. Wanneer ik mijn vinger voor de deurbel houd, vliegt de deur open. Een huilende moeder staat voor me. 'Hoi mam.' Weet ik uit te brengen terwijl ze me in een hele, hele stevige omhelzing vast heeft. 'Blake! ik heb je zo gemist!' Ze kust mijn beide wangen. Eerlijk gezegd ben ik best wel verbaasd door haar reactie. 'Kom binnen kind! waar zijn je koffers?' Ze kijkt om me heen en komt tot de ontdekking dat ik niks heb. 'Geen idee. Ik was bij een interview, daar ben ik weg gegaan.' Vertel ik haar wanneer ik haar vragende blik zie. 'Gaat alles wel goed met je?' Vraagt ze twijfelend. Ik haal mijn schouders op en vertel haar dat het wel gaat. Mam gelooft me niet, maar besluit het te laten voor wat het is. Ik weet zelf niet eens hoe ik me voel. Hoe langer ik hier in London ben, Hoe minder het voelt als thuis. Er zit een leegte in me. Een leegte die ik niet kan verklaren.

'Hey gast!' Mijn vader stapt de kamer binnen terwijl hij een koude bries met zich mee brengt. Hij klopt mij op mijn schouder voor hij zich in de stoel tegen over mij laat ploffen. 'alles even op stelten gezet?' Vraagt hij met een grote grijns. 'Nee, dat valt wel mee.' Beantwoord ik hem netjes. Het valt ook mijn vader op die voorover leunt met zijn elle bogen op zijn knieën. 'Hoe was het daar in... Nederland, was het toch?' Ik knik. 'Het was anders. Het leek wel uitgestorven. Zeer weinig auto's en mensen op de straten. Veel bomen.' Som ik op. 'Het is niet snel goed genoeg voor je, of wel?' Zijn strenge lage stem bezorgt me kippenvel. Ik trek mijn schouders op. 'Het is niet mijn ding.'

Vader trekt zijn jasje recht en slaat een been over de ander een om vervolgens met over elkaar geslagen armen ontspannen te gaan hangen op de bank. Ik weet dat het menens is. Dit doet hij alleen wanneer hij mij een preek gaat geven. Zuchtend kopieer ik zijn houding en laat ik het maar over mij heen komen.

Down to Earth  (Dutch/Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu