'Jezus Maus, wat moet ik nou toch met jou', hij kijkt zijn zusje schuldbewust aan. 'Het spijt me Eva, écht', herhaalt hij voor de zoveelste keer. 'Daar koop ik niets voor, Maurice. Dit is de derde keer deze maand, ik kan niet elke keer je hachje redden. Dit is de laatste keer, volgende keer zoek je het zelf maar uit', zegt ze streng. 'Sorry Eef', hij laat zijn hoofd hangen. Onbewust verschijnt er een kleine glimlach op Eva's gezicht. Hij is soms zo aandoenlijk. Ze weet ook wel dat hij er niet zo heel veel aan kan doen dat hij elke keer weer in de problemen komt. Hij is té goed van vertrouwen. Wat vreemd is, want voor Eva is juist het tegenovergestelde waar. Zij vertrouwt niemand. Bijna niemand. Maus wel, en altijd de verkeerde mensen. Hoe hij zo goed van vertrouwen is ondanks hun verknipte kindertijd, is haar een raadsel. Die kindertijd heeft hem veranderd, heeft zijn algemene ontwikkeling in de weg gestaan. Hij weet simpelweg niet beter. Hij bedoelt het niet kwaad. Hij wordt gewoon gebruikt door jongens die veel slimmer zijn dan hij is. Neem bijvoorbeeld vandaag: Marion en Romeo kregen een oproep dat iemand gestolen spullen probeerde te verkopen. En ja hoor, al snel vonden ze Maurice die van deur tot deur ging met gestolen goederen. "Ik moest een vriend helpen", verklaarde hij. Nou, lekkere vriend, maar niet heus. Romeo en Marion hadden geen andere keus, ze moesten hem aanhouden voor heling. Gelukkig hebben ze Eva ingelicht voor ze op het bureau aankwamen, anders zou hij nu waarschijnlijk in de cel zitten. Hoeben is er inmiddels wel klaar mee, namelijk. Tóch heeft Eva het voor elkaar gekregen dat hij naar huis mag, maar hij moet nu toch echt voor de rechter komen. Die horde nemen ze wel als het zover is, voor nu mag hij het proces thuis afwachten.
'Kom', ze voelt een sterke hand op haar schouder, 'het is mooi geweest voor vandaag, we gaan Chinees halen'. Maurice, die net nog met gebogen hoofd op zijn stoel zat, gaat als een speer rechtop zitten. Zijn ogen beginnen te glimmen als hij het voorstel van zijn grote vriend hoort. 'Ik geloof niet dat meneer hier dat verdiend heeft', ze kijkt haar broer met samengeknepen ogen aan. Ze kan het niet laten om hem nog even te laten weten dat ze niet blij met hem is. Ze hoopt zo dat het snel beter gaat met hem. 'Maar jij wel', Wolfs knijpt zachtjes in haar schouder en knipoogt naar Maurice. Eva zucht overdreven diep, 'nou, vooruit dan maar'. 'Alsof jij dat erg vindt', weet Maus ook wel dat zijn zus hem maar plaagt. 'Kijk jij nou maar uit, ik ben nog steeds niet te spreken over je domme actie van vandaag', ze heft haar vinger naar hem op. 'Jahaaa', zucht hij, 'hoe vaak moet ik nog sorry zeggen Eva?'. Ze haalt haar schouders op, 'kom, Wolfs heeft zin in bami'. Ze draait zich om, maar beide mannen weten dat ze een enorme grijns op haar gezicht heeft. Glimlachend kijkt Wolfs Maurice aan en geeft hem een klap op zijn rug, 'je hoort het, opschieten, ik heb zin in bami', knipoogt hij.
'Gelijk naar huis hè, niet de kroeg in', roept ze hem nog na. Hij steekt zijn hand op en verdwijnt de hoek om. 'Wil je ook?', hij staat met zijn rug naar haar toe bij het koffiezetapparaat. 'Liever thee, eigenlijk', antwoordt ze. 'Komt er aan', hij draait zich even om en schenkt haar een knipoog. Glimlachend laat ze zich op de bank vallen. 'Kijk eens', hij zet een dampend theeglas voor haar neer op tafel en gaat naast haar zitten. 'Dankjewel', ze drukt een kus op zijn wang en laat zich tegen hem aan vallen. 'Wat een dag', zucht ze. Wolfs grinnikt en slaat zijn arm om haar heen. Sinds ze een bank hebben, een paar weken nu, zitten ze steeds vaker zo. Ze weten allebei ook wel dat het niet normaal is om als vrienden altijd zo dicht bij elkaar te zitten en zéker niet als collega's. Toch doen ze het. Ze hebben er beide behoefte aan. Het voelt goed. Eva laat hem steeds dichterbij komen. Na de dood van Frank, nu bijna twee jaar geleden, is hij haar thuis. Samen met Maus vormt hij haar familie, haar veilige haven. 'Wolfs?', ze speelt wat met de manchetten van zijn overhemd. 'Hmm?', hij heeft zijn ogen gesloten, geniet van haar nabijheid. 'Denk je dat het goed komt?', ze kan het maar niet uit haar hoofd zetten. 'Wat? Met Maus?', hij gaat wat rechter zitten en probeert haar aan te kijken. De toon van haar stem bevalt hem niet. Ze klinkt angstig, opgelaten: niets voor Eva. Ze knikt en bijt op haar lip. Even denkt hij dat hij tranen in haar ogen ziet, maar dan verhardt haar uitstraling weer. 'Het is ook z'n eigen schuld', bromt ze. Ze slaat haar armen over elkaar heen en gaat met haar rug tegen zijn zij zitten. 'Hé', hij haalt zijn hand door haar haren en trekt voorzichtig het elastiekje uit haar strakke paardenstaart. 'Ontspan nou eens even', zegt hij. Zijn aanrakingen geven haar een warm gevoel. Haar gedachten dwalen af. Wat hou ik toch van jou. Dan knijpt ze haar ogen stijf dicht. Eva, het kan niet. Jullie zijn collega's. Concentreer je. 'Hij is gewoon belangrijk voor me', zucht ze dan, 'het is m'n broertje'. 'Weet ik toch', hij trekt haar nog eens dicht tegen zich aan en drukt liefdevol een kus in haar haar.
JE LEEST
Littekens
FanfictionNa een moeilijke jeugd heeft Eva van Dongen haar leven redelijk op de rit. Ze heeft een leuke baan en een aantal goede vrienden. Uiteraard heeft ze littekens over gehouden aan wat ze allemaal heeft meegemaakt, zowel fysiek als mentaal, maar ze is ee...