oprichten van club

239 28 2
                                    

Op de binnenplaats staat Zwamdrift met knikkende knieën en met tranen in haar ogen te kijken hoe vilder haar koffer naast haar zet. Omber komt aangelopen met een soort brief in haar hand. Professor Zwamdrift wil naar haar toe lopen, maar ze struikelt over haar koffer. Ze staat op en moet bijna huilen. 'alstublieft! Ik heb hier zo lang les gegeven, dat kunt u niet doen!' omber houdt de brief omhoog. 'Dat kan ik wel.' Zegt ze met een triomfantelijke blik. Professor Zwamdrift begint te huilen. professor Anderling komt aanrennen en begint haar te troosten, terwijl Omber professor Anderling geëriteerd aan kijkt. 'Wil je iets zeggen?' Vraagt Omber. Anderling kijkt haar boos aan. 'Er zijn heel veel dingen die ik wil zeggen!' Het liefst zou ik Omber een trap willen geven, maar ik hou me in. Dan vliegen de deuren die naar de binnenplaats leiden open en professor Perkamentus komt aangelopen. 'Minerva, breng haar terug naar binnen.' Beveelt Perkamentus. Anderling knikt en Zwamdrift antwoord huilt nu van blijschap. 'Echt! Ohh.. dankuwel!' Perkamentus geeft haar een bemoedigend schouderklopje en richt zich dan tot Omber. Hij wil iets zeggen maar Omber is hem voor. 'Albus, ik hoop dat je weet waar je mee bezig bent, want ik heb het volste recht om-' 'Om de leraren te schorsen, maar niet om ze te verbannen. Dat recht heeft alleen het schoolhoofd.' Omber krijgt een glimlach op haar gezicht die me niet bevalt. 'Nu nog wel.' Perkamentus lijkt even overdonderd, maar hij hersteld zich, draait zich om en roept tegen iedereen: 'hebben jullie geen werk te doen?!' Harry pakt mijn arm vast en trekt mij mee in de richting waar Perkamentus verdwenen is. Ik wil vragen wat hij in godsnaam aan het doen is, maar voor ik iets kan zeggen zegt hij: 'ik moet Perkamentus spreken! Hij negeert me de hele tijd en ik wil weten waarom.' We rennen achter perkamentus aan. Harry roept de hele tijd zijn naam, ik heb het gevoel dat hij ons wel hoort, maar volgensmij negeert hij ons, net zoals Harry vertelde. Perkamentus loopt de hoek om. Hij heeft nog steeds een voorsprong. Als wij ook de hoek om gaan kijken we verbaasd in het rond. Perkamentus is uit het niets verdwenen.

Die avond zitten Harry, Hermelien, Ron en ik in de leerlingen kamer van Griffoendor. Ik kom al sinds mijn derde jaar in de leerlingenkamer van Griffoendor en de dikke dame is het inmiddels al gewend. Hermelien staart uit het raam. 'Omber gaat echt te ver!' Zegt ze. 'Als zij ons niet wil leren hoe we ons moeten verdedigen, dan moeten we iemand zoeken die dat wel wil.' Ze draait zich om en kijkt naar Harry. Ik snap het meteen, maar Harry duidelijk niet, want hij kijkt Hermelien vreemd aan. 'Harry, ze bedoelt jou...' zeg ik. Harry kijkt ons met grote ogen aan. 'Ik! Echt niet! Dat kan ik helemaal niet!' 'Toch wel Harry, jij bent degene die met voldemort gevochten heeft, de rest niet.' Zeg ik. Bij de naam Voldemort krimt Ron ineen. 'Weet je wat? Ik ga morgen mensen zoeken die mee willen doen. Maar nu ga ik naar bed, welterusten.' Zegt Hermelien en ze loopt naar de meiden slaapzaal nog voor Harry kan protesteren.

friend of harry potter en de orde van de feniksWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu