Hoofdstuk 40

511 27 1
                                    

Daar zit ik dan, alleen huilend op ons bed. Wolfs is weggelopen en ik heb geen idee waarheen. Heel ver kan het niet zijn. Eigenlijk wil ik naar hem toe, het goedmaken en dan lekker samen in bed kruipen. Dat lijkt me alleen niet zo'n goed idee op dit moment. Wolfs is niet voor niks weggelopen en ik kan me zo echt niet vertonen. Ik zie er niet uit. Mijn ogen zijn helemaal rood doorlopen en mijn mascara is uitgelopen. Straks fatsoenlijk ik mezelf wel en dan zoek ik hem op. Ik wil toch nog even met hem praten. Ik wil er niet aan geloven, dat dit het was tussen ons. Het kan en mag niet stoppen. En ok ga net zo lang door totdat Wolfs dat ook doorheeft. Ik doe alles wat nodig is om hem daarvan te overtuigen.

Uit zichzelf is wolfs niet meer terug gekomen. Ik heb me inmiddels even opgefrist en ga nu opzoek naar Wolfs. Ik moet hem toch nog een keer duidelijk maken hoe ik erover denk.

Het duurt niet lang voor ik Wolfs heb gevonden. Hij zit op een stoel met weer zijn boek voor zijn neus. Zodra hij mij hoort aankomen, kijkt hij even op van zijn boek. Ik kan zien dat hij heeft gehuild. Wolfs huilt nooit, dus misschien mist hij mij wel net zo erg als ik hem. Er is maar een manier om daarachter te komen. Ik moet het hem maar gewoon vragen.

'Wolfs, kunnen we misschien nog even praten?' 'Ben ik niet duidelijk genoeg geweest? Moet ik het je nog een keer zeggen?' Dit is niet helemaal wat ik had verwacht, maar ik laat me niet van de wijs brengen door zijn reactie. 'Of je het nou leuk vind of niet, ik wil met je praten. Je kan kiezen. Of we gaan naar onze kamer en praten daar. Of je blijft eigenwijs zitten doen alsof je leest in dat boek van je, maar dan praat ik hier tegen je. Maar hier kan de rest ons ook horen. Dus wat kies je?' Ik zie hem even denken, maar hij staat toch op on vervolgens achter mij aan te lopen.

Eenmaal in onze kamer begin ik gelijk weer te praten. 'Je moet echt weten dat het me spijt Wolfs! Ik wilde je absoluut niet kwetsen. Ik wilde je eigenlijk gelijk vertellen qat we aan de hand was, maar ik was als de dood dat die mafkees echt zou doen wat hij zei dat hij zou doen. Ik dacht dat het het beste was om te doen wat hij zei. En voor je gaat zeggen dat ik alleen maar aan mezelf denk. Dat is dus niet waar. Ik heb me constant schuldig gevoelt tegenover jou. Ik wilde het zo graag met je delen. Het samen met jou oplossen, maar dat leek me in dit geval te gevaarlijk. Toen je me vanmorgen vertelde hoe jij erover dacht. En over hoe jij je hebt gevoeld, deed me dat ontzettend veel pijn. Dat was wel het laatste wat ik wilde. Maar doordat je zo duidelijk vertelde hoe jij je voelde, kon ik het ook begrijpen. Maar ik hoop dat je mij nu ook kunt begrijpen. Dat ik het alleen maar uit liefde voor jou heb gedaan. Nogmaals het spijt me. Ik hoop dat je me kunt vergeven.

'Eef, luister. Het spijt mij ook. Ik had vanmorgen niet zo weg moeten lopen. Ik heb er nog eens even over nagedacht en ik denk dat ik in jou plaats hetzelfde zou hebben gedaan. Natuurlijk wil ik geen ruzie met jou. Dus ik vergeef je alles en ik hoop dat we opnieuw kunnen beginnen?' Of we opnieuw kunnen beginnen. Hoor ik dat nou goed?! Natuurlijk wil ik opnieuw beginnen! 'Natuurlijk wil ik opnieuw beginnen, maar dan wel samen met jou!' Er verscheen een glimlach op zijn gezicht. Net als bij mij trouwens. Ik loop op Wolfs af en geef hem een dikke knuffel. Na een tijdje laten we elkaar los en kijken we elkaar diep in de ogen aan. Wolfs' gezicht komt langzaam dichterbij en niet veel later voel ik eindelijk zijn goddelijke lippen weer.

Speciaal voor flevafan komt het dit deeltje alweer goed tussen Wolfs en Eva

Wanneer houdt het op? (FM)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu