Hoofdstuk 24

529 25 4
                                    

Het duurde niet lang voor iedereen weg was gegaan. Ik voelde me niet echt fijn dat ik hier nu helemaal alleen sta. Als er nu iets gebeurt duurt het toch even voordat iemand mij kan komen helpen.

Het duurde ook niet lang voordat de telefoon weer ging. Ik nam op: 'Eva' ' Aan jou heb ik tenminste wat. Je hebt gedaan wat ik heb gevraagd en het is je nog snel gelukt ook. Misschien als je me zo goed blijft helpen, krijg je Wolfs nog wel levend terug. Maar ik zou niet te hard juichen. Ik ben nog lang niet klaar met mijn eisen. Dus hier komt de volgende. Ik wil hier binnen een half uur een auto hebben. Uiteraard wel zonder zendertjes en afluisterapparatuur. Hij mag worden gebracht, maar ik wil dat zodra die auto er is, iedereen weer weggaat. Alleen jij mag hier blijven.' 'Een half uur?! Dat is wel erg weinig tijd. Geef me een uur om het te regelen.' 'Geen sprake van een half uur en geen minuut langer. Ik zou maar opschieten want de tijd loopt, whahahahaha.'

Dat lachje maakte me wel een beetje bang. Ik stond hier misschien wel buiten, maar zolang Wolfs daar nog binnen is ben ik niet gerust. Als Wolfs nou ook buiten zou zijn, konden we tenminste samen ervoor zorgen dat die twee worden opgepakt. In het begin wilde ik dan wel met niemand samenwerken,  maar met Wolfs gaat het gewoon zo goed. We zijn zo goed op elkaar ingespeeld. Ik voel me nu gewoon een stuk veiliger als hij naast me staat.

Mechels had meegeluisterd toen ik werd gebeld. Zo hoef ik niet steeds door te geven wat er van me wordt gevraagd. Dat is in dit geval wel handig, want ik heb tenslotte maar een half uur om een auto te regelen. Zodra Mechels had gehoord wat er geregeld moest worden, was ze gelijk gaan bellen. Er moest zo snel mogelijk een auto komen. Er mocht niks met Wolfs gebeuren.

Na tien minuten had Mechels het voor elkaar. Je kon zeggen wat je wil over haar, maar als er wat aan de hand is met een van haar mensen, dan doet ze er alles aan om ze in veiligheid te brengen. Ze vertelde mij dat de auto onderweg is. Er zitten geen zendertjes in. Wel zou er een helikopter in de lucht hangen, om zo de auto te kunnen volgen.

Na nog eens tien minuten te hebben gewacht kwam de auto aanrijden. De agent die hem bracht ging weer terug naar het bureau. Zodra die uit het zicht is gaat mijn telefoon weer. 'Eva' 'Ja fijn dat die auto er is. Ik wil dat je de portieren aan de voorkant open zet. Zo kunnen we gelijk vertrekken. We laten de iedereen die nog binnen is hier achter. De vraag voor jou is alleen wie er hier nog leven. Je mag pas naar binnen als ik je weer bel. En dan hoop ik voor jou dat je lieve vriendje nog leeft! Anders heb je ons voor niks geholpen. Maarja daar kom je pas achter als wij al weg zijn hahaha'

Ik moet nu naar binnen. Laat die mannen nou alsjeblieft zo snel mogelijk naar buiten komen. Ik moet weten hoe het met Wolfs is. En hoe het gaat met de anderen die nog binnen zijn. Als er iets met Wolfs is, dan vergeef ik dat mezelf echt niet. Misschien dat ik dan wel stop bij de politie. Hoe leuk ik het ook altijd heb gevonden. De laatste tijd wordt het steeds gevaarlijker.

Hoe zou het met de mensen binnen gaan? Zouden de overvallers echt met zijn tweeën weg gaan? Of zouden ze Wolfs misschien meenemen om zo nog meer te kunnen eisen?

Ik ben ook begonnen aan een nieuw verhaal. Het heet onze jeugd.

Comment/vote?? :)

Wanneer houdt het op? (FM)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu