Hoofdstuk 1

1.7K 34 2
                                    

Het begint allemaal 9 jaar geleden. Ik kreeg een nieuwe partner. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Ik kon prima alleen werken. Waarom zou ik dan ineens samen gaan werken met iemand. Niemand was ooit goed genoeg om mij bij te houden. Alle partners waren snel weer weggegaan. Flammand had het na die tijd maar zo gelaten. Er was toch niemand goed genoeg voor mij. Tot op die ene dag, ik moest naar de Jeker er was daar een lijk gevonden. Ik was druk bezig toen er een man zich voor kwam stellen als mijn nieuwe partner. Floris Wolfs.

Ik deed alsof ik hem niet mocht en zei tegen Flammand dat ik prima alleen kon blijven werken. Eigenlijk vond ik hem best wel knap, maar zo mocht ik niet denken. Ik was samen met Frank. Ik bleef maar afstandelijk tegen hem doen, zodat ik hem ver op afstand kon houden. Als ik toen naar mijn gevoel zou hebben geluisterd zou ik het uitgemaakt hebben met Frank. Zeker na die keer nadat ik met Wolfs naar bed ben geweest.

Nu acht jaar later zijn Wolfs en ik nog steeds partners. We hebben al ontzettend veel meegemaakt. We kwamen steeds dichter bij elkaar. Maar nog steeds hebben we niks. Ook al zou ik dat stiekem best wel willen. Wolfs volgens mij ook wel. Tenminste dat denk ik na wat hij tegen mij zei nadat we terug waren uit Walibi.

Hij zei "de mooiste vrouwen komen uit Maastricht." en " ik ga liever voor mijn kansen hier." Ik denk dat hij het hier over mij had. En dat hoop ik ook zo. Alleen heb ik het mezelf weer eens moeilijk gemaakt door te zeggen dat ik naar bed ging. Nu durf ik er dus niet meer op terug te komen. En daarna is Wolfs er ook niet meer op teruggekomen.

Inmiddels zitten Marco en zijn zusje in het pleeggezin dat ik heb gevonden voor ze. Ik had nog een vrije dag gehad van Mechels, maar vandaag moest ik weer aan het werk. Ik heb het nooit zo op vrije dagen. Ik ben toch veel liever aan het werk.

Ik besluit mijn bed maar uit te gaan en alvast te gaan douchen. Als ik beneden kom zie ik Wolfs al druk bezig in de keuken. Hij heeft zoals gewoonlijk alweer een ontbijtje voor mij klaar staan. Zodra hij me ziet begroet hij mij vrolijk. Ik glimlach terug en begin aan mijn ontbijt.

Ik zit zo in gedachten dat ik niet eens door heb dat Wolfs mij al 3 keer heeft geroepen. Hij staat al met zijn jas aan, klaar om weg te gaan. Ik spring snel op van de tafel en trek mijn jas aan die Wolfs mij aangeeft.

In de auto begint Wolfs zenuwachtig te tikken met zijn vingers. Dat doet hij normaal nooit, dus ik besluit hem te vragen wat er aan de hand is. Na enige twijfel begint hij dan toch te praten. "Toen ik terug kwam op het bureau, nadat ik uit Walibi kwam. Was Mechels erg enthousiast. Ik snapte eerst niet zo goed waarom. Maar al snel kwam ik erachter dat Sophia haar had verteld dat ik met haar mee ging naar Italië om daar re gaan werken. Ik was zo verbaasd dat Sophia dit zonder met mij te overleggen op het bureau had gemeld. Dat ik er niks op heb gezegd. Ik ben gewoon naar huis gegaan. Misschien was Mechels juist wel blij dat ik zou vertrekken en mag ik straks niet meer werken."

Ik zie dat het Wolfs echt dwars zit. Ik ga er maar vanuit dat Mechels het geen probleem vindt dat Wolfs toch hier blijft. Ik probeer hem een beetje gerust te stellen en voor ik het weet zijn we bij het bureau aangekomen. Wolfs kijkt me nog even aan. Voordat hij uit wil stappen pak ik even zijn hand en knijp erin. Ik fluister dat het allemaal wel goedkomt.

Zodra we op onze afdeling zijn aangekomen staart iedereen Wolfs verbaasd aan. Ik weet dat hij daar niet tegen kan en geef iedereen die hem aanstaart een dodelijke blik. We lopen samen door naar het kantoor van Mechels. Ik klop aan en wacht tot ze zegt dat ik binnen mag komen. Zodra ik de deur open doe kijkt Mechels ons vreemd aan. "Wolfs wat doe jij hier nog? Jij hoort toch in het vliegtuig te zitten?!" "Ik wilde helemaal niet naar Italië, Sophia heeft het mij opgedrongen en aan iedereen verteld. Maar ik blijf veel liever hier."

Ik zie Mechels bedenkelijk kijken en ben toch wel een beetje bang voor wat ze gaat zeggen. "Weet je het zeker Wolfs? Zo'n kans krijg je niet nog een keer!" "Ik weet het 100% zeker mevrouw Mechels. Ik werk veel liever hier dan dat ik naar Italië moet gaan. En bovendien kan ik mijn collega's echt niet missen." Terwijl Wolfs dat zegt knipoogt hij naar mij. Ik voel mijn wangen alweer rood worden en kijk gauw naar de grond.

Tot mijn verbazing hoor ik Mechels enthousiast zeggen: "ik ben blij dat jr hier blijft Wolfs. Eva en jij zijn gewoon mijn beste team. En ik was al bang dat ik die kwijt zou raken!"

Ik kan wel een gat in de lucht springen als ik dat hoor. Mechels vindt het helemaal niet erg dat Wolfs hier blijft! En ik ben nog veel blijer dat hij hier blijft. Na al die jaren zou ik echt niet meer weten wat ik zonder hem zou moeten.

Na het nog even over de zaak van de maffia te hebben gehad vindt Mechels dat we wel naar huis toe kunnen. Er zijn geen belangrijke zaken en Romeo en Marion mogen de rapporten bij gaan werken.

In de auto onderweg naar huis besluit ik dat ik Wolfs vanavond toch ga zeggen wat ik voor hem voel. Ik durf nog steeds niet zo goed, maar toen ik besefte dat hij net zo goed met Sophia mee had kunnen gaan. Wist ik zeker dat ik hem niet kwijt wil. Ik kan gewoon niet zonder hem. Hij is mijn beste vriend en werkpartner. En ik hoop dat hij na vanavond ook gewoon mijn vriend en partner wil zijn.

Wanneer houdt het op? (FM)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu