4 - Beschermende vleugels

57 4 0
                                    

Diaval was onder de indruk van de moed van het jonge meisje dat helemaal in haar eentje de Moren introk. Maleficent ook. Hij zag het aan de manier waarop ze naar het meisje keek, alsof ze naar een jongere versie van zichzelf keek.

Vreemd genoeg kreeg hij ook een opmerkelijk gevoel in zijn maag wanneer zijn ogen haar volgden. Hij ervoer een hevige drang om haar te beschermen, want zijn dierlijke instinct vertelde hem dat de jonge vrouw in gevaar was, maar zich daar allerminst van bewust was.

'Je wilt met haar meegaan, is het niet?' vroeg Maleficent hem op een dag. Hij had net een stoofpot bereid, maar zijn gedachten waren inderdaad bij de jonge vrouw geweest.

Diaval wist niet of het verstandig was om eerlijk te antwoorden. Hij was Maleficent zijn leven verschuldigd en wist niet hoe ze ertegenaan zou kijken als hij haar zou verlaten om een andere vrouw in het oog te houden. Maleficent had hem nodig, al gaf ze dat liever niet toe. Ze was in zichzelf gekeerd, maar vreesde de eenzaamheid.

Maleficent behoefde geen antwoord: ze had haar eigen conclusies al getrokken en wist dat die juist waren.

'Waarom intrigeert ze je zo?'

'Ze intrigeert jou ook,' kaatste hij terug.

Een zweem van een glimlach was zichtbaar op haar gezicht. 'Op een andere manier, zo durf ik te stellen. Ze herinnert me aan mijn jonge jaren, maar ik kan me niet voorstellen dat dat ook voor jou geldt. Ze lijkt niet bepaald op een raaf.'

Diaval voelde zijn wangen gloeien en voor hij het wist, was hij in weer in een raaf veranderd. Het kwam niet vaak voor dat zijn hersenen besloten dat hij liever in een vogel veranderde en ook Maleficent trok haar wenkbrauwen in verbazing op.

Ze liep naar de ketel toe en schept een kom vol. Ze schoof een schaal pinda's naar hem toe, waar hij gretig uit begon te pikken, hopend dat zijn vreemde omschakeling haar geen reden gaf om er verder over uit te wijden.

'Ik vind het een goed idee als je haar in de gaten houdt,' zei Maleficent tot zijn grote verbazing. Hij schrok door die woorden en verslikte zich in de pinda. Een schrapend geluid ontsnapte zijn snavel, maar uiteindelijk zakte de pinda naar beneden.

'Ik ben zelf ook wel benieuwd of ze haar vader zal vinden. Ik kan het me niet voorstellen, eerlijk gezegd. Het prikkelt mijn nieuwsgierigheid om te zien hoelang ze zal blijven zoeken.'

Diaval zei niets. Dat kon hij immers op dit moment niet. Hij pikte nog een paar pinda's uit het schaaltje, sprong op en landde op Maleficents schouder. Haar koude vingers gleden over zijn verenkleed en hij draaide even zijn kopje om haar aan te kunnen kijken. Met een ernstige, doch kleine glimlach gaf ze een klein knikje.

'Breng me verslag uit.'

Diaval kraste, waarop hij klapwiekend opsteeg en algauw hoogte won. Niet lang daarna scheerde hij langs de boomtoppen, hopend dat hij nog een spoor van Alesana zou kunnen oppikken.

Toen de nacht aanbrak, had hij haar nog niet gevonden. Hij zocht een beschutte plaats bij een rotswand en keerde daar terug naar zijn menselijke gedaante, waarin hij zich toch veiliger voelde. Zo zou hij in ieder geval niet in de bek van een vos belanden. Hopelijk had hij morgen weer geluk.

De angst dat hij te laat was en ze allang haar dood had gevonden, bleef de hele nacht aan hem knagen, waardoor hij nauwelijks uitgerust was toen de zon de volgende ochtend boven de boomtoppen rees.

Bovendien was Diaval er ook nog niet helemaal over uit wat hij zou doen als hij haar vond. Zou hij als een onopvallende vogel tussen de takken blijven zitten en de omgeving voor haar in de gaten houden? Of zou hij zich meteen aan haar tonen, zodat ze niet de indruk kreeg dat ze begluurd werd?

Hij wist niet hoe ze zou reageren op het feit dat hij eigenlijk een betoverde vogel was. Misschien moest ze wel niets van hem hebben. Mensen hadden het immers nooit zo erg met magie op.

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu