18. telleurstellingen. (Blake)

39 6 0
                                    

'Waar kan ze in hemelsnaam toch zijn?' Ik rij door de straten van het dorp waar Emma en ik twee maanden hebben door gebracht. 'Als ze niet gevonden wil worden, denk ik niet dat je haar zult vinden.' Bellamy zijn stem klinkt door de speakers. 'Maar ze weet niet eens dat ik er ben...' Ik hoor Bellamy aan de andere kant van de lijn hummen. 'Heeft ze ooit verteld waar ze heen gaat als ze zich slecht voelt?' 'Het bos, maar die heb ik al drie keer door gelopen, nergens een spoor van Emma.' 'Ouders?' 'Geen idee. heeft ze me nooit mee naar toe genomen. Zou ze daar zitten denk je?' 'Waarschijnlijk wel.' Met een zucht parkeer ik de auto langs de weg. 'Ik denk dat ik hier mee moet stoppen. Dit is hopeloos,' Wanneer ik om me heen kijk, zie ik gezinnetjes lopen. Ik sta bij het bos waar ik al drie keer doorheen gelopen ben. 'waar zit je toch.' Mompel ik in mezelf. 'ik weet het ook niet.' verklaart Bellamy, waardoor hij mij er aan herinnert dat hij ook nog aan de lijn hangt. 'Ik ga nog even langs de winkel, haal even wat te drinken en dan kom ik weer naar London. Ik zou niet weten waar ik anders nog moet zoeken. Misschien is ze hier niet meer,' Ik baal van de teleurstelling die in mijn stem te horen is. 'Dan bel ik haar wel en hoop ik dat ze ooit op een dag de telefoon op neemt.' Het is meer een bevestiging voor mij dat mijn zoektocht gefaald heeft. Ik hang de telefoon op en rij naar de winkel waar ik wat boodschappen in mijn mandje flikker. Niet echt kijkend naar wat ik er allemaal in gooi.

Bij de kassa valt mijn blik op lange blonde haren. Dat kan maar van 1 iemand zijn. 'Emma?' Mijn stem beeft. Ondanks dat ik vrijwel zeker ben dat zij het is, durf ik ook niet te veel te hopen. Wanneer het meisje zich omdraait begint mijn hart sneller te kloppen. Het is haar. Ik heb haar gevonden. Fuck! ik heb Emma gevonden. Ik reken haastig mijn boodschappen af en ren naar haar toe. 'Emma, wacht nou!' Ze blijft doorlopen. 'Emma, alsjeblieft luister naar me.' abrupt blijft ze staan. Daar staan we dan, samen op de parkeerplaats van de winkel. Regen komt met bakken uit de lucht. 'Wat moet je Blake.' Hijgend sta ik naast haar. 'Ik kan niet geloven dat ik je toch gevonden heb. Waarom ben je verhuisd? Je had het huis toch bijna af betaalt?' Hoofdschuddend zet ze een paar stappen naar achter. 'Ik ben jou geen uitleg schuldig Blake. Hoor jij niet in Engeland te zijn?' Ik schud mijn hoofd. Nee. Natuurlijk hoor ik niet in London te zijn. Als jij de telefoon had opgenomen, was ik daar nog wel geweest. Maar dat ter zijde. 'Nee. Ik ben hier voor jou.' Haar gezicht lacht, maar haar ogen niet. Ze is niet gelukkig. Ze voelt zich slecht en ik ben bang dat ik daar de reden voor ben. Ik wil zo veel zeggen maar ik krijg de woorden gewoon niet uit mijn mond. 'Wat moet je Blake.' Herhaalt ze nogmaals. 'Ik kom voor jou. Ik moet met je praten.' Ze schud haar hoofd. 'Die tijd hebben we gehad.' Ze wil zich omdraaien en weglopen, maar mijn vrije hand is sneller en laat haar stilstaan zodra ik haar arm vast heb. 'Alsjeblieft, luister naar me.' Smeek ik haar. Wat bezield me toch, ik heb nog nooit gesmeekt. Fuck ik heb nog nooit naar iemand gezocht. Laat staan voor twee dagen.

'Don't hurt yourself bigboy. Je ego gaat er aan als je zo door gaat.' zegt ze sarcastisch. Haar opmerking doet mij meer pijn dan dat ik eigenlijk toe zou willen geven. 'Ik wil niet met je praten. Nu niet, morgen niet. Nooit niet.' Ze trekt haar arm los en opent de portier van de auto. 'Alsjeblieft Emma. Dit is belangrijk.' Met een zucht gooit ze ruw de boodschappen in de auto en draait zich om naar mij. 'Weet je wat belangrijk is? Dat je mij met rust laat. Jij hebt genoeg verpest in mijn leven. Jij hebt al deze chaos aangericht. Het is nu klaar. Ik laat het je niet meer doen.' 'Heeft Jesse het huis verkocht?' Emma lacht luid op en wil in de auto stappen. Ik kan haar niet nog een keer laten ontkomen. Zij kent dit dorp beter dan mij en zoals Bellamy zij; als ze niet gevonden wil worden, gebeurt dat hoogst waarschijnlijk ook niet. 'Ik weet waar je werkt. Als je nu weg gaat, zoek ik je daar wel op.' Het is laag. Heel laag van mij om te dreigen, maar ik weet niet wat ik anders zou moeten doen. 'Mag je doen, maar daar kun je lang wachten. Ik werk daar niet meer.' mompelt ze. Voor even heeft ze mij van mijn stuk gebracht. 'Hoe bedoel je, je werkt daar niet meer... Je vond het geweldig daar.' Ze knikt triest. 'Vraag dat maar aan O'neill.' Is het laatste wat ze zegt voor ze de auto in stapt, de deur dicht trekt en meteen op slot doet. O'neill? Wat heeft hij er nou weer mee te maken.

Emma scheurt achteruit en rijd mij snel voor bij zonder mij nog een blik waardig te gunnen. Haar volgen heeft geen nut. Voor ik in de auto zit en bij de uitgang ben, is Emma allang weg.

***

Verslagen zit ik in het vliegtuig terug naar London. Wat zou Emma bedoelen met "Vraag dat maar aan O'neill." Zou O'neill ervoor gezorgd hebben dat Emma haar huis kwijt is? Nee... dat zou hij niet doen... toch?

Wanneer ik geland ben staan daar Lennon, Jay en Bellamy op me te wachten. 'En, heb je het grietje gevonden?' Ik knik beduusd maar loop zonder op hun in te gaan naar de parkeerplaats. 'Wat een warm welkom.' Mompelt Jay die door heeft dat ik niks zal delen. De rit naar huis is stil. Ik word er gek van, maar ik kan ook niet bepaald zeggen dat ik iets weet te vertellen. Mijn missie is mislukt. Ik heb Emma niet kunnen vertellen dat ik besef wat ik haar heb aan gedaan. 'weten jullie iets van O'neill?' Vraag ik aan niemand specifiek gericht. 'nee, Alleen dat hij pissig is omdat je zomaar verdwijnt bij een interview.' Zegt Lennon vlak. Oh fijn. Ook dat nog. 'Wat moeten we anders van hem weten?' 'Nee niks, laat maar.' Ik staar het raampje uit. Nog een sneu muziekje erbij en het lijkt alsof ik in een fucking videoclip zit. Wel een hele slechte 1.

'Thanks voor de rit.' Ik pluk mijn tas uit de kofferbak en loop zonder aan te bellen naar binnen. Van schrik laat ik mijn tas vallen. 'pap?' Mijn woede borrelt omhoog. 'Wat the fuck ben jij aan het doen!' Schreeuw ik naar hem. Hij komt van de vrouw, die niet mijn moeder is, af. 'Hoe de hel kun je haar dit aan doen!' 'Blake! ik wist niet dat je al thuis zou zijn.' De eerste en beste ding dat ik tegen kom, pak ik van het dressoir en smijt het zijn kant op. Helaas is dit een glazen vaas met nepbloemen. Fucking nepbloemen, een goedkoop cadeau van deze klootzak. 'Mam verdient dit niet!' De vrouw kijkt mijn vader boos aan en grijpt haar kleren om die voor haar lichaam te houden. 'Je hoeft niks te verbergen. Het is toch al niet om aan te zien.' Snauw ik naar de vrouw. 'Geil je daar op? Getrouwde mannen? Was je daar op uit. een relatie naar de tering helpen?' Mijn handen vliegen in het rond. 'Jij gaat NU mam bellen en vertellen wat je hebt gedaan!' Hij schud zijn hoofd. 'Fucking hufter. Jij gaat haar niet aan het lijntje houden!' Met een paar stappen ben ik bij mijn, half aangeklede vader. 'Was het lekker?' sis ik met een lage stem. Zijn ogen staan wijd van schrik. Zijn handen trillen en zijn haren zitten helemaal door de war. 'Waar is nu die grote bek van je? Die grote bek die je altijd richting mij trekt als ik faal?' Ik duw hem naar achter. 'Stop met het duwen van je vader!' Gilt de halfnaakte poedel die nu wat kleren aan heeft. 'Hou je bek. Jij hebt niks te zeggen!' De vrouw schrikt van mijn felle toon. 'Praat niet zo tegen haar, zoon.' mijn mond valt open en de rode waas neemt toe. 'Pardon?' 'Ik ben je vader. Je behandeld volwassenen met respect!' Mijn vader recht zijn rug en maakt zijn borst breed als teken van macht. 'Respect moet je verdienen, klootzak. Die van mij ben je kwijt.' 'Respect heb je nooit gehad. Gedraag je niet heilig.' ik schud mijn hoofd. 'misschien komt het omdat jij nooit je best hebt gedaan om mijn respect te krijgen.' Hij zet een stap dichter bij. Ik doe zo mijn best om die rode waas te onderdrukken, maar hij maakt het mij ontzettend moeilijk. 'Lieverd, ga maar. Ik bel je vanavond oké?' Hij richt zich op het poedeltje dat nu volledig aangekleed is. 'Meen je dit serieus?' Mijn stem schiet een octaaf omhoog. 'Vind je het raar dat die Emma meid je heeft weg gestuurd? Je snapt de hints echt niet he!' Ik bal mijn vuisten om me te beheersen, maar bij het horen van Emma haar naam uit zijn mond voel ik mijn zelfbeheersing weg glippen. 'Emma werd gek van je. Je bent onhandelbaar, eigenwijs en weet alles beter. Emma heeft er goed aan gedaan je weg te sturen. Misschien is ze toch niet zo naïef als ik dacht.' Een seconde later volgt een kraakgeluid door de kamer. Poedel staat met haar handen voor haar mond haar gil te smoren. 'Hou je bek, gore hufter. Praat niet zo over haar!' Met een hand op zijn neus probeert hij het bloed te stelpen wat uit zijn neus gutst. 'Je bent een gore laffe zak!' Schreeuw ik naar hem. Niet veel later gaat er een bonkende pijn door mijn hoofd, door de stoot die hij op mijn oogkas heeft gegeven. Dat was de drempel. Mijn zelfbeheersing is verdwenen. Ik stop pas met slaan wanneer ik de voordeur dicht hoor slaan en mijn moeder in de deuropening zie staan met een geschokte blik. Haar ogen glijden van mij, naar mijn vader, naar Poedel en weer terug naar mijn vader en mij. 'Wat is hier in hemelsnaam aan de hand!?' Roept ze verschrikt uit. 'Vraag dat meneer-ik-steek-mijn-lul-in-iemand-anders!' Ik wijs naar de poedel die haar plaats niet heeft verlaten en mijn vader die het bloed van zijn lip veegt. Zijn wang kleurt mooi blauw, het bloed uit zijn neus loopt via zijn lippen en kin naar beneden en als kers op de taart, begint zijn gescheurde lip op te zetten. 'Hoelang neuk je der al pap? Wees eens een held en vertel mam wat voor vieze gluiperd je bent.' Met een grijns kijk ik hem aan. Hij schud langzaam zijn hoofd. 'Blake, ga naar boven. Fris jezelf op.' Mam heeft haar blik op mijn vader gericht. Ze is pissig en goed ook. Ze is nooit boos dus ik besluit dit keer maar te luisteren.

Down to Earth  (Dutch/Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu