Hoofdstuk 20

721 26 0
                                    

Ik word wakker in Wolfs zijn armen. Het is lang geleden dat ik zo lekker heb geslapen. Ik blijf zo stil mogelijk liggen om Wolfs niet wakker te maken. Daar lig ik veel te lekker voor. Na tien minuten wordt hij toch wakker. Ik krijg gelijk een kus op mijn lippen.

Natuurlijk komt er weer een dokter ons moment verstoren. Ze doen nog een paar testjes bij Wolfs. Als ze klaar zijn begint de dokter re praten. Meer tegen mij als tegen Wolfs. 'Alle onderzoeken zijn goed verlopen. Meneer Wolfs houdt er geen blijvend letsel aan over. Ik zie daarom ook niet waarom we meneer Wolfs hier langer zouden moeten houden. Hij mag wat mij betreft vandaag nog naar huis. Wel op voorwaarde dat hij rustig aan doet en dat er gord voor hem wordt gezorgd. Maar dat lijkt me geen probleem.'

De arts is de kamer uitgelopen. Gelijk vlieg ik Wolfs in zijn armen. Ik ben zo blij dat hij weer naar huis mag. Weer samen in de Ponti. Niemand die ons stoort. Daar ben ik wel aan toe. Elke keer worden onze momenten namelijk verpest.

Een uur later heb ik al Wolfs zijn spullen gepakt en rijd ik hem in een rolstoel naar de auto. Wolfs was het er absoluut niet mee eens geweest dat hij in een rolstoel moest gaan zitten. Het was bijna uitgelopen op een eindeloze discussie. Ik heb hem gewoon gezegd dat ik hem achter zou laten in het ziekenhuis, als hij niet in die rolstoel zou gaan zitten. Dat hielp meteen. Hij was gaan zitten en zo bracht ik hem naar de auto.

Aangekomen bij de Ponti help ik Wolfs uit de auto. Samen lopen we naar beneden, waar Wolfs op een stoel gaat zitten. Ik pak een glas chocomel voor mezelf en maak voor Wolfs een kop koffie. 'Wolfs, wat zullen we vanavond eten? Ik kan zoals je weet niet koken. En jij kan dat ook niet op dit moment. En chinees zal ik je nu niet aandoen.' 'Eef, luister ik voel me echt prima. Het gaat goed met mij. De dokter zei dat ik rustig aan moet doen. Niet dat ik niks meer mag. Ik kook dus gewoon zelf vanavond. Zou jij misschien wel de boodschappen willen doen? Voor mij??'

Ik schiet in de lach. Echt typisch Wolfs. Net uit het ziekenhuis en gelijk weer willen koken. Het is inderdaad wel waar wat hij zei. De dokter zei rustig aan doen en niet dat hij niets meer mag. 'Voor jou wil ik dat wel doen. Ik heb een hekel aan boodschappen doen, maar voor jou heb ik het wel over.'

Wolfs begint gelijk met het schrijven van zijn boodschappen lijstje. Na een paar minuten staat ie al helemaal vol. Hij wil nog verder gaan met schrijven, maar ik houd hem tegen door bij hem op schoot te gaan zitten. Gelijk voel ik zijn armen om mij heen. Dit is het moment denk ik. Het moment om hem te vertellen wat ik nou precies voor hem voel. Nadat hij wakker is geworden hebben we wel gezoend, maar verder hebben we het er allebei niet over gehad. En eigenlijk wil ik wel graag weten hoe het nou tussen ons zit. Hoe we verder gaan. En of we wel of geen relatie hebben. Ik verzamel al mijn moed bij elkaar om te beginnen.

Ik gooi het er maar in een keer uit. Dan ben ik er maar gelijk vanaf en kan hij mij niet onderbreken. 'Wolfs, ik moet even wat kwijt. Ik ben verliefd op je. Al heel lang. Eigenlijk al vanaf het eerste moment dat ik je zag. Ik was alleen veel te koppig om dat tegen je te zeggen. Maar toen je weg was en ik niet wist of ik je zou vinden. Of of je het wel zou overleven, toen wist ik gewoon dat ik het je moest vertellen. Ik kan het niet langer meer voor mezelf houden.' Dat was wat ik te zeggen had. Nu hoop ik maar dat hij er hetzelfde over denkt. Dat hij hetzelfde voelt voor mij. Ik was alweer bezig mezelf gek te maken, toen Wolfs me onderbrak. 'Eef, natuurlijk voel ik hetzelfde voor jou. Ik dacht dat ik dat toch wel geprobeert heb duidelijk te maken. In het ziekenhuis heb ik het je ook horen zeggen. Maar ik wist niet of ik dat wel echt hoorde. Ik wilde antwoord aan je geven, maar dat lukte niet. Natuurlijk wil ik een relatie met je. Niets liever zelfs. En wat betreft het werk, we zien wel hoe het loopt. We zeggen eerst gewoon niks. Tegen niemand. En als ze er dan achterkomen dan kunnen hebben we laten zien, dat we prima samen kunnen blijven werken.'

Ik wist niet wat ik hoorde! Ik ben echt zo blij. Wolfs voelt dus wel hetzelfde voor mij, als ik voor hem. En hij wil ook nog eens een relatie met mij. Mijn dag kan niet meer stuk. Hij heeft er zelfs al over nagedacht hoe we dat op het werk moeten doen. Dat zou allemaal wel goedkomen dus!

Hij streelt met zijn hand langs mijn wang. Ik kijk hem recht in zijn ogen aan. Ik verdrink weer in zijn mooie ogen. En voor ik het weet voel ik zijn hemelse lippen weer op de mijne. Het voelt echt zo goed. Ik snap niet waarom ik het niet veel eerder heb gezegd. Ik open mijn mond en niet veel later voel ik zijn tong om de mijne draaien.

Wanneer houdt het op? (FM)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu