'De folders moesten inderdaad nog gedrukt worden' zeg ik lachend tegen Wolfs. Gelukkig gaat hij er verder niet op in. 'Laten we maar gewoon lekker gaan eten. Zolang als dat jij weg bent gebleven, hoop ik maar dat het niet koud is geworden.' Gelukkig was het eten nog lekker warm. Wolfs heeft zoals gewoonlijk weer veel te veel besteld. Nadat we klaar zijn zetten we de kar voor de deur neer. Die wordt vanzelf opgehaald. Ik zou willen dat we dat thuis ook konden doen, lekker makkelijk nooit je vaat op hoeven op te ruimen. We kijken samen nog een filmpje waarna we lekker gaan slapen. Als we morgen wakker worden hoef ik het gelukkig niet meer zo lang verborgen te houden voor Wolfs. Ik verbaas me er eigenlijk over dat het me zo goed af is gegaan.
Ik word wakker van Wolfs die zich maar blijft omdraaien. 'Sorry heb ik je wakker gemaakt?' vraagt hij lief. 'Ja maar dat geeft niet, jij mag dat!' 'Ik heb het gewoon zo warm, maar ik wilde nog niet uit bed gaan. Je lag nog zo lekker tegen me aan.' 'Hoe laat is het eigenlijk?' vraag ik aan Wolfs. 'Het is nu half elf.' Weer heb ik zo lang geslapen, maar dat vind ik zeker vandaag helemaal niet erg. Als we dan zometeen klaar zijn met douchen en aankleden en eten, kunnen we eigenlijk gelijk al weg. 'Zeg Eef, wat gaan we vandaag eigenlijk doen? Ik heb wel zin om iets leuks te gaan doen.' Oh nee nu moet ik dus gaan zeggen dat ik al iets heb gepland voor vandaag. En natuurlijk gaat Wolfs dan vragen wat. Hij stopt dat ook niet voordat hij weet wat we gaan doen. In dat opzicht lijken we echt heel erg veel op elkaar. Ik wil ook altijd alles weten. 'Ik heb al wat gepland voor vandaag' zeg ik hem dan toch maar. 'Oh daarom duurde het zo lang voor je gisteren eindelijk terug was of niet?' Daar had je de vraag dus al. 'Ja dat klopt' zeg ik maar omdat hij anders toch door blijft vragen. 'Wat gaan we doen dan?' Daar was ik al bang voor. Nu moet ik heel erg mijn best gaan doen om mijn mond te houden. 'Dat zie je vanzelf wel. Je moet het me ook niet meer gaan vragen, want ik ga het je toch niet vertellen' zeg ik hem met een grijns op mijn gezicht. 'En nu moeten we op gaan schieten, want anders zijn we niet optijd klaar.'
Wolfs heeft nog een aantal keer gevraagd wat we gaan doen, maar ik heb tot mijn eigen verbazing nog steeds niks gezegd. Om half twee worden we opgehaald door een taxi die ons naar een klein vliegveld brengt. Toen we er bijna waren heb ik Wolfs een blinddoek voor gedaan. Anders zou hij gelijk al doorhebben wat we gaan doen en dat wilde ik voorkomen. Het moet wel tot het laatste moment een verassing blijven. We lopen naar een grote ruimte waar allemaal pakken hangen, waarvan we er straks dan ook een aan moeten. Ik vind dat Wolfs zijn blinddoek nu wel af mag. Hij moet zich toch zo omkleden en dat gaat niet zo makkelijk als je niks kunt zien. Hier in deze ruimte valt er toch nog niet te zien wat we gaan doen, dus blijft het nog even een verassing. Nadat we ons hebben omgekleed moeten we naar buiten toe. Daar krijgen we dan nog uitleg over wat we allemaal wel en niet moeten doen straks. 'Wauw Eef, gaan we een stuk vliegen hier?' vraagt Wolfs meteen enthousiast. 'Een soort van' zeg ik dan ook geheimzinnig.
Ik dacht dat Wolfs' glimlach niet groter kon toen hij dacht dat we gaan vliegen, maar zijn glimlach is nog groter geworden toen hij doorhad wat we nou echt gaan doen. Nu zitten we dan ook in het vliegtuig, klaar om op te stijgen. Ik moet toegeven dat ik het nu toch best wel zenuwachtig ben. Het stelt me wel gerust dat ik straks samen met Wolfs uit het vliegtuig moet springen. Als ik alleen had gemoeten, had ik niet geweten of ik wel zou gaan hoor. We zijn bijna op de goede hoogte, dus moeten we vast klaar gaan zitten om zo uit het vliegtuig te gaan springen. Na nog een laatste check of alles wel goed vast zit, kunnen we dan nu gaan springen. De instructeur telt af van drie naar een, waarna we springen en door de lucht vliegen.