48 - Bloedrode wolken

18 1 0
                                    

De zenuwen slopen eerst door haar lichaam, maar inmiddels raasden ze rond als een tornado. Ze werd er licht in het hoofd van.

De nacht was gevallen. Ze hadden zich achter een dikke boom verscholen met dichte struiken eromheen. Als ze langs de bast gluurde kon ze het kamp zien. Her en der waren vuurtjes verspreid en ze hoorde het gemompel van diepe stemmen.

Alesana was bang dat ze te dichtbij waren gaan zitten. De Grimm waren geen mensen, ze waren deels dierlijk en hoewel hun gezicht menselijk was, vreesde ze toch dat ze een beter ontwikkelde reuk hadden.

Diavals vingers die over de rug van haar hand streken, leidden haar even af. Ze keek opzij.

'Het komt goed,' sprak hij geluidloos.

Alesana probeerde te glimlachen, maar haar lippen beefden.

. . .

De spieren in haar benen begonnen te zeuren omdat ze al zo'n lange tijd stond. De vraag wat ze hier nou eigenlijk deden moest ze steeds harder onderdrukken. Zich op dit moment in een discussie laten meevoeren, zo dicht bij het kamp van de Grimm, was het stomste wat ze kon doen.

Ze overwoog net om te gaan zitten toen Diaval haar aanstootte en omhoog wees. Op slag was alle vermoeidheid uit haar lijf verdwenen. Ze volgde zijn vinger en sperde haar ogen open toen een donkerrode wolk kwam aandrijven en boven het kamp stil bleef hangen. De temperatuur leek op slag tien graden te dalen en de wind die kwam opzetten, deed haar huiveren.

Hoe heeft Diaval dat in vredesnaam voor elkaar gekregen?

Alesana kon haar ogen niet van de dreigende, bloedrode wolk afnemen. Hij leek te ademen, alsof hij iets levends was. Vastberaden om een volk te vernietigen.

Het was duidelijk niet alleen Alesana die zo'n redenatie maakte. Schrille stemgeluiden stegen op, paniekerig geroep. Ze gluurde om de boom heen. De Grimm staarden naar boven en stoven daarna uiteen.

Alesana kon haar ogen niet geloven. Ging het echt zo gemakkelijk?

'Snel,' siste Diaval en hij tikte Roran aan, die verbouwereerd naar hem staarde. 'De voorspelling luidt dat de bloedregen hun vlees zal wegteren. Zodra ze vermoeden dat het niet gaat regenen, keren ze vast terug. Alesana, waar is je vader?'

Alesana hapte naar adem. Ze was helemaal vergeten wat haar opdracht was. Het was al weer zo een tijd geleden dat ze dat zicht had gebruikt dat ze zich niet kon herinneren hoe ze het moest oproepen. Paniek gonsde door haar heen. Liep alles nu in het honderd door haar?

Ze klapte bijna uit elkaar door de teleurstelling in zichzelf. Met een ruk draaide ze haar gezicht naar het kamp toe, sloot haar ogen en probeerde rode vlekken te herkennen. Ze kon zich echter niet concentreren. Ze kon wel janken.

Met bevende lippen die ieder moment haar innerlijke snikken konden prijsgeven, keek ze Diaval weer aan. 'Ik zie hem niet.'

Misschien ís hij er ook wel helemaal niet. Misschien is het bericht dat Diaval ontving niets dan een grote valstrik.

'We vinden hem wel.' Diaval rende naar het kamp toe. Roran volgde hem aarzelend.

Alesana hield haar adem in. Hoe kon dit in vredesnaam goed aflopen?

Focus je.

Ze sloot haar ogen, zodat de bloedrode wolk haar aandacht niet meer opslokte en bande het paniekerige geschreeuw uit haar hoofd. Langzaam zag ze een rode stip voor zich, die steeds meer vorm aannam. Met een ruk sperde ze haar ogen open. De schim was er nog steeds. Ze draaide zich om zodat ze om de boom heen kon lopen en botste toen tegen een lijf aan. Het was de Grimm die ze al eerder had ontmoet. Die Diaval in het water had geduwd en het Wensdiertje had gestolen. Zijn blik was donker en zijn mond vertrokken tot een strakke streep.

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu