Hoofdstuk 35

564 24 2
                                    

Zoals ik al had voorspeld heb ik geen oog dicht gedaan. Ik voel me echt rot door de hele situatie. Ik blijf nog even in bed liggen, voordat ik moet gaan douchen. Ik zou vandaag langs het bureau gaan om Mechels te vertellen hoe het met Wolfs gaat en om te bespreken wanneer ik weer kom werken. Wat mij betreft ga ik gelijk weer aan het werk. Dan kan ik mijn gedachten verzetten en hoef ik niet de hele tijd bij Wolfs in de buurt te zijn. Hij mag tenslotte nog zeker een week niet werken. Mijn telefoon gaat. Het is een SMS van een onbekend nummer.
Wat fijn dat je toch naar me hebt geluisterd. Alleen had je hem wel iets meer mogen kwetsen hoor! Maar goed je mag het niet meer goedmaken met hem. Voor je het weet is hij er al niet meer en hoef je je ook niet meer rot te voelen. Ik snap sowieso niet waarom je dat doet, want dat verdient hij niet.

Ik zal je snel van hem afhelpen. Geloof me maar!

Ik wil dat dit ophoudt. Ik kan dit toch niet langer volhouden. Er moet meer bewaking komen om Wolfs in de gaten te houden. Ik kan nu niet meer vierentwintig uur per dag bij hem zijn, om hem zelf ik de gaten te houden. En als ik op het bureau ben mag hem niks overkomen. Ik moet echt snel op gaan schieten met mijn onderzoek. Dat SMS'je klonk niet alsof ik nog echt veel tijd heb. Eigenlijk zou het beter zijn als ik Mechels op de hoogte zou stellen. Dan zou ik veel meer kunnen dan nu. Alleen is dat geen optie. Ze zou dan bewijs willen zien en dan zou ze erachter komen dat we een relatie hebben. Nouja hadden. Ik moet dit echt alleen doen.

Ik heb extra beveiliging geregeld en ben nu op weg naar het bureau. Wolfs heb ik deze ochtend gelukkig nog niet gezien. Ik weet dat ik hem niet kan blijven ontlopen, maar ik stel het liever nog even uit. Iedereen is blij dat ik er weer ben. Ik word door iedereen vrolijk begroet en iedereen wil weten hoe het met Wolfs is. Ik antwoord met een korte 'goed' en loop door naar Mechels' kantoor.

'Eva, wat fijn dat je er weer bent! Hoe is het met Wolfs?' zegt Mechels zodra ik binnen ben. 'Uh ja het gaat wel goed met Wolfs. Hij loop nog niet zo goed, maar voor de rest is hij er goed vanaf gekomen.' 'Wat fijn om te horen. Ik was al bang dat ik een andere partner voor je moest zoeken. Maar wanneer kan hij weer aan het werk?' Ik heb dus geen zin om het over Wolfs te hebben. Ik kwam hier om te bespreken wanneer ik weer aan het werk kan, zodat ik juist even niet aan hem hoef te denken. 'Ik weet het niet. U kunt dat het beste met Wolfs zelf bespreken' zei ik dan ook maar. Dan kunnen we het nu tenminste over mij hebben. 'Ja, dat zal ik dan wel doen. Nu over jou, wanneer kan je weer aan het werk?' Dat was de vraag waar ik op zat te wachten. 'Wat mij betreft nu gelijk!' Mechels moet lachen om mijn enthousiasme. 'Prima, ik zou zeggen aan het werk dan maar. Ik wil dat je uitzoekt wie er verantwoordelijk is voor wat jou en Wolfs is overkomen. Ik denk dat jij er sneller uitkomt, dan het landelijk team. Voor deze keer ee je dan ook toestemming van me om het uit te zoeken. Ik wil die personen liever vandaag, dan morgen achter de tralies.'

Nu zit ik achter mijn bureau, op zoek naar aanwijzingen. Ik ben blij dat Mechels het mij laat uitzoeken. Zo valt het ook niet op als ik onder werktijd bezig ben met mijn eigen onderzoek. Het gaat dan misschien ook wel om Wolfs, maar mijn onderzoek is wel belangrijker.

Wanneer houdt het op? (FM)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu