32 - Rust

20 3 0
                                    

'Het geeft niet,' mompelde Alesana, al kon ze haar teleurstelling niet helemaal wegdrukken. Ze was zo dichtbij geweest! Waarom had de Grimm verijdeld dat Diaval onthulde waar haar vader was? Wist hij dat al die tijd al?

'Laten we verder lopen, de spelonk kan niet ver meer zijn. Dan kun we daarna zorgen dat Roran terug verandert en op zoek gaan naar je vader en het Wensdiertje.'

Alesana stemde ermee in, al vond ze het moeilijk om dat arme beestje nu in de steek te laten. De Grimm kon er nooit goede bedoelingen mee hebben. Toch vond ze het belangrijker dat Roran terugkwam, ook al voelde ze zich schuldig door die gedachte.

'Vlieg jij naar de overkant?'

Bij wijze van antwoord nam Diaval zijn dierengedaante aan. Alesana stapte terug het water in. Nu de spanning omtrent Diaval een beetje was weggeëbd, merkte ze dat ze het behoorlijk koud had. Misschien was het verstandiger om eerst een vuurtje te maken zodat haar kleren konden drogen, voordat ze ziek werd. Al was ze haar reservekleren ook kwijt. Ze had niets meer.

Klappertandend bereikte ze de overkant. Daar legde ze haar gedachten aan Diaval voor.

'Ik denk dat je beter kunt opwarmen. Eerlijk gezegd vind ik het ook niet erg om eerst te pauzeren. Ik heb er een flinke hoofdpijn aan overgehouden.'

Ze sprokkelden wat hout dat Diaval aanstak. Alesana wist dat ze beter haar jurk kon uittrekken, maar dat durfde ze niet bij Diaval in de buurt. Ook niet met de wetenschap dat hij misschien wel haar ware liefde was. Hem wegsturen kon ze evenmin, dus ging ze zo dicht bij het vuur zitten dat het eigenlijk onprettig was.

. . .

Alesana schrok wakker. Verwilderd keek ze om zich heen. Wat had haar wakker gemaakt? Een vreemd geluid? Een onheilspellende aanwezigheid? Ze ging rechtop zitten en spitste haar oren. Haar jurk voelde nog klam tegen haar huid, maar hij was lang niet meer zo drijfnat als een paar uur geleden. Ze zag noch hoorde iets. Misschien was het gewoon haar instinct geweest? Ze keek naar Diaval, die vlak naast haar lag te slapen. Ze wist niet wie de wacht had moeten houden. Blijkbaar waren ze beiden uitgeput en hadden ze hun ogen niet open kunnen houden.

Ze pakte een stok en pookte het vuur wat hoger. De rest van de nacht moest ze wakker blijven, zodat Diaval op krachten kon komen. Een verblijf in een schemerwereld kon niet anders dan uitputtend zijn.

Alesana keek naar zijn slapende gezicht, waar de vlammen veranderende schaduwen over wierpen. De vreemde littekens in zijn nek werden erdoor belicht en Alesana weerstond de neiging om de vertakkingen met haar vinger te volgen. Ze schoof iets naar achteren zodat de kans dat ze zichzelf er niet van kon weerhouden verdween en keek een andere kant uit. De lucht kleurde alweer wat lichter. Het duurde vast niet lang meer voordat de zon zich liet zien.

Nog voordat de zon op was, werd Diaval wakker. 'Ik dacht al dat ik wat lekkers rook.'

Hij keek smachtend naar de vis die ze had geroosterd. Alesana glimlachte. Het waren de zilveren vogels geweest die ze voor haar hadden gevangen. Het maakte haar iets geruster. Zij waakten over hen. Ze was op de goede weg.

Nadat ze de vissen hadden verorberd doofden ze het kampvuur en trokken ze verder langs de rivier. Links van hen werd het terrein steeds steiler. Het klopte precies met het visioen die het Wensdiertje haar had laten zien. Haar hart bonsde verwachtingsvol in haar borstkas. Ze wist dat ze een spelonk moest zoeken, maar wat zou ze daar aantreffen? Het licht dat ze de vorige keer had gezien, had haar ogen haast verschroeid!

Ze klommen met de oever mee omhoog. Alesana hield haar blik op de bergwand gericht. De contouren kwamen haar bekend voor, alsof ze hier al duizend keer had langs gelopen. De spleet in de bergen was ook niet te missen. Ze greep zonder erbij na te denken Diavals hand vast. 'Daar.' Met haar vrije hand wees ze naar de overzijde. 'Daar is het.'

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu