Hoofdstuk 43

646 28 8
                                    

Mechels is begonnen met haar verhoor. De verdachte heeft alleen nog niks gezegd. Ik hoop dat hij snel gaat praten, want dan kunnen we des te sneller weer terug naar de Ponti.

Helaas wil de verdachte niet echt meewerken. Hij zegt helemaal niks. Het enige wat we hem hebben horen zeggen in al die tijd is dat hij een advocaat wil. Alsof die goed kan praten wat hij ons heeft aangedaan. Wolfs is al de hele tijd aan het bedenken wat zijn naam is. Althans de naam die hij gebruikte toen hij bij John en Marloes kwam. Of dat zijn echte naam is zullen we dan moeten uitzoeken. Maar zolang Wolfs het niet weet kunnen we daar dus ook niks mee.

'Kom Wolfs, we gaan terug naar het safehouse. Hij gaat nu toch niks zeggen en zolang de hele bende niet is opgepakt, mogen we van Mechels nog niet terug naar de Ponti. Je kan waarschijnlijk ook veel beter nadenken over zijn naam als je rustig en ontspannen bent. En dat ben je niet zolang je hier bent.'
'Je hebt gelijk Eef. Laten we inderdaad maar gaan. Dan hoop ik het me weet snel te herinneren. Ik wil nu alleen nog maar sneller terug naar de Ponti. Helemaal nu het weer goed is tussen ons!' zegt Wolfs met een grote glimlach op zijn gezicht. Ik kan wel raden waar hij aan dacht. Dat mis ik ook wel, maar in het safehouse hebben we nou niet echt heel veel privacy. We hebben dus heel wat in te halen zodra we weer thuis zijn.

Mechels heeft ons beloofd te bellen, zodra onze verdachte iets zegt. Nu zitten we dan ook in de auto weer terug naar het safehouse. Wolfs en ik hebben besloten er nog maar even het beste van te maken.

Zodra we weer op onze kamer zijn, laat Wolfs zich op een stoel zakken. Hij legt zijn hoofd in zijn handen en denkt na over de naam van die man. Ik zie aan hem dat hij gefrustreerd raakt, omdat hij het niet weet. Ik ga achter hem staan en leg mij. Handen op zijn schouders. Zachtjes begin ik hem te masseren. Ik voel hoe hij ontspant onder mijn aanrakingen. Zijn spieren zitten helemaal in de knoop. Dat kan ik me ook wel voorstellen, na alles wat hij heeft meegemaakt. Als alles achter de rug is neem ik hem mee op vakantie. Ik weet dat Wolfs er van houdt om op vakantie te gaan, alleen doordat we allebei zoveel werken, hebben we eigenlijk geen tijd om op vakantie te gaan.

Ik pak de laptop erbij en ga opzoek naar een mooie vakantie bestemming. Wolfs zit verdiept in zijn boek, dus die heeft toch niet door waar ik mee bezig ben. Het moet een bestemming worden waar het lekker weer is, maar waar ook genoeg te doen is. Wolfs en ik houden allebei niet van stilzitte, zeker geen twee weken. Ik heb net wat leuks gevonden als ik Wolfs op zie staan. Gauw klap ik de laptop dicht, zodat hij niks kan zien. 'Wat ben je aan het doen?' Vraagt hij me gelijk. 'Niks' zeg ik terug. 'Kom op Eef we hebben toch geen geheimen voor elkaar? Je kan me toch best vertellen wat je aan het doen was.' 'Sorry, Wolfs nu niet. Het is een verassing, dus in ga het niet vertellen. Wat je ook gaat proberen om erachter te komen ik zeg niks.' Even zie ik hem teleurgesteld kijken. Hij wil natuurlijk weten wat ik van plan ben, maar ik ga het hem echt niet vertellen. Toch legt hij zich er bij neer en gaat verder met het lezen in zijn boek. Ik heb de juiste bestemming gevonden. Het is er lekker weer en we kunnen er genoeg doen. Ik kan niet wachten tot het zover is! Nu hopen dat die vent gauw bekent, dan kunnen we tenminste snel vertrekken. Voor ik de laptop afsluit wis ik nog even mijn zoekgeschiedenis. Wolfs kennende kan hij zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en gaat hij zoeken of hij iets kan vinden van mijn verassing. Nu kan bij er zo lang ik niks zeg niet achterkomen. Ik kan niet wachten tot we kunnen vertrekken.

Ik kwam er net achter dat er een stuk van dit deel ontbrak. Geen idee hoe dat kan, maar in heb het maar even opnieuw geschreven.

Wanneer houdt het op? (FM)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu