Hoofdstuk 6

1K 34 7
                                    

Ze reageert amper. Ze is overdonderd door zijn woorden. Ze heeft nog steeds zijn hand in de hare. Gevoelens? Haar gedachten razen met sneltreinvaart door haar hoofd. Hij heeft gevoelens voor mij? Ze knippert even met haar ogen. Ik heb het vast verkeerd begrepen. Hij ziet hoe de schakeltjes in haar hoofd overuren maken. Als hij niets zegt, gaat ze allemaal dingen bedenken die absoluut niet waar zijn. 'Eva', hij knijpt even in haar hand en ziet dat hij haar aandacht heeft. 'Ik ben verliefd op jou', verduidelijkt hij de woorden die hij eerder al uitte. 'Verliefd?', vraagt ze zacht, hij knikt en wrijft met zijn duim over de rug van haar hand. Het feit dat ze haar hand nog niet heeft teruggetrokken is een goed teken. Eva wendt haar blik af van zijn gezicht naar hun handen en kijkt dan weer op. Hij glimlacht geruststellend, waarop er bij haar ook een glimlach om haar mond verschijnt. Dit keer lachen ook haar ogen mee. Haar wangen gloeien en ze heeft een gelukzalig gevoel in haar buik, maar het is alsof ze haar stem niet kan vinden. 'Heeft het gesmaakt?', Thomas is weer aan hun tafel verschenen. Wolfs knikt en maakt een praatje met de man, terwijl Eva in gedachten verzonken naar de man tegenover haar staart. De man op wie zij óók verliefd is. Als Wolfs haar hand loslaat en voorzichtig haar stoel naar achteren schuift zodat ze op kan staan komt ze weer bij haar positieven. Ze bedanken de eigenaar en lopen het restaurant uit. Terwijl ze naar huis lopen voelt ze hoe zijn hand langs de hare wrijft. Ze bijt op haar lip, als ze opzij kijkt wordt ze begroet met een warme glimlach. Met een glimlach verstrengelt ze haar vingers met de zijne. Zonder een woord te wisselen lopen ze naar de Maas in plaats van naar De Ponti.

Het is lekker weer en het begint net wat te schemeren. Het is begin mei, dus de dagen worden langer en langer. Samen kijken ze naar de ondergaande zon terwijl ze rustig langs het water lopen. Op een gegeven moment laat hij haar hand los, om zijn arm om haar middel te slaan en haar wat dichter tegen zich aan te trekken. Eva voelt hoe haar hart een sprongetje maakt en komt tot stilstand. Verbaasd kijkt hij haar aan, maar ziet tot zijn opluchting alleen maar liefde in haar ogen. Ze laat haar hand door zijn haar gaan, laat haar vingers via zijn stoppelbaartje afdwalen naar zijn borst waar ze tot rust komen. Ze gaat wat op haar tenen staan en brengt haar hoofd iets dichter bij het zijne. Zachtjes drukt ze haar lippen op de zijne, voor een tedere kus. De lippen waar ze al zo vaak over heeft gedroomd, maar nog nooit heeft mogen proeven. 'Ik ook op jou', fluistert ze tegen zijn lippen. Ze voelt hoe hij een zucht van opluchting langs haar lippen blaast, waarna hij voorzichtig hun lippen weer met elkaar verbindt. Dit keer voor een hemelse zoen. Als hij voelt dat ze kippenvel heeft verbreekt hij de zoen en legt hij zijn jasje om haar schouders. 'Kom, lekker naar huis', hij drukt nog een kus op haar voorhoofd en pakt dan haar hand weer stevig vast.

Net als de avond ervoor zitten ze weer samen op de bank. Toch is alles anders. Eva heeft een kussen op Wolfs schoot gelegd en heeft daar haar hoofd op rusten. De tv staat aan, maar ze krijgt weinig mee van wat er te zien is. 'Wolfs?', ze draait haar hoofd wat naar rechts zodat ze hem aan kan kijken. 'Hmm?', zijn arm rust op haar zij, alsof ze altijd al zo amicaal zijn. 'We moeten dit goed aanpakken', hij ziet iets in haar ogen wat hij herkent als angst. Angst die hij stiekem ook voelt. Hij knikt. Ook hij weet dat dit gevaarlijk is. Er staat veel op het spel. Hun vriendschap. Hun baan. Hun carrière. Hun hart. Hun hele leven, eigenlijk. Als dit fout gaat kan alles op zijn kop komen te staan. Maar als het goed gaat, dan is dit het beste wat hen beiden ooit is overkomen. 'Wat stel je voor?', vraagt hij, terwijl hij een pluk haar achter haar oor strijkt. 'Rustig aan doen', ze bijt op haar lip. Ze weet heel goed dat dit voor hen allebei lastig zou zijn. Ze wonen samen. Ze werken samen. Ze zijn in feite 24 uur per dag bij elkaar. En dat 7 dagen per week. Daarbij komt dat ze door valkenogen in de gaten worden gehouden. Zowel op het bureau als in de privésferen. Marion maakt elke week wel een opmerking over hoe goed haar collega's wel niet bij elkaar passen. Bij het minste of geringste worden ze bij Hoeben geroepen om te bewijzen dat ze écht geen relatie hebben. Als ze niet op het werk zijn dan is het Fleur of Maurice die er altijd wel iets over op of aan te merken hebben. Maurice was al vrij snel nadat hij Wolfs leerde kennen in de war geraakt door de wel heel vriendschappelijke manier waarop hij met zijn zus omging, iets wat hij in het begin totaal niet kon hebben. En Fleur, tja... Fleur steekt haar mening niet onder stoelen of banken. Zij vindt dat haar vader en Eva voor elkaar gemaakt zijn. Dat ze zich niet zo moeten aanstellen en gewoon moeten toegeven aan de gevoelens die ze zo overduidelijk voor elkaar hebben. 'Seks zit er dus niet in vanavond', Wolfs trekt een pruillip. 'Nou, Wolfs', Eva stompt hem speels op zijn borst. Hij grinnikt. 'Je hebt gelijk Eef, maar ik weet niet hoe lang ik het volhou', zegt hij nu iets serieuzer. 'Ik ook niet', glimlacht ze, waarna ze een kus op zijn mond drukt, 'ik heb al veel te lang gewacht'. Ze laat haar hoofd weer op het kussen rusten. Wolfs staat versteld van Eva's woorden. Hij had niet verwacht dat ze zo open zou zijn over haar gevoelens voor hem.

LittekensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu