42 - Jaloezie

21 3 0
                                    

Diaval staarde naar het tweetal. Een steek ging door zijn hart en de tranen sprongen in zijn ogen, maar zijn ogen afwenden kon hij niet. Slechts één keer eerder had hij mensen zien zoenen, en dat was van een flinke afstand. Vogels deden dat nu eenmaal niet – niets in de Moren deed dat.

Toch kende hij de betekenis, hij was immers deels mens en hij had ook het verlangen gevoeld om Alesana te kussen. Maar hij had ertegen gevochten, was bang geweest dat hij haar liet schrikken.

Hij moest hen wat privacy geven, dat wist hij heus wel. Het voelde echter alsof zijn voeten in de grond verzonken waren en zijn nek vergroeid was. Het effect was verlammend en het duurde maar en het duurde maar. Roran streek door Alesana's haren en Diavals vingers tintelden. De tintelingen verspreidden zich als sintels door zijn bloedbaan en brachten een machtig en donker gevoel voort. Hij wilde Roran terug veranderen in glas en hem tegen de bergwand aangooien, zodat hij in miljoenen stukjes uiteen zou spatten.

Kom op, blijf jezelf niet nog langer tergen. Draai ze de rug toe.

Met de grootste moeite lukte het hem zijn blik los te scheuren. Hij stapte bij het stel vandaan. Zijn benen voelden loodzwaar, alsof de boosheid in zijn lijf al het bloed daar naartoe had gestuwd.

Wat dacht je nou zelf? begon een klagend stemmetje in zijn hoofd. Je bent een vogel. Een beest. Natuurlijk voelt ze niet hetzelfde voor jou als voor zo'n knappe man die haar als een soort ridder door het bos volgt om haar te beschermen.

Diavals maag verkrampte. Mooie ridder is hij dan. Hij heeft niets uitgehaald, behalve dat hij haar liet schrikken en zo in glas veranderde.

Hij probeerde de stemmen in zijn hoofd het zwijgen op te leggen. Het was alsof het ravendeel in discussie was met zijn mensendeel. Al wist hij niet wie er voor hem pleitten. Misschien wel geen van beiden, was het gewoon jaloezie versus teleurstelling.

'Diaval!'

De stemmen deden er abrupt het zwijgen toe. Onzeker draaide hij zich om.

'Waar ga je naartoe?' Er was iets vreemds aan haar blik. Ze zag er niet zo gelukzalig uit als je na zo'n kus zou verwachten. Was ze bang dat hij wegging? Voorgoed? Had ze iets van zijn gevoelens geproefd?

Hij haalde zijn schouders op en poogde zo nonchalant mogelijk over te komen. 'Het zag ernaar uit dat jullie wat privacy nodig hadden.' Zijn stem klonk beschuldigend, hij kon er niets aan doen.

Alesana sloeg haar ogen neer. Haar wangen kleurden vuurrood.

Diaval proefde gal. Hoe zeer had hij niet gewenst dat híj zulke rode wangen bij haar veroorzaakte?

'Wie is dat, schat?' Roran sloeg een arm om Alesana heen en keek om zich heen. 'Waar zijn we eigenlijk?'

Diaval liep aarzelend naar het tweetal toe. Eigenlijk wilde hij niet dichterbij komen, bang dat hij zich niet geheel in de hand had. Toch was een conversatie voeren over zo een grote afstand niet zo heel gemakkelijk. En als Roran werkelijk niet wist waar hij was, dan moest hij nog worden bijgepraat. Even overwoog hij om alvast op zoek te gaan naar het kamp van de Grimm, maar tegelijkertijd wilde hij Alesana niet onbeschermd achterlaten. Hoewel Roran een zwaard droeg, had hij nog niet bewezen dat hij daar werkelijk mee kon omgaan.

Alesana deed een stapje opzij, zodat ze haar vriend kon aankijken. Zijn arm gleed van haar schouder.

'Wat is het laatste wat je je herinnert, Roran?'

Hij kneep zijn ogen tot spleetjes, alsof zijn herinneringen daardoor helderder zouden worden. Een tijdje zweeg hij, maar toen begon hij te fronsen.

'Ik herinner me dat ik je ten huwelijk heb gevraagd.' Zijn ogen flitsten naar Alesana's hand. Die van Diaval deden exact hetzelfde. Zijn hart roffelde in zijn borst. Ze zou toch niet...

Tot zijn opluchting zag hij dat er geen sieraad om haar ringvinger schitterde. Hij wierp een haastige blik op Rorans gezicht, maar het was absoluut geen opluchting wat daarop te zien was. 

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu