23 - Twijfels en stellige woorden

22 3 0
                                    

Diaval schudde zijn hoofd. 'Het spijt me, Alesana. Dat kan ik niet.'

Alesana staarde hem onthutst aan. 'Maar... ik wil het.'

Ze beet op de binnenkant van haar wang. Ze wist helemaal niet of ze dat echt wilde en zo klonk het evenmin.

'Je kunt nu niet helder nadenken. Je voelt je bedrogen en dat snap ik, maar ik ga je niet in de steek laten. Ik weet hoe eenzaam je je hebt gevoeld en het spijt me dat ik je niet eerder vertelde dat ik twee gedaanten kon aannemen, maar ik was bang voor je reactie. En je bent ook geschrokken, dus geheel onnodig was het niet.'

Alesana onderdrukte een zucht. Ze wilde alleen zijn en nadenken, maar diep vanbinnen wist ze dat Diaval het bij het rechte eind had. Verschillende wezens vielen haar aan en hij was haar meer dan eens te hulp gekomen. In haar eentje zou ze nooit haar vader vinden.

Ze keek even naar de Grimm, die geen aanstalten maakte om weg te gaan. Hij had een geamuseerde grijns om zijn lippen, alsof hij hun woordenwisseling zeer vermakelijk vond. De paardenman staarde haar brutaal aan, alsof hij haar wilde uitdagen hem weg te sturen.

Waarschijnlijk weigerde hij, zoals Diaval had gedaan.

Toch richtte ze het woord tot de Grimm. Misschien kon hij, ondanks zijn onaangename uiterlijk, wel iets voor haar betekenen. 'Ik ben op zoek naar mijn vader. Denk je dat je mij daarbij kunt helpen?'

Zijn heldere ogen hielden haar blik gevangen. 'En wat krijg ik daarvoor terug?'

Alesana haalde haar schouders op. Ze kende deze wezens niet. Hoe kon zij weten waar zij naar verlangden? 'Wat wil je ervoor terug?'

Hij draaide zijn hoofd naar Diaval en daarna weer terug naar haar. 'Ik wil dat je het vogelmens achterlaat en mijn hulp aanvaardt.'

Alesana kreeg het benauwd van de gedachte alleen met de Grimm te moeten zijn. Ze voelde zich schuldig omdat ze zijn eis alleen al overwoog. 'Hij zal me niet met rust laten. Dat heb je net gehoord.'

'Dan zullen we ervoor moeten zorgen dat –'
'Kunnen we ophouden met dit gedoe?' onderbrak Diaval de Grimm kregelig. 'Alesana verkeert in levensgevaar. Ik wijk niet van haar zijde – dat heb ik nooit gedaan en dat zal ik ook nooit doen. We verdoen onze tijd hier, we moeten uitzoeken wie er achter haar aanzitten en waarom ze dat doen. Daarnaast moeten we óók nog haar vader zien te vinden. Genoeg te doen voor drie man, dus!'

Hij wierp een boze blik op de Grimm, die nonchalant schokschouderde.

Alesana liet haar schouders hangen. Plotseling verlangde ze erg naar Maud en Roran. Ze had erop gestaan dat zij niet met haar meegingen en dit waren de reisgenoten die ze ervoor terugkreeg. Hoe zou alles verlopen zijn als haar vrienden aan haar zijde waren geweest? Had ze zich dan minder moedeloos gevoeld? Zou een van hen omgekomen zijn?

Ze wierp een schichtige blik op Diaval. Hij had erg stellig geklonken. Waarom wilde hij haar zo graag beschermen? Waar had ze dat aan verdiend? Keer op keer waagde hij zijn leven voor haar.

Opeens besefte ze dat ze graag even alleen met hem zou willen zijn, zodat ze een gesprek konden voeren die helderheid gaf in plaats van meer vragen opleverde. Diavals woorden hadden echter op haast aangedrongen en de Grimm leek ook niet van plan om te vertrekken. Alesana had het gevoel alsof hij haar spanning voelde en het prachtig vond. Het was zo'n type dat de ellende en de onzekerheid van anderen als zeer vermakelijk beschouwde. Toch oogde hij sterk en zelfverzekerd. En dat hadden ze nodig.

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu