19 - Monsters

26 3 0
                                    

Geen ogenblik was hij haar uit het oog verloren. Hij had zich weer tot een jongeman willen transformeren om haar bij te staan tegen de mannen die haar omringden, maar iets had hem ervan weerhouden. Nu begreep hij wat.

Vanaf het moment dat ze haar ogen na de val van de ruïne had geopend was er iets veranderd. Er waren rondcirkelende spiralen in haar ogen geweest. Er moest een betovering op de toren hebben gelegen die op haar oversloeg zodra ze zich ermee verenigd had.

En nu had ze een man in glas veranderd. Hij had het zien gebeuren. Plotseling had het geleken alsof er water over zijn huid kroop, dat hem opslokte en een doorzichtig omhulsel achterliet. Hij had hier vele dingen gezien, maar zelfs in zijn ogen was dit vreemd.

Een verontrust gevoel was aan hem blijven knagen. Waar waren de mannen op uit geweest? Wat hadden ze van Alesana gewild? Was dit hele gebeuren aan de ruïne toe te schrijven of kwam deze verbluffende kracht ergens anders vandaan?

Het liefst vloog hij achter de mannen aan om hen af te luisteren. Toch deed hij het niet; Alesana had zich langs een boomstam naar beneden laten glijden en staarde verslagen voor zich uit. Er was geen spoor van triomf te bekennen. Ze was blijkbaar zelf ook geschrokken van haar optreden.

Diaval keek nog even de mannen na die bij hen vandaan zwermden. Hij had het vermoeden dat ze nog van zich zouden laten horen. Hij vond het überhaupt verontrustend dat een groep mensen in de Moren had weten door te dringen en opnieuw herinnerde hij zich Maleficents woorden.

"Er is beweging aan de grenzen. Vergeten paden worden weer bewandeld, fluisterende stemmen brengen onheilbrengende samenzweringen tot stand. Ze heeft iets in werking gezet zonder zich daar waarschijnlijk bewust van te zijn en hun macht doet niet onder voor die van mij."

Had ze op deze mannen geduid of waren zij slechts een voorboden, net als de vleermuizen? Diaval vreesde het ergste. Hij kon zich niet voorstellen dat het deze mannen waren die Maleficent angst hadden aangejaagd. Maar waarom zochten ze Alesana? Welk geheim droeg ze met zich mee? Wist ze het zelf? Haar verstrooiing maakte hem aan het twijfelen.

Het meisje keek niet op toen hij in het gras neerstreek en hij duwde zijn kop tegen haar hand om haar aandacht te trekken.

'Raaf!' Haar gebruikelijke enthousiasme was verdwenen en hij merkte dat hij verlangde naar de levendigheid in haar stem. Hopelijk zou die snel weer terugkomen. 'Waar heb je gezeten?'

Ze tilde hem op haar knie. Hij richtte zijn kop op en keek haar aan. Er zat een wondje op haar wang, veroorzaakt door het mes dat de man ertegenaan had gehouden.

Diaval schaamde zich. Hij had niet ingegrepen. Vlak voor de verschijning van de mannen had hij zich afgevraagd of het niet beter was dat hij zichzelf bekendmaakte, maar nu durfde hij dat niet meer. Een vogel die de mannen onbekommerd hun gang liet gaan, kon ze wellicht vergeven. Maar een mensachtige, een die het wapen kon hanteren en haar bij had kunnen staan? Hij had zo zijn twijfels. Hij wist niet eens waarom hij zich had ingehouden. Hij had geen angst voor de mannen gekend. Iets had hem ervan overtuigd dat hij moest wachten, dat Alesana niet zo machteloos was als men op het eerste gezicht zou denken. Zijn voorgevoelens hadden het bij het juiste eind gehad, maar hij kon het knagende schuldgevoel maar niet van zich afzetten.

Wat als hij ernaast had gezeten? Hij had haar nooit meer kunnen redden...

Alesana's haast radeloze stem brak door zijn gedachten heen. 'Kijk nou wat ik gedaan heb.' Heel voorzichtig tikte ze met haar vinger tegen de hand van wat enkele ogenblikken geleden nog haar vijand was geweest, alsof ze bang was dat het glazen beeld bij de geringste aanraking uit elkaar zou spatten en de man door de wind werd meegenomen. Ze bracht haar gebalde vingers naar haar mond en beet op haar knokkels. 'Ik ben een monster...'

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu