Hoofdstuk 60

926 27 3
                                    

'Eva? Eef', paniekerig staat hij over haar heen gebogen. Hij legt zijn vingers in haar nek en voelt tot zijn opluchting een hartslag. 'Liefje, word eens wakker', met zijn bebloede handen tikt hij zachtjes op haar wang. Hij staat op en loopt naar de badkamer. Hij pakt een washandje en houdt het onder de kraan. Voorzichtig veegt hij het bloed van haar gezicht. Ze heeft een grote snee net naast haar oog en, hij denkt, een gebroken neus. Op het moment dat Kostijnse op Wolfs had willen schieten, heeft Eva hem aangevallen. Ze plaatste een elleboog in zijn maag, waarop hij het uitschreeuwde van de pijn. Keihard sloeg hij met de pistool in haar gezicht, waardoor dat afging. De kogel ging gelukkig het plafond in. Het was secondewerk, maar hij lette niet op en Wolfs kon hem uitschakelen. Hierdoor liet hij Eva los die al bewusteloos was van de klap in haar gezicht en toen ook nog eens keihard met haar hoofd op de vensterbank viel. Wat hij ook doet, ze opent haar ogen niet. Zijn warme tranen mengen zich met haar bloed. Als hij de ambulance aan hoort komen rent hij naar beneden om ze binnen te laten. Als de ambulance broeders de slaapkamer binnen komen en zich eerst op Kostijnse willen richten, wil Wolfs hier niets van weten. 'Eerst Eva', wijst hij. De man wil iets zeggen, maar ziet aan Wolfs' blik dat hij het meent. Al snel komt er een tweede team binnen dat zich over Kostijnse ontfermd. Hij is inmiddels bijgekomen en kermt van de pijn. Wolfs heeft hem in zijn borst geraakt. Aan de verkeerde kant. Hij schudt zijn hoofd. Dat mag hij niet denken. Hij moet boeten voor zijn daden. De dood zou een veel te makkelijke uitweg zijn. Voordat hij zich over Eva ontfermde had hij de bewusteloze man met zijn boeien aan het bed vastgemaakt.  Hij had waarschijnlijk druk moeten zetten op de wond, maar hij vond Eva natuurlijk een stuk belangrijker. Net als bijna een maand geleden zit hij met Eva in de ambulance. Net als bijna een maand geleden heeft hij Kostijnse geboeid achtergelaten met collega's. Maar dit keer komt die klootzak niet meer weg. Daar zorg ik voor. De manier waarop hij aan Eva zat in de slaapkamer blijft door zijn hoofd spoken. Het maakt hem misselijk. En boos. Zo ontzettend boos. Maar ze is veilig nu. Het had zó anders kunnen lopen. Als Kostijnse hem had neergeschoten had Eva weer hetzelfde moeten doorstaan, daar is hij zeker van. Hij schudt zijn hoofd en richt zich weer op zijn vriendin die nog steeds met haar ogen dicht op de brancard ligt. De ambulancebroeder doet wat checks en alles lijkt oké te zijn. Ze heeft enkel een harde klap gehad op haar hoofd. Twee keer. Dus slapen is misschien wel het beste wat ze nu kan doen. Eenmaal in het ziekenhuis treft hij Marion en Romeo aan. Mechels heeft hen opdracht gegeven om zijn verklaring op te nemen. Met tegenzin doet hij wat er van hem verwacht wordt, maar wel aan Eva's bed. Met haar handen in de zijne. Terwijl de dokter de snee op haar voorhoofd hecht. Enkel als ze meegenomen wordt voor wat scans laat hij zich door Romeo en Marion meenemen naar het restaurantje beneden. Zenuwachtig loopt hij heen en weer met een kop koffie in zijn handen. 'Wolfs, ga nou eens zitten man, ik word gek van je', zucht Marion. Hij werpt haar een dodelijke blik toe. 'Jij wilde me hier hebben. Ik wou met Eva mee', sneert hij. 'Dat kon helemaal niet en dat weet je best. Je moet ook een beetje voor jezelf zorgen, anders heeft Eva straks niets aan je als je wakker wordt', hij rolt met zijn ogen. Kan hem het wat schelen dat hij straks uren niet gegeten heeft. Hij heeft helemaal geen trek. Hij maakt zich zorgen. Na tien minuten verdwijnt hij dan ook weer naar boven. Eva wordt pas 50 minuten later terug naar haar kamer gebracht en ze slaapt tot zijn teleurstelling nog steeds. Marion kijkt hoofdschuddend toe, maar kan een kleine glimlach niet onderdrukken. Hij houdt zóveel van haar. Zijn collega's duwen hem nog een broodje in zijn hand en drukken hem op het hart om voor zichzelf te zorgen en hen te waarschuwen als er iets verandert, of als ze iets kunnen doen. Dan is hij eindelijk alleen met haar. 'Het is wat, hè lieverd', fluistert hij, terwijl hij zachtjes met zijn hand door haar haren gaat. 'Wat heb jij toch veel moeten doorstaan. En wat ga je daar toch allemaal sterk mee om. Ik ben zo trots op je, lieve Eef. Ik hou zóveel van je, dat het soms gewoon pijn doet, weet je dat?', hij veegt een traan van zijn wang. Hij blijft tegen haar kletsen tot zijn ogen dichtvallen en hij het gevecht tegen de slaap op moet geven.

Langzaam opent ze haar ogen. Even is ze gedesoriënteerd. Maar als ze ziet dat hij haar handen in de zijne heeft en dat zijn hoofd op haar buik rust, verschijnt er een glimlach op haar gezicht. Zachtjes haalt ze haar hand door zijn haren. Hij schrikt wakker en kijkt haar met kleine oogjes aan. 'Hé', glimlacht ze. 'Hé, je bent wakker', hij gaat rechtop zitten en neemt haar gezicht in zijn handen. Voorzichtig drukt hij een kus op haar voorhoofd. 'Hoe voel je je?', fluistert hij. 'Wel oké. Beetje hoofdpijn. Maar opgelucht', glimlacht ze. 'Opgelucht?', ze knikt. 'We zijn er allebei nog toch, dus het is goed afgelopen, denk ik?', vragend kijkt ze hem aan. Hij knikt, 'Kostijnse is geopereerd en hij zal het overleven, maar zijn straf zal hij niet ontlopen'. 'Je hebt m'n leven gered', zucht ze, 'alweer'. 'En jij het mijne', antwoordt hij. 'Maar Eef, beloof me alsjeblieft dat je zoiets nooit meer doet. Ik kan je niet verliezen', een traan loopt over zijn wang. Zachtjes veegt ze hem weg, 'Ik moest wel Wolfs', glimlacht ze flauwtjes. 'Want ik heb niets te verliezen. Alleen jou. En jij bent mijn alles. En het was alles of niks'.

Heb het net nog eens doorgelezen en ben niet helemaal tevreden.. hoop dat het meevalt en ik iets te kritisch ben!

LittekensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu