'Er zijn over en weer verschillende aangiftes gedaan', vertelt Eva haar baas. 'Ja, maar dat is jaren geleden!', Hoeben is niet overtuigd van hun theorie dat de familie Beljaars er iets mee te maken kan hebben. '2005', knikt Wolfs, 'maar dat het 6 jaar geleden is wil niet zeggen dat het vergeven en vergeten is'. 'Precies, die familie Beljaars heeft een enorme financiële klap gekregen toentertijd', voegt Eva eraan toe. 'Stel. Jullie hebben gelijk en de familie Beljaars heeft er iets mee te maken. Waarom nu? En waarom zo gewelddadig?', hun chef kijkt van zijn ene naar zijn andere rechercheur en vouwt zijn handen in elkaar. Grijnzend kijkt Eva haar partner aan en knikt bemoedigend. Wolfs duwt een rouwadvertentie onder Hoebens neus, 'omdat Oma Beljaars vorige maand is overleden, zij scheen een hekel te hebben aan de rivaliteit tussen de twee families'. 'Daarbij komt dat de erfenis erg laag is uitgevallen', doet Eva er nog een schepje bovenop. 'Oké', hij slaat met beide handen op zijn bureau, 'ga maar bij die familie langs dan', geeft hij uiteindelijk toestemming. 'Maar ik wil geen tunnelvisie!', waarschuwt hij hen. Wolfs kijkt hem licht beledigd aan, voordat hij zijn mond open kan doen voelt hij hoe hij door zijn collega het kantoortje wordt uitgetrokken. 'En is dat amberalert nou al uitgegaan?', horen ze hem hen naroepen. 'Sjonge jonge', zucht Wolfs gefrustreerd, maar als hij Eva's gezicht ziet, verandert zijn gezichtsuitdrukking volledig. 'Vanwaar die grijns, Van Dongen?', hij port haar zachtjes in haar zij. 'Je laat je altijd zo ontzettend opfokken door die man', grinnikt ze nog na. Het is altijd hetzelfde tussen haar baas en haar partner. Ze willen allebei altijd het laatste woord hebben. Eva kan er wel om lachen, typisch haantjesgedrag.
'Nou, dat schiet ook niet op', Eva trekt gefrustreerd de bijrijdersdeur dicht. Bij de oudste telg van de familie Beljaars was niemand thuis, het bezoek aan Louise Beljaars heeft ook weinig opgeleverd en nu hebben ze weer niks. 'Er is nog één Beljaars waar we nog niet zijn geweest', ziet Eva op de lijst. Wolfs heeft de auto inmiddels al gestart en rijdt weg bij het huis van de familie Rolfsen. Roelien Rolfsens meisjesnaam is Beljaars, maar volgens haar heeft ze al jaren geen contact met haar broers. Na de toestanden rond het vliegveld heeft ze nog sporadisch contact met haar zus en haar ouders gehad, maar niet meer met haar twee broers. Haar vader is 3 jaar geleden overleden en haar moeder nu dus ook. Het heeft Roelien en haar zus dichter bij elkaar gebracht, maar haar broers wil ze nog steeds niet zien. De crematie van hun moeder heeft haar dan ook in een lastig parket doen belanden. Veel heeft de vrouw er niet over willen loslaten, maar Wolfs en Eva zijn ervan overtuigd dat deze vrouw niets te maken heeft met de afschuwelijke feiten die vanochtend bij de familie De Crassier hebben plaatsgevonden. 'Wolfs, waar ga je nou heen?', volgens de informatie op het lijstje rijdt hij de verkeerde kant op. 'Wij gaan een hapje eten', grijnst hij naar zijn collega. 'Daar hebben we toch helemaal geen tijd voor, er is verdorie een jongetje van tien vermist', Eva kijkt hem ongelovig aan. 'Nou, nou, Eef, vertrouw me nou eens', hij legt een hand op haar been, maar ze snapt nog steeds niet waar hij mee bezig is. Vragend kijkt ze hem aan, 'Thomas Beljaars is de eigenaar van Il gardino rose', legt hij uit. 'Van wat?', ze weet niet waar hij het over heeft. 'Een Italiaans restaurant in hartje centrum. En nog eens een hele goede ook', knipoogt hij. Hij vindt het een prima excuus om Eva eens lekker mee uit eten te nemen. Het is dan wel werk gerelateerd, maar dat betekent niet dat ze geen fijne avond konden hebben.
Ze hebben de auto bij De Ponti geparkeerd en hebben zich te voet naar het centrum begeven. Het is redelijk vroeg als ze bij het restaurant aankomen. Het is niet druk, maar de mensen die er zitten, zien er redelijk goed gekleed uit. Eva voelt zich niet op haar gemak in haar jeans en simpele t-shirt en schuifelt half verborgen achter Wolfs naar binnen. 'Een tafeltje voor twee alstublieft', zegt hij tegen de gastheer. Hij ziet dat Eva zich ongemakkelijk voelt en slaat zijn arm om haar zij, zachtjes trekt hij haar wat dichter tegen zich aan. De gastheer begeleidt ze naar een tafeltje waar Wolfs galant Eva's stoel naar achteren schuift. Met een lichte blos op haar wangen neemt ze plaats. Terwijl Eva de menukaart bestudeert nipt Wolfs wat van zijn rode wijn terwijl hij stiekem elke centimeter van haar gelaat bestudeert. Ze zijn dan wel aan het werk, maar een wijntje kan er wel van af, vindt hij. Zeker als hij zijn plannetje doorzet, zal dat wijntje goed van pas komen. Met een zucht legt Eva de menukaart neer, glimlachend kijkt Wolfs haar aan. Ze haalt haar wenkbrauw op, 'Tagliatelle alla Sorrentina?', vraagt hij. 'Hoe weet jij dat nou?', vragend kijkt ze hem aan. 'Ik ken je toch, Eef', knipoogt hij. 'Zeker omdat het het simpelste gerecht op de kaart is?', ze slaat haar ogen neer. 'Hé', hij vouwt zijn hand om de hare waarmee ze haar glas water vasthoudt. Als ze opkijkt schrikt hij, de onzekerheid in haar ogen is niets voor haar. 'Niet omdat het het simpelste is, maar omdat ik weet wat jij lekker vindt', hij laat zijn duim over de rug van haar hand glijden. Een kleine glimlach verschijnt op haar gezicht, als ze haar mond open wil doen om iets te zeggen worden ze onderbroken door de gastheer die hen bestelling op komt nemen. Eva trekt snel haar hand van onder de zijne vandaan en richt zich weer op het menu. 'Meneer?', Wolfs is zo in gedachten verzonken dat hij niet doorheeft dat de man hem om zijn bestelling vraagt. 'Wolfs', Eva tikt zachtjes zijn been aan met haar voet. 'Oh, eh, voor mij de Filetto al Tartufo, alstublieft', de gastheer glimlacht ongemakkelijk. Zelfs hij voelt de spanning die er tussen de twee rechercheurs hangt.
JE LEEST
Littekens
FanfictionNa een moeilijke jeugd heeft Eva van Dongen haar leven redelijk op de rit. Ze heeft een leuke baan en een aantal goede vrienden. Uiteraard heeft ze littekens over gehouden aan wat ze allemaal heeft meegemaakt, zowel fysiek als mentaal, maar ze is ee...