De duisternis was gevallen. Alesana tuurde door het raam naar buiten, hopend een glimp van haar vader op te vangen. De pannen stonden al op tafel, de borden waren gereed om gevuld te worden. De glazen waren gevuld met water en het enige dat nog ontbrak, was de man des huizes.
Vier dagen geleden was haar vader er 's ochtends vroeg op uit getrokken om naar de Moren te rijden, samen met zijn strijdmakkers. De schaduw van Maleficent werd steeds dreigender en de koning had het bevel gegeven om er voor eens en altijd een einde aan te maken.
Enkele uren geleden was het nieuws van de terugkeer van de mannen als een lopend vuurtje door de stad gegaan en ook Alesana had de woorden van een opgewonden koopman opgevangen. Enkele soldaten waren erin geslaagd om een doorgang te vinden door de ogenschijnlijk ondoordringbare muur van stekelplanten en dikke boomstammen. Ze hadden Maleficent gevonden en haar vermoord. Het gevaar was eindelijk geweken.
Maar waarom was vader dan nog niet thuis? Als hij gesneuveld was zouden de mannen haar dat toch verteld hebben? Ze leunde tegen de vensterbank, terwijl ze naar de lichtjes in de verte keek, toebehorend aan andere huisjes waar vaders en zoons wel waren teruggekeerd. Ze benijdde hen, maar probeerde niet op te geven. Er bestonden talloze redenen waarom haar vader te laat was. Misschien was het wel zijn hand geweest die Maleficent had gedood!
De gedachte dat haar vader een moordenaar zou zijn, gaf haar een vreemd gevoel. Natuurlijk was Maleficent hun vijand geweest: het monster was het paleis van de koning binnengevallen en had de pasgeboren prinses vervloekt! Ze verdiende niets dan de dood, maar toch vreesde ze dat het nemen van een leven niet zonder gevolgen gepaard ging. Het was niet aan de mens om het leven van een ander te nemen: het was onnatuurlijk en de geest van de mens was niet uitgerust om zo een last te kunnen dragen.
Alesana stapte terug van het raam, verwonderd over haar bizarre gedachten. Er was geen enkele reden om aan te nemen dat het haar vader was die het monster had gedood. Dan zouden ze haar wel gehaald hebben voor een koninklijk banket, nietwaar?
. . .
Met een bezorgd gezicht gooide Alesana de volgende ochtend de maaltijd weg die ze voor haar vader had bereid. Ze schrobde de pannen schoon en borg het ongebruikte bord weer op in de kast. Er was nog steeds geen spoor van haar vader te bekennen.
Ze sloeg haar mantel om en verliet het huisje, op weg naar Maud. Maud was al jaren haar beste vriendin en het meisje wist alles van haar. Ze had haar zelfs over de dromen verteld, maar Maud was zo nuchter als een kalf. Ze had gezegd dat ze wenste ook eens haar dromen te herinneren en dat het haar prachtig leek om zoveel mee te maken; om zo toch een beetje van de vrijheid te proeven die ze soms miste.
'Alesana!' lachte Maud haar toe, zodra ze de deur voor haar vriendin had geopend. De lach verdween zodra ze Alesana's afgetobde gezicht zag.
'Wat is er aan de hand? Kom gauw binnen!'
Ze loosde haar door de gang en duwde haar letterlijk in de bank. Met een ernstig gezicht ging ze tegenover haar zitten.
'Mijn vader is gisteren niet teruggekomen,' zuchtte ze. 'Jouw vader en broer wel?'
Maud knikte. 'Roran!' riep ze. 'Kom eens hier!'
Enkele ogenblikken later verscheen Roran in de kamer. Hij knikte Alesana ongemakkelijk gedag en Alesana bestuurde al even gegeneerd haar handen. Het was al een paar maanden geleden dat ze uit elkaar waren gegaan, maar ze hadden nog niet echt ondervonden hoe ze zich in elkaars bijzijn moesten gedragen.
'Alesana's vader is gisteren niet teruggekomen. Heb je niets van hem vernomen?'
Ze keken elkaar voorzichtig aan. Tot haar teleurstelling schudde Roran zijn hoofd.
'Nee. Ik heb hem een dag of twee geleden nog gezien.' Hij keek haar een beetje verloren aan. 'Maar als hij zou zijn gestorven, dan zou ik dat hebben geweten.'
Alesana wendde haar blik weer af. 'Maar waar is hij dan?'
'Ik heb geen flauw idee, Alesana. Ik heb echt geen flauw idee.'
JE LEEST
Hunters ✔ [Nederlandse versie]
FantasíaDe vader van Alesana verdwijnt als er een klopjacht op Maleficent wordt geopend. Ze verlaat haar veilige thuishaven en vindt een doorgang naar de gevreesde Moren, een plek die toch niet zo duivels is als de wereld haar heeft doen geloven. Ondanks al...