Hij kijkt me aan met zijn vuurrode ogen. "Jou had ik hier zeker niet verwacht." Sist hij. Ik blijf in vechtpositie staan. "Ik jou anders ook niet." Ik kijk hem doordringend aan. Hopelijk had hij niet door dat ik stiekem erg bang ben. Ik had nooit in mijn eentje op zoek moeten gaan naar sporen. Opeens staat hij er niet meer. Ik kijk naar de bomen en zie hem op een tak. Hij lacht op een enge manier en hopt van de ene tak naar de. Dan land hij voor me. Zwarte rook komt uit zijn handen. Ik zie niets meer.