Hoofdstuk 8

746 27 3
                                    

Ik word weer wakker van de wekker. Ik heb deze nacht heerlijk geslapen. Dat komt omdat ik de hele nacht over Wolfs heb gedroomd. Het is echt tijden geleden dat ik zo lekker heb geslapen.

Ik loop mijn kamer weer in na een heerlijke douche. Ik kleed me aan en loop naar beneden. Als ik beneden kom zie ik dat Wolfs nog niet in de keuken is. Zou hij misschien spijt hebben van gisteren? Normaal is hij altijd eerder beneden dan ik.

Nadat ik mijn brood op heb komt Wolfs beneden. "Sorry, ik lag zo lekker te slapen dat ik mijn wekker niet heb gehoord. Het is ook zo lang geleden dat ik zo lekker heb geslapen!" Ik glimlach naar hem en zet een broodje voor zijn neus en een kop koffie. Normaal doet hij dat voor mij.

"Kom Eef we moeten naar het bureau." Ik loop achter hem aan de trap op en pak mijn jas van hem aan. In de auto zeggen we niks tegen elkaar. Er hangt een bepaalde spanning tussen ons. Eentje die ik nog niet eerder heb gevoeld. Zou dat iets betekenen? Veel langer heb ik niet om daar over na te denken, want we zijn al op het bureau aangekomen.

Zodra Mechels ons ziet roept ze zich gelijk bij haar. Voordat ze iets kan zeggen is Wolfs haar voor. Hij verteld over de advertentie en laat hem aan Mechels lezen. Door wat er gisteravond tussen ons is gebeurt heb ik daar helemaal niet meer aan gedacht. Gelukkig heeft Wolfs dat wel gedaan.

We zitten aan ons burrau. Mechels heeft ons de opdracht gegeven om uit te zoeken wie de opdracht heeft gegeven om die advertentie te plaatsen. Ze was het met ons eens dat dit waarschijnlijk ook van onze mysterieuze man afkomt. We zoeken een tijdje en bellen wat rond. Maar niemand kan ons verder helpen.

Wolfs was opgestaan en had gezegd dat het tijd werd voor een broodje. Zo zaten we weer op ons vaste plekje aan de Maas te genieten van een broodje. Ik een broodje kaas en Wolfs zoals gewoonlijk een broodje ingewikkeld.

Nadat we ons broodje ophadden zijn we maar even doorgereden naar de redactie van de krant. Misschien dat ze ons daar wel verder kunnen helpen en ons wat meer informatie kunnen geven.

Helaas kwamen we daar ook niet veel verder. Het bericht was anoniem verstuurd. Er scheen wel een briefje bij te hebben gezeten. Ze zouden het briefje opzoeken. Dat zouden ze nog wel ergens moeten hebben. Zodra ze het gevonden hebben zouden ze mij bellen.

En zo zitten we weer in de auto op weg naar het bureau. We rijden net weg als mijn telefoon gaat. Ik denk nog die hebben het snel gevonden, maar het is Mechels. Er is een meisje vermist uit een studentenhuis. En wij moeten haar zien te vinden. Ik vertel Wolfs waar we heen moeten en schiet dan in de lach. Wolfs kijkt me vragend aan. "Sinds wanneer doen wij dit soort zaken? Ik vind dit meer iets voor Marion en Romeo." Wolfs is het met me eens, dus met lichte tegenzin rijden we naar het studentenhuis.

Als we daar aankomen doet er een jongen open van een jaar of 18. Hij verteld alles wat hij weet en geeft ons foto's mee van het meisje. We bedanken hem en gaan terug naar het bureau. We zitten net in de auto als Wolfs me vraagt of hij die foto's nog een keer mag zien. Hij bekijkt ze aandachtig en dan ineens zegt hij: "Nu weet ik het weer! Dit was een vriendin van Fleur. Ik heb haar maar een paar keer gezien, daarom had ik het niet gelijk door."

Op het bureau beginnen we gelijk fanatiek met het zoeken van informatie. Na een paar uur zegt Mechels dat ze het wel weer genoeg vindt voor vandaag. We moeten naar huis en moeten morgen maar weer verder met ons onderzoek.

Wolfs loopt gelijk door naar de keuken om te gaan koken. Als hij mij beneden ziet komen vraagt hij mij wat ik wil eten. Nog voor ik antwoord kan geven praat hij al door. "Zeg geen chinees want dat maak ik niet. Dat heb je gisteren al gehad." Ik lach om zijn opmerking. Hij kent mij ook veel te goed. Ik had inderdaad willen zeggen dat ik chinees wilde eten. "Verras me maar als het maar geen vis is!" "Dat ik dat nog eens van jou mag horen. Meestal wil je niet eens proeven als ik iets maak wat je niet kent."

Het eten was heel erg lekker. Al zou ik niet weten wat het nou eigenlijk was. Ik zak weer weg in mijn gedachten. Zou Wolfs wel echt iets voor mij voelen? Ik vind hem echt heel leuk, maar durf de stap toch niet te zetten. Hij was dan misschien wel voor mij hier gebleven, maar daarna was er niks meer gebeurt tussen ons. Tot gisteren dan, maar daar was hij nier op teruggekomen. Misschien had ik het dan toch fout en voelde hij niet hetzelfde voor mij.

Ik werd weer uit mijn gedachten gehaald door Wolfs. "Eef, ga je mee een stukje wandelen?" "Ja is goed ik ga mee." En zo liepen we dan ook niet veel later langs de Maas. Ik ging ongemerkt steeds iets dichter naast hem lopen. We kwamen aan bij een bankje en gingen erop zitten.

We keken elkaar aan. Heel diep in elkaars ogen. "Wolfs, ik..." Verder dan dat kwam ik niet. Ik verdronk weer in zijn ogen. En voor ik het wist voelde ik weer zijn lippen op de mijne. Hij vroeg om toestemming door zijn tong tegen mijn lippen aan te duwen. Ik gaf hem gelijk toestemming door mijn mond voor hem te openen. Zo veranderde de kus in een hartstochtelijke zoen.

Ik kon er geen genoeg van krijgen. Wolfs wilde onze zoen stoppen, maar dat liet ik niet gebeuren. Ik sloeg mijn armen om zijn nek, zodat hij niet kon stoppen. Hier had ik zo lang opgewacht. Vanaf nu weet ik het echt zeker. Wolfs en ik horen bij elkaar.

Ik heb geen tijd om nu nog verder te schrijven. Ik moet zo werken. Dus waarschijnlijk plaats ik vanavond nog een deeltje, want ik heb nog inspiratie genoeg.

Laat vooral weten wat je er van vind. Of als je tips of ideeën hebt. Zijn altijd welkom misschien kan ik er iets mee doen.

Wanneer houdt het op? (FM)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu