Roran leidde haar af door vragen te stellen over de Moren. Hij herinnerde zich niets meer over zijn tocht en Alesana beantwoordde zijn vragen maar al te graag. Enerzijds omdat hij nog een verkeerde, vijandige indruk van dit gebied had. Anderzijds hoopte ze dat hij zich zo dingen zou gaan herinneren.
Ze twijfelde of ze ook over haar moeder moest vertellen. De Roran die ze nu tegenover haar stond, was onberekenbaar. Ze wilde graag geloven dat hij dezelfde was als vroeger en behalve uit voorzorgsmaatregelen had ze ook geen redenen om aan te nemen dat dat niet zo was, maar niemand wist wat voor effect dat glas op hem had gehad. Misschien kwam er wel een moment dat hij op wraak zon of dat hij in handen van wezens viel die niet zachtzinnig met hem omgingen om antwoorden uit hem te krijgen. Zoals de Grimm.
Hem leugens op de mouw spelden wilde ze echter ook niet en ze was opgelucht toen Diaval terugkeerde voordat ze genoodzaakt was om over het Hart te spreken.
'Is het gelukt?' vroeg Alesana. Haar stem trilde.
Hij knikte en keek haar daarna strak, bijna intimiderend, aan. 'Om je vader straks te lokaliseren hebben we jouw zicht nodig. Je warmtezicht.'
Alesana beet op haar lip. Meestal waren die rode vlekken er alleen als een soort verdedigingsmechanisme, of als ze bang was. Ze vond het niet fijn om al die rode vormen te zien, het herinnerde haar aan de keren dat ze mensen in glas had veranderd. Een rilling kroop langs haar ruggengraat. Wat als ik mijn vader straks in glas verander?
Diaval raakte haar wang aan. 'Niet doen, Alesana. Heb vertrouwen in jezelf.'
Haar mond zakte een stukje open. Al vaker had ze zich afgevraagd of hij haar gedachten kon lezen. 'Hoe weet je toch altijd wat ik denk?'
Hij glimlachte teder. 'Jouw gezicht drukt zo veel uit.'
Alesana voelde zich er iets geruster op. Ze glimlachte terug, ietwat beverig nog steeds.
'Je moet je vader straks lokaliseren,' herhaalde Diaval zacht. 'Hij is het enige mens in het kamp. We kunnen niet rond gaan dwalen in de hoop hem toevallig tegen te komen. De Grimm zullen in paniek zijn, maar zodra ze een van ons zien, zullen ze weten dat het een list is.'
'Laat mij dan gaan,' drong Roran aan. 'Mij kennen ze niet.'
'Niet in deze versie, van bloed en vlees,' beaamde Diaval.
Een rilling schoot door haar lijf. Het was niet gemeen bedoeld, maar toch dook het schuldgevoel boven op haar als een roofvogel op een weerloze prooi.
'Ik zal je schaduwen,' beloofde Diaval.
'En ik?' verzuchtte Alesana.
'Jij moet je erbuiten houden.' Diaval pakte haar hand. 'Ik weet dat dit jouw strijd is, maar jouw moeder of jij bent de reden dat ze je vader gevangenhouden. We kunnen niet het risico nemen dat we je vader bevrijden en dat ze hem nadien voor jou blijken te hebben verruild.'
Het voelde niet goed om op afstand te blijven terwijl haar metgezellen zich in een mogelijk gevecht mengden. Toch begreep ze dat Diaval gelijk had.
'Ben je het ermee eens?'
Alesana haalde diep adem, maar knikte toen. Nog steeds wist ze niet hoe Diaval de chaos wilde veroorzaken. Voordat ze ernaar kon vragen, schoot iets anders haar te binnen.
'Neem mijn rugzak mee als jullie hem zien. Misschien zit het Wensdiertje daar nog in.'
De kans achtte ze niet erg groot, maar ze konden moeilijk het hele terrein afstruinen naar een onzichtbaar diertje.
'Natuurlijk.'
Alesana voelde zich er niet geruster op toen Diaval aandrong dat ze naar het kamp moesten gaan. Er kon zo veel fout gaan – dat zag ze eerder gebeuren dan dat alles volgens plan ging. Welk plan dan ook. Voor haar gevoel waren er alleen maar onzekere factoren en hoewel ze wist dat ze zich in Diavals plan moest berustte, slaagde ze er niet in om er volledig op te vertrouwen, hoe beschamend dat het ook was.
JE LEEST
Hunters ✔ [Nederlandse versie]
FantasyDe vader van Alesana verdwijnt als er een klopjacht op Maleficent wordt geopend. Ze verlaat haar veilige thuishaven en vindt een doorgang naar de gevreesde Moren, een plek die toch niet zo duivels is als de wereld haar heeft doen geloven. Ondanks al...