9.0

612 36 6
                                    

Het is de volgende dag en als ik wakker word slaapt Amira nog. Ik loop rustig de kamer uit en zie Hicham lopen. 'He.' Zeg ik zacht. Hij geeft me enkel een knikje en loopt naar zijn kamer. Ik loop hem achterna en kijk hem vragend aan. 'Wil je mijn kamer verlaten?' Vraagt hij en doet de deken over zich heen. 'Wat is er?' Vraag ik. 'Niks wat moet er zijn?' Vraagt hij. 'Ben je boos omdat het uit is? Het was niet eens echt.' Zeg ik. 'Ik ben niet boos.' Lacht hij. 'Waarom doe je dan zo raar?' Vraag ik. 'Ik doe niets.' Zegt hij en legt zijn handen op zijn schoot. 'Je verbergt iets. Wat is het?' Vraag ik. 'Geloof me dit wil je niet weten.' Zegt hij lachend. Ik kijk hem raar aan. 'Soms word ik zo wakker.' Lacht hij en staat op. De deken valt van hem af en ik zie heel duidelijk dat hij een boner heeft. 'Gatver.' Zeg ik meteen en kijk weg. 'Juist ja, wegwezen.' Lacht hij en duwt me de kamer uit. Ik trek een vies gezicht en loop naar de badkamer. Ik probeer het vieze beeld uit mijn gedachtes te wissen en neem een douche.

Na het douchen is Amira wakker en zie ik haar bidden. Ik ben blij dat ze weer bid en dat ze weer meer doet dan alleen in bed liggen. Ik pak mijn kleren en loop naar de badkamer. Ik kleed me om en loop dan naar beneden. Beneden is er niemand. Ik loop door naar de keuken om een ontbijtje te maken. Zodra ik bijna klaar bent komt Hicham de keuken in. Ongemakkelijk kijk ik van hem weg. 'Het hoeft niet zo ongemakkelijk te zijn hoor.' Zegt hij dan. 'Ja echt wel.' Zeg ik. 'Nee echt niet. Niet weglopen ook.' Lacht hij en pakt mijn pols vast als ik wegloop. Ik trek me los en kijk hem vragend aan. 'Is gewoon normaal.' Lacht hij. Ik kijk hem misselijk aan. 'Jij gaat echt nooit trouwen he.' Lacht hij. 'Nee mannen zijn poep.' Zeg ik en rol met mijn ogen. 'Wie zegt dat alle mannen hetzelfde zijn?' Vraagt hij. 'Ik hoef geen man, klaar.' Zeg ik en duw hem weg. 'Ook lelijke mensen zoals jij vinden iemand.' Zegt hij en omhelst me overdreven. 'Wazebbi ga van me af!' Zeg ik en duw hem weg. Hij moet hard lachen en neemt afstand. Amira loopt de keuken in en houdt haar gezicht naar de grond toe gericht. 'Goed dat je er bent. Hicham hier zei net dat hij ons wilde trakteren op kleding.' Zeg ik dan. Amira kijkt mij aan en dan Hicham. 'Toch?' Vraag ik en knijp Hicham stiekem in zijn rug. 'Ja. Ja heel graag.' Zegt hij en neemt afstand van me. 'Ga je mee?' Vraag ik. 'Ja is goed.' Zegt ze zachtjes. Ik glimlach tevreden. 'Top.' Gromt Hicham en loopt de keuken uit. 'Cool, oke kijk is ons ontbijt.' Zeg ik en pak het eten.

Eenmaal in de stad aangekomen lopen we een rondje. In de winkel stoppen we bij de kinderkleding. Ik duw Hicham vooruit. Hij kijkt me kort aan en rolt met zijn ogen. 'Kijk hoe lief.' Zegt hij dan en pakt een random kinderjurkje. 'Vind je dat?' Vraagt Amira zachtjes en gaat erbij staan. 'Kijk deze dan.' Zeg ik en pak een tijgerpakje. 'Echt schattig zo klein.' Zegt Hicham en laat zijn hand rusten op mijn onderrug. Ik negeer het en kijk naar Amira. Ze glimlacht. Ik kijk naar Hicham. Hij kijkt me aan en rolt met zijn ogen. Ik duw hem van me weg en kijk verder.

'Ik weet dat je zwanger bent trouwens. En waag het niet Yasmina te beschuldigen, ik kwam er zelf achter.' Zegt Hicham als we bij de auto staan. Ik kijk bang naar Amira. 'Je gaat een goede mama worden. Maak je geen zorgen.' Zegt hij en omhelst haar. Hicham kijkt me aan en rolt met zijn ogen, omdat ik ze blij aanstaar. Na even laten ze elkaar los en stapt Amira in. 'Schattig. Je bent heel schattig.' Zeg ik en stap zelf ook in. In de auto kijkt Hicham me chagrijnig aan en rijdt weg.

'Ga je mee of blijf je hier?' Vraagt Hicham aan Amira. 'Ik blijf wel hier.' Zegt ze zacht. Hicham loopt naar mijn huis en ik knuffel Amira. Ik loop achter Hicham aan naar binnen en leg mijn schoenen weg. Ik ga op de trap zitten terwijl ze een praatje houden. Gapend sta ik op als ze eindelijk gedag hebben gezegd en mijn moeder naar binnen loopt. 'Jaloers.' Lacht Hicham. Ik rol met mijn ogen. 'Het was lief wat je zei daarnet.' Zeg ik serieus. 'Hou op.' Lacht hij. 'Ik meen het. Goed gedaan.' Zeg ik lachend. 'Ik moet morgen de halve dag werken. Zin om mee te gaan? Daarna wat te doen ofzo. Als je wilt.' Stelt hij voor. 'Waarom?' Vraag ik lachend. 'Never mind.' Zegt hij lacherig. 'Sure ik ga wel mee. App me hoe laat bro. Later.' Zeg ik. 'Dag.' Lacht hij en loopt weg. Ik sluit de deur en loop de woonkamer in. 'Hoe is het met Amira?' Vraagt mijn moeder. 'Beter. Steeds beter.' Zeg ik en plof naast haar op de bank neer. Ik kijk naar de televisie waarop Jamal Fortnite zit te spelen. 'Mag ik ook?' Vraag ik. 'Ja hierna ik ben aan het winnen.' Zegt hij afwezig.

Na enkele potjes op de PlayStation help ik mee met koken en eten we met ze alle. Dan neem ik een lekkere douche, bid het gebed en plof in bed neer. Daar lees ik nog wat dingen van school door en kijk dan een film tot ik in slaap val.

Love u like a friendWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu