De mannen kwamen dichterbij. Ze hadden zwaarden in hun handen, die niet zo netjes gepoetst waren als die van de stadswachten. Er zat vuil op, alsof ze weken buiten in het gras hadden gelegen. De rode kleur die hen in het begin getypeerd had, was verdwenen. Het waren gewone mannen, die uit haar dorp hadden kunnen komen. Hun haren waren onverzorgd lang, hun kleding gerafeld en op meerdere plaatsen versteld. Uiterlijke verzorging leek voor hun van geen belang, waardoor hun grijnzen er nog angstaanjagender uitzagen.
Haar boog beefde. Ze probeerde haar hand stil te houden en zich te vermannen. De overmacht was echter zo groot dat ze wist dat ze zich hier niet uit kon vechten. Ze had de hulp van Diaval en Raaf nodig en beiden lieten zich niet zien. Hadden zij al een krachtmeting met deze mannen doorstaan?
'Wie zijn jullie? Wat willen jullie?' Haar ogen schoten van man tot man. Ze wist niet wie van hen ze aan moest kijken.
'Laat je wapen maar zakken, meisje. We doen je niets,' sprak de man die het dichtst bij haar was. Zijn baard was net zo woest als het bruine haar dat zijn hoofd bedekte. Ze zag zijn lippen niet eens bewegen. Zijn onstuimige, roodbruine ogen waren daarentegen niet te missen. Ze gleden gretig over haar lichaam en Alesana probeerde zichzelf te overtuigen dat haar eigen angst die illusie creëerde.
Ze peinsde er niet over om haar pijl te laten zakken, al durfde ze hem ook niet af te vuren. Waarschijnlijk vond ze de moed om iets te doen pas als iemand haar aanraakte. Hopelijk waren haar pijl en boog genoeg om dat te voorkomen.
'Misschien kan ze ons niet verstaan,' opperde een van de andere mannen. Hij was jonger dan zijn metgezel en zijn blik was op de punt van haar pijl gefixeerd.
'Niet dichterbij komen,' waarschuwde ze. 'Anders schiet ik!'
'Je kunt ons niet allemaal tegelijk neerschieten. Wees verstandig, meisje. We willen gewoon met je praten.'
'Met zoveel wapens?' Haar wantrouwende antwoord had haar lippen verlaten voordat ze er erg in hand. De man antwoordde niet. Hij keek haar recht in de ogen en ze werd er nog nerveuzer door. Plotselinge lichtflitsen benamen haar de adem. Kreeg haar paniek de overhand? Zou ze straks flauwvallen?
De man deed nog een stap dichterbij. Een rode flits doorkliefde haar blikveld, gevolgd door een groene. Haar maag kromp samen van angst. Geen van de mannen reageerden op de flitsen. Zat het dan echt in haar hoofd?
Er viel iets op haar schoen. Met een schok constateerde ze dat ze haar pijl had laten vallen. Ze voelde zich bedwelmd, alsof een onzichtbare mist uit de grond was opgestegen en ze zijn gif nietsvermoedend inademde.
De man strekte zijn hand uit, legde die tegen haar wang. Rillingen gleden door haar heen. Ze was zo verbouwereerd dat ze zich niet kon verroeren.
'Die ogen,' stamelde hij. 'Ze hadden gelijk.'
Lichtflitsen. Blauw, oranje, geel. Ze volgden elkaar steeds sneller op.
'Blijf bij mij vandaan,' antwoordde ze met een stelligheid die haar verbaasde. Het was alsof iemand anders de woorden uitsprak.
'Zelfs als ik dat zou willen... kon ik het niet.'
De man trok zijn hand terug. Slechts een kort ogenblik was haar huid vrij, totdat hij het lemmet van een mes ertegenaan legde. De angst zwol aan. Ze wilde gillen, maar er kwam geen klank over haar lippen.
Kleuren explodeerden, ze kon het gezicht van de man niet eens meer zien. Ze wilde haar ogen dichtknijpen, de absurde kleurenregen laten verdwijnen. Het lukte niet.
Langzaam vervaagden de kleuren weer, alsof ze door een hoosbui werden weggewassen. De punt van het mes had zich niet verroerd, duwde vlak onder haar oog nog steeds tegen haar huid.
Haar zicht werd scherper. Doch, wat ze toen zag was zo schokkend dat ze haar boog ook liet vallen. Twee ogen staarden haar nog steeds aan, al hadden ze hun kleur verloren. De wilde haardos van de man had zich tot een eenheid verkleefd en ze kon er dwars doorheen kijken. Daar zag ze dat de andere mannen net zo verbijsterd waren als zij. Behoedzaam stapten ze naar achteren, weg van de hoofdman die voor hun ogen in glas was veranderd.
JE LEEST
Hunters ✔ [Nederlandse versie]
FantastikDe vader van Alesana verdwijnt als er een klopjacht op Maleficent wordt geopend. Ze verlaat haar veilige thuishaven en vindt een doorgang naar de gevreesde Moren, een plek die toch niet zo duivels is als de wereld haar heeft doen geloven. Ondanks al...