Hoofdstuk 17

1K 30 23
                                    

De nieuwe ontwikkelingen in de zaak betekenen dat de twee rechercheurs voorlopig geen vrije dag zullen hebben. Wel heeft Mechels hen beloofd dat als ze de zaak opgelost hebben, ze een paar dagen thuis mogen blijven. Het is wederom een lange dag geweest. Daarbij komt dat Eva een vervelend gevoel heeft overgehouden aan de moord op Louise Beljaars. Als zij en Wolfs niet hadden zitten flikflooien in de auto, dan hadden ze misschien haar leven kunnen redden. Volgens Wolfs was ze al enkele uren dood toen ze daar aankwamen, maar Eva is nog niet overtuigd en voelt zich schuldig. 'We moeten dat gewoon niet doen als we aan het werk zijn', zegt ze nog eens als ze de keuken van De Ponti instappen. 'Eef, ik snap wat je bedoelt, écht, maar ik denk niet dat je je schuldig moet voelen. Wij hebben recht op een lunchpauze. Het feit dat we tijdens die pauze wat gezoend hebben heeft echt niets te maken met het al dan niet voorkomen van de moord', hij trekt de koelkast open en zucht als hij ziet dat er vrij weinig in ligt. 'Ja, maar ze krijgen het door. Elke keer als jij de deur voor mij open houdt, of als ik je aanraak... het is alsof iedereen ons in de gaten houdt', ze gaat aan de keukentafel zitten en laat haar hoofd op haar armen rusten. 'Dat is toch niets nieuws, Eef. Ik hou altijd de deur voor jou open, wij gaan al jaren amicaal met elkaar om. Denk er nou niet teveel over na. Ja, we moeten professioneel blijven, daar heb je volkomen gelijk in. En als jij vindt dat dat inhoudt dat we ook tijdens onze lunch enkel werkpartners moeten zijn, dan doen we dat', hij legt zijn handen op haar schouders en masseert ze zachtjes. 'Hmmm', bromt ze, ze weet zelf ook niet goed wat ze wil. Hij voelt de spanning in haar lichaam en drukt een kus in haar haren. 'Ga anders even lekker in bad, het is een heftige week geweest', hij voelt dat de spieren in haar nek enorm vast zitten. 'Straks, ik ga eerst hardlopen', ze recht haar rug en maakt aanstalten om op te staan. 'Zou je dat nou wel doen?', hij draait haar om zodat hij haar aan kan kijken. 'Hoezo?', verbaasd kijkt ze hem aan. Stiekem weet ze best wat hij bedoelt, maar ze gaat toch zeker haar leven niet aanpassen omdat een of andere gek een loos dreigement heeft geuit? 'Nou, ik vind het gewoon geen fijn idee, na die bedreiging van Kostijnse', geeft hij eerlijk toe. 'Ik red me wel Wolfs, dat weet je toch', ze legt haar handen op zijn borst en plaatst teder haar lippen op de zijne. Normaal zou zijn bezorgdheid haar irriteren, maar stiekem vindt ze het zelf ook wel een beetje eng. Toch heeft ze besloten zich er niet door tegen te laten houden. 'Ja dat weet ik Eef, maar toch', hij kijkt haar nog eens onderzoekend aan. 'Zal ik m'n gps aanzetten? Dan kun je me altijd volgen. Ik doe m'n gewoonlijke rondje van een uur, oké?', ze knijpt in zijn hand en loopt al richting de trap. 'Vertel me zo die route nog even dan, dan weet ik zeker dat alles goed gaat', roept hij haar nog na. 'Ja schat!', grinnikt ze, ze vindt het eigenlijk best aandoenlijk dat hij zich zo'n zorgen maakt om haar.  

Ze is een kwartiertje onderweg als ze weer het idee krijgt dat ze gevolgd wordt. Toch ziet ze niets als ze om zich heen kijkt. Ze schudt haar hoofd in een poging het nare gevoel kwijt te raken en zet haar muziek nog een beetje harder. Als er iemand vlak langs haar heen fietst, schrikt ze. Het is echter gewoon een tiener die een beetje slingert omdat hij op zijn telefoon zit. Ze stopt even en leunt tegen een boom, ze doet wat rekoefeningen terwijl ze haar gedachten probeert te ordenen. Ze overweegt even om Wolfs te bellen, maar ze wil hem niet onnodig ongerust maken. Ze haalt een paar keer diep adem en probeert zichzelf te kalmeren. Stel je niet zo aan man, ze duwt zich van de boom af om weer verder te lopen, maar iets houdt haar tegen. 

Snap je geen dialect? Lees dan onder de streep dit stukje in het ABN

'Iech dach dat diech wel 'n betere conditie zouw höbbe', haar lichaam verstijft. Ze wil zich omdraaien, maar voelt iets kouds in haar nek prikken. 'Dat zouw iech neet daon', fluistert hij gemeen in haar oor. 'Rösteg aofbringe', hij pakt haar arm stevig vast. Ze wil tegenstribbelen maar voelt het mes nu in haar zij prikken. 'Wat wil je, Michiel', sist ze. Ze probeert haar angst te verbergen. 'Dat höbs diech toch gezeen', hij kijkt haar vals aan. 'Louise', het is meer een constatering dan een vraag. De man knikt, een grijns verschijnt op zijn gezicht. 'Dat gaat je niet lukken', ze probeert zich groot te houden en hoopt maar dat Wolfs haar GPS in de gaten houdt. 'Moos diech eins oplètte', ruw duwt hij haar in een auto. 'Boe is d'ne tèllefoon?', Eva houdt haar lippen stijf op elkaar. Hij pakt haar gezicht hardhandig beet, 'boe is d'ne tèllefoon, kuthoor?'. Nog steeds zegt ze niets, ze draait haar ogen van hem weg. Op dat moment voelt ze zijn vlakke hand tegen haar wang smakken en daarna zijn handen over haar hele lichaam gaan. Uiteindelijk vindt hij haar telefoon, die hij de auto uitgooit, richting de bosjes. Hij haalt een tie-wrap uit zijn zak en bindt haar polsen bij elkaar.  Als hij haar gordel vast probeert te klikken, probeert ze zich los te wurmen, ze moet tijdrekken. De GPS zou moeten aangeven dat ze nu al minstens 10 minuten stilstaat vlakbij haar normale route. Als Wolfs haar in de gaten houdt, zoals ze hoopt, zou hij hier snel zijn. Als ze tegen blijft stribbelen, voelt ze opnieuw zijn vlakke hand op haar wang belanden, waar het een brandend gevoel achterlaat. Ze voelt hoe de woede door haar aderen stroomt en spuugt in zijn gezicht. 'Godverdomme, noe kins diech 't kriege ouch!', hij maakt de gordel los en onbehouwen trekt hij haar van de bijrijdersstoel, waarna hij haar bruut op de achterbank duwt. Ruw drukt hij zijn lippen op de hare, maar ze houdt haar mond stijf dicht. Als hij zijn hoofd terug trekt en zijn handen onder haar t-shirt laat gaan zet ze het op een gillen. 'Hèls d'ch mojl, trut', hij legt zijn hand om haar keel en knijpt hard, terwijl hij met zijn andere hand aan haar shorts sjort.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 'Ik dacht dat jij wel een betere conditie zou hebben', haar lichaam verstijft. Ze wil zich omdraaien, maar voelt iets kouds in haar nek prikken. 'Dat zou ik niet doen', fluistert hij gemeen in haar oor. 'Rustig meelopen', hij pakt haar arm stevig vast. Ze wil tegenstribbelen maar voelt het mes nu in haar zij prikken. 'Wat wil je, Michiel', sist ze. Ze probeert haar angst te verbergen. 'Dat heb je toch gezien', hij kijkt haar vals aan. 'Louise', het is meer een constatering dan een vraag. De man knikt, een grijns verschijnt op zijn gezicht. 'Dat gaat je niet lukken', ze probeert zich groot te houden en hoopt maar dat Wolfs haar GPS in de gaten houdt. 'Moet jij eens opletten', ruw duwt hij haar in een auto. 'Waar is je telefoon?', Eva houdt haar lippen stijf op elkaar. Hij pakt haar gezicht hardhandig beet, 'waar is je telefoon, kuthoer?'. Nog steeds zegt ze niet, ze draait haar ogen van hem weg. Op dat moment voelt ze zijn vlakke hand tegen haar wang smakken en daarna zijn handen over haar hele lichaam gaan. Uiteindelijk vindt hij haar telefoon, die hij de auto uitgooit, richting de bosjes. Hij haalt een tie-wrap uit zijn zak en bindt haar polsen bij elkaar. Als hij haar gordel vast probeert te klikken, probeert ze zich los te wurmen, ze moet tijdrekken. De GPS zou moeten aangeven dat ze nu al minstens 10 minuten stilstaat vlakbij haar normale route. Als Wolfs haar in de gaten houdt, zoals ze hoopt, zou hij hier snel zijn. Als ze tegen blijft stribbelen, voelt ze opnieuw zijn vlakke hand op haar wang belanden, waar het een brandend gevoel achterlaat. Ze voelt hoe de woede door haar aderen stroomt en spuugt in zijn gezicht. 'Godverdomme, nu kan je 't krijgen ook!', hij maakt de gordel los en onbehouwen trekt hij haar van de bijrijdersstoel, waarna hij haar bruut op de achterbank duwt. Ruw drukt hij zijn lippen op de hare, maar ze houdt haar mond stijf dicht. Als hij zijn hoofd terug trekt en zijn handen onder haar t-shirt laat gaan zet ze het op een gillen. 'Hou je bek, trut', hij legt zijn hand om haar keel en knijpt hard, terwijl hij met zijn andere hand aan haar shorts sjort. 

Hebben jullie het Mestreechs allemaal een beetje begrepen??? Ik hoop trouwens dat het een beetje waarheidsgetrouw is, het is namelijk gebaseerd op internetresearch en m'n eigen gevoel voor dialect (ik kom zelf uit een gebied waar er veel in dialect wordt gesproken en kan in Limburg meestal het dialect goed volgen). Bedankt voor alle likes en reacties tot nu toe, vind het leuk om te horen wat jullie vinden!!

LittekensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu