27 - Een betoverend lied

26 2 0
                                    

Diaval slaakte een zucht. 'Het zijn slechts geruchten die ik ken. Ze wordt de hoedster van het woud genoemd, maar ik heb haar nooit gezien en ik ken ook niemand die dat wel heeft gedaan.'

'Zelfs Maleficent niet?' vroeg Alesana met enige argwaan.

Diaval haalde zijn schouders op. 'Het zal me niet verbazen als het wel zo blijkt te zijn, maar ze heeft er nooit iets over gezegd.'

Alesana dacht over zijn woorden na. Een merkwaardig gevoel zwol in haar op. Zijn er echt meer mensen als ik? Wie dan? Hoe hebben zij hun krachten verkregen? Hoopvol nam ze Diavals gezicht in zich op, maar hij liet verder niets los.

'De kans dat ze werkelijk bestaat is gering. Je kunt je aandacht beter richten op het vinden van je vader en een middel om Roran naar zijn oude staat terug te brengen dan dat je naar een hersenspinsel op zoek gaat. Wie weet kunnen we dat later doen.' Er verscheen een rode blos op zijn wangen. 'Als je nog eens terug wilt, ofzo.'

Hij keek een andere kant uit. Alesana nam zijn ongemak automatisch over. Ze was aan Diaval gehecht geraakt, in welke vorm dan ook. Ze kon zich niet zo goed voorstellen dat er straks een moment kwam waarop ze afscheid van elkaar zouden nemen.

'Laten we vertrekken,' mompelde Diaval.

Alesana knikte opgelaten. Ze keek om zich heen om de Grimm te lokaliseren, maar die was nergens te bekennen. Ze wist niet of ze dat erg vond of niet. Ze vertrouwde hem niet, dat leed geen twijfel. Toch vond ze het prettiger als ze wist waar hij uithing. Er was een reden waarom hij met hen mee wilde reizen en dat werkte haar op de zenuwen. Ze geloofde niet dat hij echt hulpvaardig wilde zijn. Er was iets anders...

Ze reisden twee dagen lang langs valleien, totdat ze een rivier tegenkwamen die ze herkende uit het visioen. Haar hart bonsde in haar keel van opwinding en er was een glimlach rond haar lippen die niet weg te krijgen was.

De Grimm was ook weer terug. Ze waren nog maar net onderweg geweest toen hij zich weer bij hen voegde. Alesana bleef zo dicht mogelijk bij Diaval in de buurt. Hij kon niet zo lang lopen als zij en veranderde zo nu en dan in een raaf, waarbij hij op haar schouder zat. Langzaam was ze aan zijn verschijningen gewend geraakt en ze nam het hem niet meer kwalijk dat hij zijn identiteit geheim had gehouden.

'Kijk, daar is zo'n zilveren vogel!'

Ze bleef staan en wees enthousiast naar de overzijde van de rivier, waar de vogel zat. Het deed haar denken aan een lijster die door vloeibaar zilver had gerold. 'Wat is hij mooi!'

Diaval kon haar niet in woorden antwoorden, maar hij kraste naar de vogel en het dier vloog op en ging op haar andere schouder zitten. Met trillende vingers van opwinding streelde ze de vacht van de vogel. 'Wat bijzonder.'

Ze wist zeker dat weinig andere mensen deze vogels hadden gezien. En dat was maar goed ook, ze vermoedde dat er genoeg stropers waren die deze prachtige wezen wilden opzetten. In alles wat glom zagen zij een goudmijn.

De vogel zette een lied in. De melodie die hij voortbracht deed haar huiveren. Ze kon er uren naar luisteren, het voelde als een betovering. Kippenvel was op haar hele lichaam aanwezig, het leek alsof de haartjes op haar armen en benen met een strijkstok werden bestreken.

Als in trance liep ze verder. Pas toen de vogel opvloog en hen verliet, merkte Alesana dat Diaval weer in een mens was veranderd en haar hand vasthield. Hij draaide zijn hoofd opzij toen de betovering ook hem had verlaten en de schrik was zichtbaar in zijn ogen.

'Sorry,' murmelde hij aarzelend, alsof hij er eigenlijk niet zeker van was dat híj degene was geweest die voor de verstrengeling van hun vingers had gezorgd. 'Ik...'

Hij staakte zijn zin toen er een kraai op zijn schouder landde, die luid kraste. Diavals ogen groeiden van ongeloof en Alesana's hart roffelde in haar borst, fanatieker bij ieder ogenblik dat verstreek. Ze duwde haar hand tegen haar borstbeen alsof ze zichzelf daarmee kon kalmeren, maar hield haar blik op Diaval gericht.

Ze hield haar adem in toen zijn lippen van elkaar gingen. Er ging iets belangrijks komen, dat wist ze zeker.

'Je vader is gevonden. Hij is...'

Opnieuwwerd hij onderbroken, ditmaal door de Grimm die vanuit het niets achter hemstond en hem naar achteren duwde, zodat hij in de rivier tuimelde.  

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu