'Gaat het?', Eva kijkt hem bezorgd aan. Wolfs trok wit weg toen hij de slaapkamer binnen kwam en haar bij de dode vrouw zag staan. Hij heeft wat incoherente zinnen gehakkeld tegen degene die hij aan de telefoon had en niets meer gezegd nadat hij heeft opgehangen. 'Hé', ze is opgestaan en staat nu voor hem met zijn handen in de hare. Hij schudt zijn hoofd en lijkt weer bij zijn positieven te komen, 'sorry', glimlacht hij kleintjes. 'Wat is er, Wolfs?', zo makkelijk komt hij er niet vanaf, natuurlijk. 'Kostijnse is inderdaad de ontvoerder', hij liegt niet, maar laat wel informatie weg. 'Ja, zover was ik ook al, maar daarom ben je toch niet zo van je apropos?', ze kijkt hem ongelovig aan. Hij kijkt even weg, hij wil ook helemaal niet tegen haar liegen, maar moet even z'n gedachten ordenen. Als zijn ogen de hare weer ontmoeten bezwijkt hij voor de ongerustheid die hij in haar mooie kijkers ziet. 'Hij heeft weer gedreigd', hij slikt en kijkt naar de grond. 'Waarmee dan?', ze knijpt even zachtjes in zijn hand, ze ziet dat hij het moeilijk heeft, maar begrijpt niet goed waarom. Hij werpt een snelle blik op het slachtoffer en krijgt spontaan kippenvel. 'Hij zei dat hij jou hetzelfde aan zou doen als Louise', antwoordt hij, nauwelijks verstaanbaar. Ook zij richt haar blik nu op de vrouw. Even loopt er een koude rilling over haar rug, Louise Beljaars is ontzettend vervelend aan haar einde gekomen, dat is overduidelijk. Dan schudt ze het van zich af, het zijn loze dreigementen, toch? 'Maak je je daar nou zo druk om?', ze kijkt hem diep in de ogen. Na enkele seconden knikt hij een beetje beschaamd. 'Ik ben bang dat je iets overkomt, Eef', geeft hij toe. 'Maar dit is ons werk, Wolfs. Er kan een van ons altijd iets overkomen. Maar daar zijn we op voorbereid. Daar zijn we voor opgeleid', zachtjes gaat ze met haar duim over de rug van zijn hand. Ze vindt zijn reactie overdreven, maar ook een beetje beangstigend. Wolfs is normaal nooit echt onder de indruk van dreigementen, en nu lijkt het wel of hij zich er al bij heeft neergelegd dat er iets gaat gebeuren. 'Dat weet ik, Eva', zegt hij. 'Ik hoor een maar?', vragend kijkt ze hem aan. Hij knikt en kijkt weer naar zijn voeten, 'ik besef me gewoon hoe dolgelukkig het me maakt dat je nu eindelijk écht bij mij hoort. Ik kan niet zonder jou, ik wil niet zonder jou. Ik wil jou nooit meer kwijt, Eva'. Ze heeft zich een tijdje ingehouden, want ze zijn ten slotte aan het werk, op een plaats delict zelfs, maar nu neemt ze hem toch in haar armen. 'Kom hier, oliebol', fluistert ze in zijn oor, 'jij raakt mij echt niet kwijt, maak je je daar nou maar geen zorgen over. Het komt allemaal wel goed'. Als ze na een tijdje het FO binnen horen komen, beëindigen ze de omhelzing. 'Ik hou van je', snel drukt ze nog een kus op zijn mond. Ze draait zich om en loopt de kamer uit, naar beneden, het FO bijpraten. Wolfs blijft achter en glimlacht flauwtjes om het feit dat zijn vriendin zo moeiteloos omschakelt van geliefde naar rechercheur.
'Is hij al getraceerd?', vraagt Wolfs aan niemand in het bijzonder als hij de kantoortuin binnenstapt. 'Dan hadden we jullie dat uiteraard gemeld', Mechels kijkt hem licht geërgerd aan. Hij zucht diep en haalt een hand door zijn haar. Eva weet genoeg. Ook hij is geïrriteerd. 'Is er al een uitgebreide achtergrond check gedaan?', vraagt ze Romeo. Hij knikt en overhandigt haar een rapport. 'Roelien Rolfsen zit in het getuigenkamertje voor jullie', ze begrijpen de hint en lopen richting het kamertje. Als Wolfs de deur voor haar openhoudt en Eva verliefd naar hem glimlacht, kan Romeo een grijns niet onderdrukken. Een grijns die hij snel probeert te onderdrukken als hij ziet dat hun baas geïrriteerd met haar ogen rolt. De vrouw in het kamertje kijkt hen met roodgezwollen ogen aan. 'Is het echt waar?', haar stem trilt. Eva knikt, 'het spijt me mevrouw Rolfsen, gecondoleerd met uw verlies'. Ze gaan tegenover haar zitten ze schuift een doos met tissues naar haar toe. De vrouw slikt een paar keer en veegt een paar tranen weg. 'Waarmee kan ik jullie helpen?', Eva ziet een mix van woede, verdriet en radeloosheid in de ogen van de vrouw tegenover zich. 'Kunt u ons iets meer vertellen over uw zus en haar vriend, Michiel Kostijnse?', Wolfs heeft het rapport over de man in zijn schoot liggen en bladert wat. Voor zover hij kan zien, staat er niet veel nieuws in. Hij is in het verleden opgepakt voor drugsbezit en diefstal, maar dat is jaren geleden. Hij stond bekend als een kruimeldief tijdens zijn tienerjaren, maar niets wijst erop dat hij tegenwoordig, nu hij een jaar of veertig is, een doorgewinterde crimineel zou zijn. 'Heeft Michiel hier iets mee te maken?', de vrouw klinkt boos. 'Daar kunnen wij helaas niets over zeggen', legt Eva uit. 'Wat kunt u ons over hem vertellen?', vraagt Wolfs nog eens. 'Hij is een nietsnut, hij palmt je in met zijn mooie praatjes, maar uiteindelijk veroorzaakt hij alleen maar problemen. Het ging altijd hele periodes goed en dan verdween hij opeens weer om een tijdje later drugsverslaafd en blut op te duiken. Louise heeft...', de vrouw slikt en vecht zichtbaar tegen haar tranen, 'had al jaren een knipperlichtrelatie met hem. Eigenlijk sinds haar relatie met Lodewijk strandde'. 'Lodewijk?', hij kijkt haar verbouwereerd aan. Roelien knikt, ze lijkt niet te beseffen dat dit een belangrijk detail is. 'Lodewijk de Crassier?', vraagt Wolfs nog een keer. De vrouw knikt wederom, 'ja, wisten jullie dat niet?'. 'Nee, daar waren wij inderdaad niet van op de hoogte', antwoordt hij geïrriteerd. 'Het is ook al meer dan 10 jaar geleden', haalt Roelien haar schouders op. Zij vindt het duidelijk niet erg relevant. 'Hoe zijn Louise en Lodewijk uit elkaar gegaan?', Eva neemt het gesprek over, terwijl Wolfs is opgestaan en heen en weer ijsbeert. 'Nou dat was nogal een ding', vertelt ze, 'Bernard vond Louise volledig ongeschikt voor zijn enige zoon. Hij deed er alles aan om de relatie te saboteren en uiteindelijk is hem dat gelukt', de vrouw kijkt zuur. 'En hoe ging Louise daar mee om?', ze kan niet geloven dat hen deze informatie nu pas ter ore komt. 'Louise was er kapot van. Ze was net zwanger op het moment dat Lodewijk haar verliet en is uiteindelijk het kindje verloren. Van verdriet, dacht ze. Toen is ze een tijdje enorm bitter geweest, zeker toen al snel bleek dat Paulien zwanger was van Benjamin', de zus van het slachtoffer vertelt dit allemaal erg nonchalant. Iets wat zowel Wolfs als Eva in het verkeerde keelgat schiet. 'En u heeft er geen seconde aan gedacht dat dit misschien wel eens kritieke informatie zou kunnen zijn om een tienjarig kind in veiligheid te brengen?', Wolfs slaat met zijn vuist op de tafel. De vrouw haalt onverschillig haar schouders op, 'die familie heeft de mijne kapot gemaakt'. Eva schudt haar hoofd, 'het gaat om een kind', snauwt ze. Ze kan niet begrijpen dat de vrouw hier zo luchtig over doet. 'Het spijt me', ze maakt aanstalten om op te staan. 'Weet u iets over de verblijfplaats van Benjamin de Crassier?', Wolfs duwt haar redelijk hardhandig terug in haar stoel. 'Nee, natuurlijk niet. En eerlijk gezegd, kan me dat ook vrij weinig schelen. Ik wil weten wat er met mijn zus gebeurd is! Als u het niet erg vindt, ga ik nu mijn gezin op de hoogte brengen, tot ziens', boos staat de vrouw op. Als ze het kamertje uitloopt slaat Wolfs de deur woest achter haar dicht. Eva's mond is een stukje open gevallen, dit hebben ze allebei totaal niet zien aankomen.
JE LEEST
Littekens
FanfictionNa een moeilijke jeugd heeft Eva van Dongen haar leven redelijk op de rit. Ze heeft een leuke baan en een aantal goede vrienden. Uiteraard heeft ze littekens over gehouden aan wat ze allemaal heeft meegemaakt, zowel fysiek als mentaal, maar ze is ee...