Deel 51♡

313 19 7
                                    

Pov Emma
Inderdaad. What the fuck.

Ik staar naar de lege trap waar Enzo op is gerend. Wat was dat? Hij keek alsof hij een geest had gezien. Ik ril bij de gedacht. Gatver, ik haat geesten.

Zuchtend sta ik op. Ik strompel naar de keuken. Gelukkig is er niemand. Het is de hele dag al stil in dit belachelijk grote huis. Ik pak wat te drinken en zak neer op een stoel.

De deur gaat krakend open. Ik kijk op, maar zie niemand. Geesten.. Schiet er door mijn hoofd heen. Ik wil net wegrennen wanneer ik zie wie de deur had geopend. Nero.

De grote hond duwt zijn kop tegen mijn been aan. Ik aai hem over zijn oren. "Hey, jij ook hier." Glimlach ik.

Hij blijft tegen mijn been aan duwen. "Wat is er?" Lach ik.

"Honden praten niet terug hoor." De stem laat me opkijken. Cane kijkt me grijnzend aan. "Waar is je verloofde?"

Ik sta op. "Geen idee." Met kleine stapjes loop ik naar de deur. "Zoek hem, zou ik zeggen."

De jongeman glimlach. Hoewel de glimlach heel lief is, staan zijn ogen anders. Zijn stilte maakt me oncomfortabel.

"Ik zoek hem wel." Zeg ik snel. Vliegensvlug draai ik me om en stap de deur uit. Ik wil door naar boven lopen, maar een harde blaf houdt me tegen. "Wat is er?" Ik hurk voor de hond neer.

De hond zegt niks. Wat niet verbazingwekkend is. Aangezien, nouja, het een hond is.

Een koude bries laat kippenvel op mijn armen staan. Ik draai de kant van de wind op. Tot mijn verbazing zie ik de voordeur openstaan. Snel spring ik op en loop erheen. Wie laat de deur nou open? Het is hartstikke koud. Ik duw de deur dicht.

Pas wanneer ik me omdraai om naar boven te gaan, dringt het tot me door. Wat doe ik hier nog? Gehaast draai ik me weer om. Ik trek de deur open, die voor een windvlaag in mijn gezicht zorgt.

Weglopen gaat voor veel problemen zorgen. Ben ik echt zo dom?

Ja.

Ik stap de drempel over en sluit de deur achter me. De vorige keer liep ik richting de boot en het dorp, dat was overduidelijk geen succes. Na een korte overweging, besluit ik om toch weer door het bos te gaan. De kans dat ze me dan vinden, is een stuk kleiner. Zonder na te denken ren ik langs het gebouw het bos in, totaal vergetend dat ik langs het keukenraam ren.

De pijn in mijn voeten laat me realiseren dat ik wéér geen schoenen aan heb. Je zou denken dat een ezel zich niet twee keer aan de zelfde steen stoot.

Nou, deze ezel wel.

Een pijn in mijn teen laat me stoppen en mijn voet omhoog trekken. Ik vloek zacht. Waarom denk ik na over jezelf tegen een steen stoten midden in een bos? Tuurlijk moet ik me dan daadwerkelijk stoten.

Ezel..

Ik schud de pijn uit mijn voet en ren weer verder. Normaal houd ik van de natuur, maar ontvoerd worden naar een huis middenin een oerwout stond niet echt op mijn bucketlijstje. Laat staan drie keer..

Een scherpe steek schiet in mijn zij. Ondanks de pijn in mijn voet en de steek in mijn zij, ren ik door. Mijn lichaam wordt steeds zwakker, ik voel het. Maar ik moet door. Ik moet het redden.

~~

Mijn benen zeuren. Ik wil door rennen, ik wil het echt, maar mijn lichaam lijkt niet meer te kunnen. Hoe lang ren ik al? 5 minuten? 5 uur? Hijgend leun ik met mijn handen op mijn benen. Ik hoest een aantal keer. Tot mijn schrik zie ik bloed op mijn mouw.

Ontkoppeld!!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu