Hoofdstuk 41

520 28 0
                                    

Wat ben ik blij dat ik het weer goed heb kunnen maken met Wolfs zeg! Even had ik gedacht, dat het niet meer goed zou komen tussen ons. Gelukkig dus maar dat dat niet het geval is. Ik zou niet weten wat ik zonder hem zou moeten. Ik hoop nu dat we snel weer terug kunnen naar de Ponti. Het is fijn dat we hier niet op onze hoede hoeven zijn. Dat we weten dat we hier veilig zijn, maar het liefste ga ik toch zo snel mogelijk weer terug naar de Ponti. We hebben nog steeds geen bericht van Mechels. Die gek loopt dus nog steeds vrij rond.

'Eef, ik wil hier zo snel mogelijk weg' hoor ik Wolfs zeggen. 'Dat wil ik ook het liefst. Maar zolang we niks van Mechels hebben gehoord, lijkt me dat niet zo'n goed idee.' 'Daar heb je wel gelijk in, maar ik word gek hier. Ik wil weer in ons bed slapen, langs de Maas wandelen en uitgebreid koken in onze keuken.' Het doet me goed om te horen dat Wolfs het nu weer over óns heeft. 'Wolfs?' vraag ik enigszins onzeker. 'Wat is er Eef?' 'Is het nu weer helemaal goed tussen ons?' wil ik dat toch nog even zeker weten. 'Natuurlijk is het weer goed tussen ons. Wat geweest is, is geweest. We zijn opnieuw begonnen en vanaf nu komt er niets of niemand meer tussen ons in!' Wat is hij toch ook lief. Hij weet precies wat hij moet zeggen om ervoor te zorgen dat mijn onzekerheid in een klap weg is. Soms vraag ik me echt af hoe hij dat toch steeds doet. Ik zou willen dat ik dat ook kon.

Wolfs en ik zijn allebei eenzelfde wat gaan doen. Wolfs leest weer verder in zijn boek en ik lig op bed. Wat ik aan het doen ben weet ik zelf ook niet helemaal. Aangezien ik niet mag hardlopen, niet alleen tenminste, doe ik een soort van yoga op het bed. Ik moet toch iets doen om mijn energie kwijt te raken.

Ik zit net in een rare houding als de telefoon op onze kamer overgaat. Wolfs zit nog steeds verdiept in zijn boek, dus neem ik maar op.

< Eva
> Ha Eva, Mechels hier. Hoe is het met jullie?
< Prima
> Fijn om te horen. We hebben iemand opgepakt, die mogelijk de dader van de acties tegen jullie zou kunnen zijn. Ik laat jullie zometeen ophalen en jullie naar het bureau brengen. Jullie moeten kijken of jullie de man herkennen.
< Oké, wij zorgen dat we klaar staan. Tot zo!

'Wat is er?' vraagt Wolfs gelijk zodra ik heb opgehangen. 'Het was Mechels. Ze hebben iemand opgepakt die wel eens verantwoordelijk zou kunnen zijn voor alles. We worden zo opgehaald en naar het bureau gebracht. We moeten kijken of we de man herkennen.' 'Ik hoop dat het hem is. Dan zijn we eindelijk van deze ellende af. Kunnen we eindelijk weer naar de Ponti en kunnen we ons normale leven weer oppakken. Ik zou echt niets liever willen!' 'Ik ook niet. Ik wil weer werken en kunnen hardlopen. Al jou kook kunsten proberen, zolang er geen vis in zit' zeg ik lachend. 'Kom laten we ons maar gauw klaarmaken dan. Hoe eerder we weten of het de dader is, hoe beter. Dan kunnen we hier eindelijk weg' zegt Wolfs met een enorme glimlach op zijn gezicht. Volgens mij gaat hij er al vanuit dat het de dader is. Ik hoop ook echt dat het waar is. Als het niet zo is, wie weet hoe lang we hier dan nog moeten zitten...

Wanneer houdt het op? (FM)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu