Hoofdstuk 3

1.2K 32 7
                                    

'Dat was Hoeben, de prioriteit ligt bij het vinden van Benjamin', ze stopt haar telefoon terug in haar zak. 'Goh, alsof we dat zelf nog niet bedacht hadden', zucht hij geïrriteerd. Eva rolt met haar ogen, sinds het incident met de man waarvan ze nu weten dat hij naar de naam Bernard de Crassier luistert, is Wolfs niet te genieten. 'Zet het nou gewoon van je af, waarom laat je die vent je zo opwinden?', vraagt ze hem. 'Weet ik veel, zijn houding staat me gewoon niet aan', hij haalt zijn schouders op. Dit is niet gelogen. Zijn houding staat hem inderdaad niet aan, maar vooral zijn houding jegens Eva heeft hem voor het hoofd gestoten. Tuttebel... Wat een arrogante klootzak! Eva kijkt hem onderzoekend aan. Ze hebben wel vaker met dit soort types te maken en ze weet dat Wolfs geen fan is, maar dit is wel erg overdreven. 'Nou, schudt het van je af, we moeten aan het werk, kom op', ze gaat voor hem staan, trekt het kraagje van zijn overhemd recht en knikt dan goedkeurend voor ze bij hem weg loopt. Als versteend blijft hij staan. Hij staart naar de vrouw die met zelfverzekerde tred naar de auto beent. De vrouw wiens nabijheid kortsluiting heeft veroorzaakt in zijn hersenen. 'Wolfs, schiet nou op man!', roept ze als ze al bij de auto staat. Hij schudt even met zijn hoofd en loopt dan snel achter zijn collega aan naar de auto.

'Hoe kan het dat er pas een half uur nadat er op die alarmknop gedrukt is collega's arriveerden', vraagt Wolfs zich hardop af. Eva haalt haar schouders op, 'dat doet er nu ook niet meer toe. De vraag is waar de daders heen hebben kunnen vluchten. Hoe ze zijn gevlucht. Of ze Benjamin meegenomen hebben'. Tijdens de rit naar het bureau probeert ze haar gedachten op een rijtje te zetten. Ze weet nu al dat dit een lastige zaak zal worden. Het echtpaar De Crassier is van goede komaf en ze zijn op gruwelijke wijze afgeslacht. 'Natuurlijk hebben ze Benjamin meegenomen', Wolfs klinkt overtuigd van zijn gelijk. 'Het is gewoon een uit de hand gelopen ontvoering', gaat hij door. 'Uit de hand gelopen ontvoering?', ze kijkt hem ongelovig uit. 'Denk je echt dat die daders er alleen maar op uit waren dat jongetje te ontvoeren? Ze zijn afgeslacht, Wolfs. Als het een mislukte ontvoering was hadden ze zijn ouders simpelweg neer kunnen schieten. En trouwens, wat hebben ze aan dat ventje als zijn ouders er niet meer zijn om losgeld te betalen?', vraagt Eva zich af. Wolfs moet toegeven dat daar iets in zit. Zwijgend rijden ze verder. Beiden in gedachten verzonken. 'Die man', zegt Wolfs dan, terwijl hij het parkeerterrein van het bureau oprijdt. 'Welke man?', Eva kijkt hem vragend aan. 'Bernard de Crassier', hij spreekt de naam uit alsof het iets obsceens is, 'het huis is van hem. En heb je die auto gezien. Het zal me niets verbazen als er straks bij hem wordt aangeklopt voor losgeld', beredeneert hij. 'Laten we die familie maar eens natrekken dan', vindt Eva het eigenlijk wel een aannemelijke uitleg voor wat er gebeurd is.

'De familie De Crassier', Eva scrolt door de documenten op het scherm voor haar. 'Ze stammen af van een adellijk geslacht', murmelt ze. 'Oud geld dus', snuift Wolfs minzaam. 'Dat betekent niet dat ze er zelf niet hard voor gewerkt hebben, Wolfs', merkt Eva op. Hij haalt zijn schouders op. Hij heeft besloten dat hij de man niet mag en daar zal niet zo snel verandering in komen. 'Tuurlijk!', ze zet zich af van het bureau en rolt met haar stoel naar achter, 'dat ik daar niet eerder aan gedacht heb, zeg'. Ze kan zichzelf wel voor haar kop slaan. Wolfs kijkt haar vragend aan. 'De familie De Crassier is de belangrijkste investeerder van Maastricht Airport', ze kijkt hem veelbetekenend aan. Hij begrijpt nog steeds niet waarom ze hier zo enthousiast over is. 'Jeetje, je weet toch wel dat daar toen zo'n gedoe over is geweest?', ze kijkt hem een beetje verontwaardigd aan. 'Toen zat ik vast nog in Amsterdam, daar houden we ons niet zo bezig met ruzietjes in de provincie', grapt hij. Eva rolt met haar ogen en gaat weer achter haar computer zitten. 'Er waren toen twee families die elkaar naar het leven stonden. De familie De Crassier, die voorstander was van uitbreiding van het vliegveld, aangezien ze er een groot financieel belang bij had, en de familie Beljaars, zij waren tegen omdat zij andere plannen hadden met het stuk grond waar het vliegveld naar uitgebreid zou worden', legt ze uit. Wolfs is achter haar komen staan en kijkt over haar schouder mee. Ze voelt hoe zijn adem langs haar wang glijdt en hij met zijn hand op haar schouder aan de andere zijde steunt. Haar hart slaat een paar keer over. Hopend dat hij haar luid kloppende hart niet kan horen houdt ze haar adem even in, ze wil niet dat haar lichaam verraadt wat hij allemaal met haar doet. 'Ik zal die familie Beljaars wel even natrekken', mompelt hij. Zachtjes glijdt zijn hand van haar schouder naar haar nek terwijl hij zich weer naar zijn eigen bureau begeeft. Eva vraagt zich af of hij door heeft gehad dat zijn aanraking haar kippenvel heeft bezorgd en voorzichtig kijkt ze, langs haar computer heen, naar haar partner. Als hij opkijkt kijkt ze snel weg. Een glimlach vormt om zijn mond als hij beseft dat ze net naar hem heeft zitten kijken. Hij kon het niet kunnen laten zijn hand even over haar lichaam te laten gaan. Haar geur is onweerstaanbaar. Het liefst had hij zijn lippen in haar nek gedrukt, maar hij is zich ervan bewust dat dat niet tot de mogelijkheden behoort. Hij moet het doen met de sporadische aanrakingen die hij zich kan permitteren zonder argwaan te wekken. Hoe lang hou ik dit nog vol? 

LittekensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu