32. Zoektocht. (Blake)

23 4 0
                                    

Voor de vierde keer trilt mijn telefoon aan 1 stuk door. Geïrriteerd zie ik Bellamy zijn naam op het scherm staan. 'Wat moet je gast, het is fucking 3 uur in de nacht!' fluister ik om Veronica niet wakker te maken. 'Het is Emma,' De paniek in zijn stem zorgt er gelijk voor dat ik klaar wakker ben en recht op in bed zit. 'Wat is er met haar?' Ik hoor Bellamy hijgen. 'Ze zit ergens in het bos. Ze weet niet waar.' zuchtend laat ik me achter over vallen. 'Ze is er zelf heen gelopen. Het is een slimme meid, die weet de weg terug wel.' Ik wrijf in mijn ogen. 'Nee dat weet ze niet. Ze heeft gebeld voor hulp. Ik had haar aan de lijn. Tot dat ze naar iemand riep. Daarna hoorde ik een plof en voetstappen weg ebben. Ze is weg gerend en de telefoon is gevallen.' Opnieuw zit ik recht op. 'Hoe weet je dat?' 'Omdat ik haar telefoon in mijn handen heb en Emma weg is.'

Meteen trek ik mijn kleren aan en spring in de auto en rijd naar het bos, waarvan Bellamy mij een beschrijving heeft gegeven. Aan De rand van het bos, volg ik zijn live locatie via whatsapp. Nooit geweten dat dat van pas zou komen. 10 flinke minuten later kom ik dan eindelijk bij Bellamy die paniekerig om zich heen kijkt. 'Dank je wel voor het komen.' Ik knik.
'Dit bos is immens. Ik heb geen idee waar ze kan zitten.' Moppert Bellamy die heen en weer loopt. Ik daar in tegen ken dit bos wel en hij heeft gelijk. Het is immens groot. Als klein kind speelde ik hier altijd. De natuur gaf me rust. De wind die tussen de bladeren door waait, het zingen van vogeltjes en de frisse geur van het bos. Gezien de tijd die ik hier gespendeerd heb, heb ik een groot deel van het bos leren kennen. 'Wat moeten we doen Blake,' Vraagt Bellamy, die nog steeds met Emma haar telefoon in zijn handen staat. 'Mag ik?' Bellamy knikt en legt de telefoon van Emma in mijn uitgestoken hand. Ik unlock de telefoon en schrik van haar achter grond. Het is een foto van mij. Een foto waarop ik lach. Ik kijk niet naar haar, waar ik dan wel om lach weet ik niet. Waarom heeft zij een foto van mij op de achtergrond? 'Hoe weet jij haar code?' Ik haal mijn schouders op als antwoord. 'Ooit gezien toen ik bij haar woonde. Ze veranderd haar wachtwoorden nooit, tenzij het moet.' Ik haal mijn blik niet van het scherm af. Ik bekijk de bel geschiedenis om te kijken of ze nog iemand anders heeft gebeld dan Bellamy. 'Kijk je nou of ze jou gebeld heeft?' Bellamy kijkt mij aan met een opgetrokken wenkbrauw. Ja, 'Nee. Ik weet wat we gaan doen. We splitsen op. Jij neemt rechts, ik neem links. Wij zetten de live locatie aan voor acht uren. Om het half uur bellen we. Hebben we haar na twee uren nog niet gevonden, dan bellen we de politie.' Bellamy zijn mond valt open. 'Wow. uh, oké.' Hij drukt wat op zijn telefoon om en laat mij zien dat hij zijn live locatie heeft aangezet. Ik doe hetzelfde en laat het hem ook zien. 'Vind haar alsjeblieft Blake. Ik geef om haar.' Het steekt in mijn hart om dat uit zijn mond te horen. 'Ik ook.' Bellamy kijkt me verbaast aan. 'tot zo,' Zonder zijn antwoord af te wachten loop ik mijn kant op. Het is waar, ik geef nog steeds om haar. Bij het zien van haar prachtige groene ogen, heeft ze weer een weg in mijn hart gewurmd en ik weet nou niet bepaalt of ik daar blij mee ben.

Na anderhalf uur zoeken loop ik het donkerste deel van het bos in. Het is donkerder dan de rest omdat het zo dicht is gegroeid. Het is ook het oudste deel van het bos. Er is nergens een spoor van Emma en dat maakt me ongerust. Zoals afgesproken belt Bellamy mij. 'Jij geluk?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee. Nog niks gezien.' 'Ik denk dat we de politie moeten bellen Blake. Wat als er wat met haar gebeurt is?' Aan de ene kant weet ik dat hij gelijk heeft. Aan de andere kant wil ik haar zelf vinden. Haar zelf in mijn armen sluiten. Haar laten weten dat het allemaal goed komt, wat er ook gebeurt mag zijn. Maar dat is egoïstisch van mij en wij hebben meer mensen nodig om deze bossen te doorkammen. 'We maken het half uur vol. Dan is het half 7 en word het wat lichter. Hebben we haar dan nog niet gevonden, dan bellen we de politie en blijven we zelf verder zoeken.' Bellamy stemt in en hangt de telefoon op. Ik kan me best voorstellen dat Emma bang is geweest om hier alleen rond te dwalen zonder het bos überhaupt te kennen.

Ik heb één laatste hoop en dat is de open plek. De open plek die mij destijds naar zich toe heeft getrokken. Als Emma en ik ook maar een greintje op elkaar lijken, hoop ik dat die plek haar ook heeft aangetrokken. In de verte zie ik de vervallen muren staan. 'Emma? Ben je hier?' Na het laatste stukje gerend te hebben, stap ik de "deur" binnen en kijk het hokje rond. Tot grote opluchting vind ik Emma, in elkaar gedoken in een hoekje. Wederom zonder jas. Die idioot. 'Emma!' Wanneer ik mijn handen op haar armen leg, voel ik hoe steen koud ze is. Meteen trek ik mijn jas uit en trek ik die met moeite bij haar aan. 'Emma, word eens wakker.' Meteen schrikt ze wakker en kijkt ze met grote, rode, angstige ogen naar mij. Ik voel me er ongemakkelijk van worden. 'Blake?' haar stem is schor en zacht. Het doet me pijn om haar zo te horen en zien. Ik knik als bevestiging. Vanuit het niks, barst ze in tranen uit. 'Het was zo eng, Blake! Het bos, de knakkende takken,' Ik trek haar in mijn armen en sla de jas beter om haar heen. 'Het is goed meisje, ik ben er. Ik heb je.' Ik streel haar haar en armen. Schrammen bedekken haar armen en in haar haar zitten kleine takjes en blaadjes. Het lijkt alsof ze hier weken heeft rond gelopen. Haar mascara is verspreid over haar wangen en haar lichaam trilt hevig en stopt dan ook weer met trillen en dit wisselt elkaar af. 'Ik b-b-b-ben zo m-m-moe,' Stamelt ze. 'Dat weet ik meisje, maar blijf wakker alsjeblieft,' Smeek ik haar. 'Hoe ben je hier gekomen?' Ze probeert haar schouders op te trekken maar zonder succes. 'L-l-l-lopend,' Antwoord ze vervolgens met een flauwe lach. Ik kan het niet laten om ook even te grinniken. 'B-b-bambi i-is een m-m-mooie meid,' fluistert ze met gesloten ogen. Ik knik. Dat klopt. Veronica is een mooie meid. Maar ze red het niet bij Emma. Haar ademhaling word trager en oppervlakkiger. Of dit nou door de kou komt of door de vermoeidheid van het rondspoken hier midden in de nacht maakt me aan het twijfelen. 'Em, blijf wakker alsjeblieft,' ze humt kort maar opent haar ogen niet. Naar Emma starend verzink ik diep in gedachten tot ik bij de les word gebracht door Bellamy die belt. 'Blake?' 'Ik heb haar.' Bellamy is even stil. 'Bell?' 'Dit is geen grapje toch?' 'Nee, ik heb haar hier in mijn armen. Op een paar schrammen na, is ze oké. Ik stuur je de locatie.' 'Ik kom er aan.' Meteen daarna hoor ik de kiestoon. Wanneer ik naar Emma kijk, dat die bibberaanvallen langer uit blijven, wat mij toch een slecht voorgevoel geeft. Dan herinner ik me haar telefoon. De drang om er in te kijken, is zo ontzettend sterk. Na vier keer twijfelen stel ik mezelf teleur en vind ik mezelf, scrollend door haar foto's. Foto's van haar en Bellamy, Foto's van haar en haar familie, haar appartement en van mij. Heel veel van mij. Van de meeste wist ik niet eens dat ze er waren. Wanneer haar telefoon trilt, zie ik dat het een berichtje is van Harper, die zegt "Heb je al met hem kunnen praten?" Ik weet dat wat ik aan het doen ben, ontzettend slecht is, maar ik moet weten wie ze bedoeld met "hem."

Het word pas duidelijk wanneer Emma een week geleden een berichtje heeft gestuurd naar Harper. Mijn hart begint sneller te slaan wanneer ik lees wat er staat.

"Harper, ik heb je hulp nodig. Ik heb een grote fout begaan. Ik dacht dat Blake niet in staat was te veranderen, maar hij heeft onbewust het tegendeel bewezen. Ik logeer nu een week bij Bellamy en hij had gelijk. Blake is daadwerkelijk veranderd."

Een berichtje later stuurt Emma haar dat ze spijt heeft dat ze mij op een afstand heeft gehouden en dat haar gevoel voor mij nooit weg is geweest, waarop Harper haar het advies geeft om te praten.

Ik scroll wat door de berichten tussen de dames, en zie 6 woorden, die mij aan alles laat twijfelen. "Hij reageert niet meer op me." Ik verlaat het gesprek en zoek mijn eigen naam op. De rillingen van eerder deze avond zijn terug. Niet van het lege gevoel, maar het gevoel dat ik zelf ook niet de beste keuzes heb gemaakt. Maar dat niet alleen. Ook het gevoel alsof er iets niet klopt. "Blake, alsjeblieft, het spijt me." "neem alsjeblieft de telefoon op, ik moet je wat vertellen." "Ik hou van je Blake, Sorry dat ik het zo laat in heb gezien." "Blake, ik ga kapot. Alsjeblieft laat wat van je horen..." En het laatste berichtje: "Ik ben vanavond in de kroeg waar jij altijd heen gaat. Ik hoop dat je met me wilt praten."

Ik bekijk mijn eigen telefoon en zie dat ik geen berichtjes van haar heb gehad. Wanneer ik op haar gesprek klik, word me duidelijk waarom. Haar gesprek is geblokkeerd. Ze kon wel berichten sturen, maar ik heb ze nooit ontvangen. Ik weet 100% zeker dat ik haar niet geblokkeerd heb. 'Oh Em. Wat lopen we toch om elkaar heen,' Fluister ik naar het blonde engeltje in mijn armen. Ik stop beide telefoons in mijn broekzak en til haar op om Bellamy tegemoet te lopen. Emma voelt steen en steen koud aan en besluit de capuchon over haar hoofd heen te trekken. Wanneer we in een lichter deel van het bos komen, kan ik Emma meteen beter bekijken. Ze is lijk bleek en haar neus en lippen zijn blauw. Zodra ik Bellamy zie, roep ik hem dat hij de ambulance moet bellen. Geschokt kijkt hij naar Emma. 'Ik denk dat ze zwaar onderkoelt is Bell. Haar kleren zijn zeik nat en het was vannacht -3.'

Terwijl we richting de weg lopen, is Bellamy aan het bellen met de hulpdiensten en legt hij uit wat er gebeurt is. Mijn ogen verlaten het gezicht van Emma niet. Haar lippen lijken alleen maar blauwer naar mate we in de lichtere delen komen. De sirenes van een ambulance laat ons weten dat we bijna uit het bos zijn. Wanneer we een stap in het grasveld zetten, zien de ambulance medewerkers ons en rennen ze op ons af met een ritselende kleed met een gouden en zilveren kant en een brancard. De brancard word op de grond neer gelegd en een wit deken word uitgevouwen. Hierover heen word het gekleurde kleed gelegd. 'Leg haar daar maar op. Dan onderzoeken we haar in de ambulance,' Versuft knik ik en doe ik wat de mannen van mij vragen. Bellamy verteld ondertussen wat er gebeurt is. Ik weet niks meer te zeggen en niks meer te doen. Mijn telefoon trilt en ik zie dat Veronica ondertussen ook wakker is geworden.

'Blake? Waar ben je liefje?' Met de telefoon aan mijn oor, loop ik achter de mannen aan. 'Ik ben even bezig,' 'Wat the fack Blake. Je gaat midden in de nacht weg en komt nu aan met de ik ben even bezig? Vertel me wat je doet. Nu,' Klinkt de strenge stem van Veronica door de telefoon. 'Emma is gevonden in het bos. Ik sta bij de ambulance,' 'WAT? Je verlaat je bed voor die blonde bimbo? Ben je fucking serieus?' Een frons vormt zich op mijn voorhoofd. 'Ze is geen bimbo,' en ik hang de telefoon op. 'Gaat er ook iemand mee?' Bellamy steekt meteen zijn hand op voor ik kan zeggen dat ik mee wil. 'Dan mag u plaats nemen achter in,' Bellamy knikt. 'Dank je wel voor je hulp,' Hij kijkt me dankbaar aan en neemt plaats op de aangewezen plek in de ambulance. Op dat moment hoor ik een krakende stem zijn naam zeggen. Ze heeft haar ogen open en kijkt met een grote glimlach naar Bellamy die terug lacht. Het zou een leuk stelletje zijn... Ik schud mijn hoofd om de beelden die zich in mijn gedachten hebben gewrongen weg te laten gaan. Dan klappen de deuren van de ambulance dicht en niet veel later vertrekt hij.

Down to Earth  (Dutch/Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu