Deel 32♡

354 16 18
                                    

Pov Emma
Het tikken van de klok irriteert me. Gefrustreerd ijsbeer ik door de kamer. Toen ik wakker werd, waren de man en de hond allebei weg. Het afgelopen half uur heb ik elke seconde het tikken gehoord en ik word gek.

Nogmaals duw ik de deurklink naar beneden. Zoals verwacht, is de deur nogsteeds gesloten. Alsof het anders zou zijn, met vijf minuten geleden.

Zuchtend laat ik me op het bed vallen. Dit is een marteling. Kan iemand die klok vermoorden? Hij hangt helaas net te hoog, waardoor ik er niet bij kan.

"Goedemorgen."

Ik schiet omhoog bij het horen van een stem. Fabio staat met een neutrale uitdrukking in de kamer.

"Hoe kun jij leven met die klok?"

Hij draait zich om naar het materiele monster, zich waarschijnlijk afvragend wat er mis mee is. "Vind je hem vervelend?" Lacht hij.

"Ja." Ik sta op, als teken dat ik zo snel mogelijk weg wil.

"Ik dat geval." Hij draait zich om. "Laat ik je nog maar een uurtje hier."

Mijn ogen worden groot. "Nee!" Zeg ik hard terwijl ik zijn arm vastpak.

In een ruk draait hij zich om. Hij staart naar mijn hand om zijn arm. Gelijk laat ik hem los. "Ik bedoel.." Ik kuch zacht. "Please niet doen. Die klok maakt me gek."

"Oké." Hij zet een stap opzij zodat ik de kamer uit kan vluchten. "Maar wees braaf vandaag. Anders ben ik genoodzaakt je alleen te laten met de klok."

"Ik beloof niks." Snel loop ik de gang in.

Nu is het zijn hand om mijn arm die me tegenhoudt. "Wees braaf. Of wil je dat ik tegen Enzo zeg hoe ondeugend je bent geweest? We kunnen vast wel iets verzinnen. Misschien dat je bent weggerend, of Welsey hebt geslagen."

"Geen zorgen." Ik trek mijn arm los. "Ik zal braver zijn dan je hond." We weten beide dat dit een leugen is.

"Als er wat is, moet je naar Dex gaan."

"Waar ben jij?" Vraag ik verbaasd. Gisteren zei hij namelijk nog dat ik bij hém moest blijven.

"Ik ben bezig." Hij duwt de deur voor mijn gezicht dicht.

Dat was niet wat ik vroeg. Maar, oké. Prima, dan niet.

Ik loop naar beneden. De deur lokt me als een Siren naar haar toe. Zonder dat ik het van plan ben, ligt mijn hand op de deurklink. De deur gaat in een vloeiende beweging open. In een trans staar ik naar buiten. Snel schud ik mezelf wakker. Ik stap over drempel naar buiten. Mijn benen beginnen te rennen.

Na een aantal meter bots ik hard tegen iets op. Door de plotselinge klap val ik achterover. "Auw." Mopper ik.

"Verdwaald?"

Ik kijk op. Dex kijkt me met over elkaar geslagen armen aan. "Nee." Antwoord ik terwijl ik op sta. Ik veeg de blaadjes van mijn kleren af. "Fabio zei dat ik naar jou toe moest."

"Oh.. Dus je besluit om tegen me aan te rennen?"

"Nee. Ik wilde gewoon weg hier." Antwoord ik eerlijk. "Maar hij heeft wel echt gezegd dat ik naar jou toe moest."

Er staat een intimiderende blik in zijn ogen. "Omdat?"

"Hij me zat is."

Dex lacht. "Wie kan jou nou zat zijn?"

"Best veel mensen."

Hij grinnikt zacht, pakt mijn arm en trekt me mee. "Let niet op Fabio. Hij heeft soms zijn.." Dex denkt na. "Momenten." Eindigt hij na een aantal seconden de zin.

Ontkoppeld!!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu