Ongelukken

51 1 0
                                    

De volgende dag werd ik wakker en voelde geen pijn meer in mijn benen dat betekend dat ik gewoon kan gaan werken. Ik glipte uit Shusei's armen en liep richting de badkamer. Toen ik de badkamer binnen liep schrok ik me rot overal lagen foto's en de muren waren besmeurd met teksten. Er stond: Blijf van hem af hij is van mij. Een eindje verder stond: Ik ben de enige waarvan hij houdt jij bent niks voor hem. Ik begon weer te trillen en terug naar Shusei te rennen. Hij was inmiddels wakker maar lag nog steeds in bed. ''Shusei de badkamer kom vlug.'' Hij sprong gelijk uit bed en rende met mij mee terug naar de badkamer. ''Holy shit kom we gaan Kevin bellen en ons aankleden. Nadat Shusei Kevin had gebeld kwam hij weer de slaapkamer in. Ik deed net mijn bh aan en had niet gezien dat hij binnen kwam. Ik voelde 2 armen die om mij heen sloten. Shusei kuste me in mijn nek en draaide me om met mijn gezicht naar hem. ''Ik hou van je.'' ''Ik ook van jou.'' We zoende elkaar en ineens leken we te beseffen dat we moesten werken want we lieten elkaar gauw los en begonnen onze spullen op te zoeken. We waren net op tijd. Alex riep ons bij elkaar voor een vergadering. ''Hallo allemaal aller eerst hoe gaat het?'' Kaoru, Minato, Chiaki en ik antwoordde allemaal hetzelfde: goed. Alex richtte zijn aandacht op Shusei. ''En met jou Shusei?'' Shusei keek op van zijn papieren. ''Vanmorgen zat de badkamer onder het bloed met teksten erop verder gaat wel.'' Hij zei het sarcastisch ik wist dat het niet zo goed met hem ging hij maakt zich zorgen. Ik zag dat de jongens schrokken. Ja het was ook een vreselijk gezicht. ''Shusei wat vreselijk voor je.'' Ik kon niet laten merken dat ik het al wist natuurlijk. Hij keek me een moment verward aan en speelde daarna mee. ''Ja het was niet echt fijn je komt je badkamer binnen lopen en dan zie je al dat bloed.'' Daarna ging de vergadering alleen nog maar over werk. We waren allemaal weer aan ons eigen werk gegaan. Ik hoorde Alex tegen zijn telefoon praten en kon het niet laten om mee te luisteren. 

Alex: Wat is er gebeurd?

Brandweerman: uw huis staat in brand.

Alex: Wat?! Hoe kan mijn huis nou in brand staan?

Brandweerman: Het is door iemand aangestoken maar de schade is niet zo erg.

Alex: Hoe erg precies?

Brandweerman: De tuin een deel en aan de achterkant wat aan de tuin grenst.

Alex: Is er aan de binnen kant iets beschadigd?

Brandweerman: Nee alleen de buiten kant van uw huis.

Alex: Ik kom zo wel even kijken is de brand al uit?

Brandweerman: Ja we wachten tot u er bent.

Alex: Is goed ben er over 10 minuten dag. 

De ex van Shusei heeft Alex's huis in brand gestoken. Dat is me wel duidelijk wie anders. Ik liep naar het bureau van Shusei en tikte hem aan. ''Alex huis is in brand gestoken ik denk door je ex.'' ''Dat meen je niet.'' Hij keek geschokt. ''Jawel meen ik wel, hij stond net te telefoneren daarom weet ik dat.'' Shusei liep al richting Alex. Ik zag hem daarna naar Minato lopen en ze keken mijn kant op. Daarna liep hij met Alex mee. Minato kwam mijn kant uit. ''Hey, Sasja het was toch een grapje vanmorgen toen Shusei zei dat de badkamer onder het bloed zat?'' ''Nee ik liep naar binnen en zag het daarna ben ik hem gaan halen maar behalve dat bloed op de muren lagen er ook foto's van hem en mij.'' Minato leek geschokt. ''Wat stond er eigenlijk op de muur?'' ''Blijf van hem af hij is van mij en verderop stond, ik ben de enige waarvan hij houdt en jij bent niks voor hem.'' Ik moest mijn tranen inhouden. Die tekst deed me pijn, ik wist dat het niet waar was wat er stond maar toch deed het pijn. Na de blik van Minato kon ik me niet meer goed houden langzaam viel er een traan van mijn wang en daarna volgde er nog veel meer. Wat ik niet verwacht had was dat Minato me knuffelde en mompelde dat het allemaal wel goed zou komen. Tussen mijn tranen door zag ik Chiaki onze richting op komen. ''Hey Sasja wat is er?'' Minato draaide zich om naar Chiaki. ''Haar vriend heeft het uitgemaakt.'' Chiaki staarde me verbaasd aan. ''Had jij een vriend?'' Ik huilde nog steeds en hoorde niet goed wat ze allemaal zeiden. Minato schoot me te hulp. ''Ja ze wil er niet over praten.'' Ook Chiaki knuffelde me alleen hij wist de echte reden niet. Minato en Chiaki bleven nog een poos bij me. Ik zag Shusei weer terug komen hij keek niet blij. Minato liep naar hem toe en ik zag dat Shusei een bezorgde blik op mij wierp en naar me toe kwam. ''Hey gaat het?'' ''Ja niks aan de hand.'' Hij knuffelde me en fluisterde in mijn oor. ''Als er iets is kan je het me zeggen, en er is niet niks je huilt niet zomaar.'' Daarna liet hij me los. ''Bedankt jongens maar ik ga weer aan het werk denk ik.'' Chiaki, Minato en Shusei gingen terug naar hun eigen bureau's. Kaoru kwam binnen gelopen hij ging zitten en pakte een foto. Een kat stond erop en erbij geschreven stond Tama. Ik zag hoe er een traan over zijn wang liep. Ik legde mijn hand op zijn schouder. Hij keek me verbaasd aan. ''Wat is er gebeurd Kaoru?'' Hij zuchtte en zwijgde. ''Kaoru..'' Hij keek weer naar de foto. ''Ze is weg en ik kan haar niet vinden.'' Ik wist dat Tama veel voor hem betekend. Wij zouden denken het is maar een kat maar voor hem was ze niet zomaar een kat. ''Je vind haar wel Tama komt altijd terug.'' Hij keek me emotieloos aan en ging verder met zijn werk. Opeens voelde ik een felle steek in mijn schouder. Ik gilde en hoorde geschreeuw van verschillende kanten daarna ging alles op zwart. 

Ik werd wakker in het ziekenhuis. Ik zag Shusei naast me zitten. Hij had mijn hand vast. Ik kon me niet bewegen laat staan praten ik had mijn ogen open alleen hij keek naar beneden en zag het niet. Hij hief zijn hoofd en ik zag sporen van tranen. ''Je bent wakker.'' Ik kon nog steeds niet praten of bewegen. Hij keek me lang aan. ''Je bent verlamt ik zal even een dokter voor je roepen. hij drukte op het rode knopje naast mijn bed en vrijwel direct kwam er een dokter. De dokter vroeg of ik wat bewegingen wilde doen maar ik kon niks dus gaf hij een of andere middeltje en al gauw viel ik weer in slaap. Ik werd wakker nu kon ik me wel bewegen. ''Hoi Shusei, hoelang heb ik geslapen?'' Zijn hoofd ging met een ruk omhoog. ''Je kan weer praten gelukkig ik was zo bang niet zo lang deze keer ongeveer een dag.'' ''Waarom zou je bang zijn?'' Hij glimlachte waterig. ''Dat ik je kwijt zou zijn, ik was bang dat je nooit meer wakker zou worden.'' ''Ohw ik geef niet zomaar op jij bent me veel te veel waard om er tussen uit te glippen.'' Hij kwam dichterbij met zijn gezicht vlak voor zijn lippen de mijne raakte ging de deur open. Snel ging hij weer recht zitten. Chiaki kwam de kamer binnen. Hij keek ons een moment vreemd aan. Zou hij wat gezien hebben? ''Hoi Sasja, hoe gaat het? Kan je weer bewegen?'' ''Ja ik kan weer bewegen volgens mij wel goed.'' Na nog even met Chiaki en Shusei gepraat te hebben kwam er een dokter binnen. ''Hallo mevrouw De Leeuw, ik zie dat het al beter gaat.'' Hij deed wat testjes en knikte goedkeurend. ''U mag naar huis.'' Shusei stond op. ''Ik ga nog even naar de wc ben zo terug dan breng ik je naar huis.'' Toen hij weg was was ik alleen met Chiaki. ''Sasja, hij is de hele tijd bij je gebleven ik denk dat hij een oogje op je heeft.'' ''Of misschien voelt hij zich schuldig.'' Chiaki glimlachte. ''Neh, ik heb hem nog nooit zo bezorgd over iemand gezien. Ik kan me wel indenken waarom hij je leuk vind je bent gewoon heel aardig en schattig.'' Ik bloosde. ''Chiaki... Ik ben niet schattig.'' ''Wel'' ''Niet'' ''Wel'' Niet'' We schoten in de lach het had zo kinderachtig geklonken. Shusei kwam weer binnen en rinkelde met zijn auto sleutels. ''Komen jullie?'' Ik stapte uit bed en viel bijna om alles draaide. Ik voelde hoe 2 armen me grepen voor ik kon vallen. ''Blijf staan steun maar op mij.'' Het was Shusei en aan mijn andere kant stond Chiaki. Ze glimlachte allebij naar me. Uiteindelijk waren Shusei en ik weer thuis. Chiaki hadden we al naar zijn huis gebracht. ''Zou ik dat ziekenhuis nog een keer tegen komen?'' ''Vrees van wel maar je bent er weer uit dat is het belangrijkste.'' Shusei zag er moe uit. Hij ging op de bank zitten en trok me bij hem op schoot. We zeiden niks. Ik voelde dat hij in slaap was gevallen en wilde van hem af gaan maar hij hielt zijn armen strak om me heen. Ik zuchtte hij is zo lief en toch zoveel problemen. Ik ging tegen hem aan liggen en viel ook in slaap.



Our storyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu