'Viel het mee?', wil hij graag weten. Hij kan aan haar zien dat ze opgelucht is. Ze is in ieder geval niet van streek, wat hij stiekem eigenlijk wel verwacht had. Ze lopen langs de Maas met een broodje in hun hand. 'Eef?', hij knijpt in haar hand, vragend kijkt ze hem aan. Ze was zo in gedachten verzonken geweest dat ze hem niet heeft gehoord. 'Of het mee viel?', glimlacht hij, met zijn duim maakt hij rondjes op de rug van haar hand. 'Oh, jawel. Het was oké', antwoordt ze. Vragend blijft ze hem aankijken, 'wat is er?', vraagt hij en hij gaat stilstaan. 'Waarom grijns je zo?', hij pakt haar andere hand ook beet. 'Ik bedacht me hoeveel geluk ik heb met zo'n mooie vrouw aan mijn zij', blozend wendt ze haar blik af. 'Waar heb ik dit nou weer aan te danken?', mompelt ze. 'Gewoon', hij haalt nog steeds grijnzend zijn schouders op, 'ik wil graag dat je weet hoeveel ik van jou hou en hoe blij ik met je ben'. Haar wangen worden nog roder. 'Hé', zachtjes streelt hij haar wang, 'ik meen het Eva. Je bent prachtig. Elke dag weer verbaas ik me over hoe het kan dat iemand zó machtig mooi is. En dan ook nog zo'n prachtig persoon vanbinnen. Ik bof enorm', onzeker kijkt ze hem aan. Glimlachend drukt hij zijn lippen op de hare, 'echt waar lief. Je bent de mooiste', fluistert hij. 'Je bent gek', fluistert ze terug, waarna ze haar lippen weer met de zijne versmelt, 'maar wel mijn gek'. Glimlachend laten ze hun handen weer in elkaar glijden, waarna ze hun wandeling hervatten.
'Wolfs? Slaap je?', ze ligt al een tijdje wakker. Ze port zachtjes in z'n zij. 'Wat is er Eef?', bromt hij. 'Ik lag te denken... Wat jij zei maandag. Dat is heel lief, maar het hoeft niet, dat weet je toch?', hij knipt zijn nachtlampje aan en draait zich om. Met kleine oogjes kijkt hij haar aan, 'wat bedoel je?'. 'Nou dat je zei dat je pas weer aan het werk gaat als ik terug mag komen', ze speelt wat met zijn borsthaar om hem maar niet aan te hoeven kijken. 'Ik weet wel dat dat niet hoeft, maar ik wil toch met niemand anders werken', hij haalt z'n wenkbrauw op. 'Ja, maar...', 'en anders zit jij hier maar in je uppie', onderbreekt hij haar. 'Ja, maar...', begint ze weer. 'Maar wat, Eef?', hij ligt haar kin op zodat ze hem aan moet kijken. Zijn ogen zijn alweer een beetje aan het licht gewend en hij ziet dat er veel door haar heen gaat. 'Kostijnse', fluistert ze. 'Hij moet van de straat en jij bent de enige die hem kan vinden, dat weet ik zeker', ze slikt en kijkt hem aan. Hij trekt haar dicht tegen zich aan. Hij wil niet dat ze bang is. Hij wil niet dat die klootzak vrij rondloopt. Het liefst was hij hem gisteren al gaan zoeken. Maar hij wil ook niet dat zij hele dagen alleen thuis zit. En hij weet niet wat hij zal doen als hij hem vindt. 'Wil je daarom dat ik weer aan het werk ga?', ze knikt tegen zijn borst. 'En omdat het nog wel eens heel lang kan duren voor ik weer aan het werk mag', zegt ze zacht. 'Hoe kom je daar nou bij? Mechels draait wel bij. Ze kan je niet voor altijd thuis laten zitten. Je bent de beste rechercheur van het korps', hij neemt weer wat afstand en kijkt haar onderzoekend aan. 'Nee hoor, dat ben jij', glimlacht ze kleintjes, waarna ze snel een kus op zijn mond drukt als hij haar tegen wil spreken. 'Dat zijn wij', glimlachend strijkt hij een lok achter haar oor. 'Maar waarom denk je dat het lang gaat duren? Gaat het niet goed?', zijn glimlach is verdwenen en hij kijkt bezorgd. 'Ik weet het niet, Flo. Die psychologe moet toestemming geven, dan pas mag ik weer aan het werk. Wat nou als die vrouw niet akkoord gaat? Als ze vindt dat ik niet in staat ben om weer aan het werk te gaan?', spreekt ze haar angst uit. 'Hoezo zou ze niet akkoord gaan? Het ging toch goed vandaag? Over een tijdje, als je een paar keer bij haar bent geweest gaat ze vast akkoord', probeert hij haar gerust te stellen. 'Dan moet ik eerst gaan praten', mompelt ze. 'Dat heb je vandaag toch ook gedaan?', ze hebben het er verder niet meer over gehad. Ze heeft verteld dat het meeviel en dat was dat. Meer wilde ze niet kwijt vanmiddag, dus meer vroeg hij haar niet. Ze slikt en kijkt hem even aan, dan schudt ze haar hoofd. 'Of nou ja... niet over hetgeen waarvoor ik daar zit', vertelt ze hem. 'Dat hoeft toch ook niet gelijk? Je moet eerst een band opbouwen, vertrouwen krijgen', hij wrijft stevig over haar arm. 'Ja maar dan gaat dit echt eeuwig duren', zucht ze. 'Mechels zei dat ik het eerst moet verwerken, dat ik geen nachtmerries of paniekaanvallen meer mag hebben. Dat ik niet meer bang mag zijn. Ik kan het verdomme niet eens over m'n lippen krijgen, Wolfs. Wat er gebeurd is. Dat ik...', ze knijpt haar ogen stijf dicht. Ze vindt zichzelf zo zwak. 'Dat ik...', probeert ze nog een keer. 'Eef, lieverd', hij legt zijn hand op haar wang, maar ze schudt haar hoofd. 'Eva, kijk me eens aan', zegt hij een stuk strenger dit keer. Ze opent haar ogen waar de tranen achter branden. 'Laat het op z'n beloop. Jij denkt altijd maar dat je van alles moet. Dat is niet zo. Mechels kan zeggen wat ze wil, maar dit is jou overkomen. De herinneringen zitten in jouw hoofd. Het is jouw angst, pijn, verdriet. En ja, het zou geweldig zijn als je het kan verwerken. Stukje bij beetje. Het liefst zou ik al die beelden van je overnemen, dat je er nooit meer aan hoeft te denken, maar dat kan ik niet. De psychologe gaat je daarbij helpen. Misschien gaat het nooit helemaal weg, want het is niet niks hè. Maar de pijn wordt minder, het slijt. En dan kan je weer aan het werk, genieten van je leven. Van ons leven. Misschien gaat het niet zo snel als jij wil, maar wel op het tempo dat jij aan kan. En over wat Mechels wil, of wat de psychologe wil, of wat ik wil, moet jij je helemaal niet druk maken. Dit gaat om jou, lief. Alleen om jou', hij drukt een kus op haar voorhoofd en veegt een traan van haar wang. 'Dankjewel, Wolfs, dat je er voor me bent', ze kruipt dicht tegen hem aan. 'Natuurlijk, gekkie. Ik hou van je. Lekker slapen nu', hij drukt nog een kus in haar haren. 'Ik ook van jou, welterusten Mister Wolfs', mompelt ze, waarna ze al snel in zijn veilige armen in slaap valt.
JE LEEST
Littekens
FanfictionNa een moeilijke jeugd heeft Eva van Dongen haar leven redelijk op de rit. Ze heeft een leuke baan en een aantal goede vrienden. Uiteraard heeft ze littekens over gehouden aan wat ze allemaal heeft meegemaakt, zowel fysiek als mentaal, maar ze is ee...