Zojuist heeft de familie Wemel een goed bericht gehad. Meneer Wemel wordt vandaag ontslagen uit het St. Holisto en komt straks ook naar de orde toe. Alle Wemels zijn samen met Hermelien er naar toe om hem te helpen. Alleen Harry, Sirius en ik zijn nog op de orde. Dan gaat de deur opeens open en verwacht ik meneer Wemel en de rest te zien, maar het is professor Sneep. 'Ik heb informatie van Perkamentus, Zwarts.' 'Jij? Kan hij dat zelf niet komen zeggen?' 'Hij is verhinderd.' 'Goed dan, gaan jullie maar alvast naar boven. Ik roep jullie wel als we klaar zijn.' Harry en ik grijnzen naar elkaar, ten teken dat we totaal niet van plan zijn om rustig naar boven te gaan om daar te zitten wachten. Helaas heeft Sirius het gezien. 'Probeer ons maar niet af te luisteren, want we spreken een spreuk uit over de deur.' We lopen met een chagrijnig gezicht naar boven, dat hebben wij weer! 'Wat zullen ze bespreken?' Vraagt Harry. 'Geen idee, maar waarschijnlijk belangrijke informatie, want anders zouden wij er wel bij mogen zijn en...' ik wordt onderbroken door een stem die beneden schreeuwt: 'ik heb je al eerder gewaarschuwd secretus!' Ik kijk Harry aan en hij denkt duidelijk hetzelfde. Dit loopt uit de hand. Het was eigenlijk al helemaal geen goed idee om die twee samen in één kamer te zetten. We stormen naar binnen en ik zie Sirius die tegenover professor Sneep staat. Allebei hebben ze hun toverstokken in hun hand en kijken elkaar dreigend aan. 'Wat zijn jullie in godsnaam aan het doen! Stop daarmee!' Maar ze negeren me. Sirius gaat gewoon door. 'Hoe gaat het tegenwoordig met Lucius Malfidus? Hij vind het zeker wel prachtig dat zijn schoothondje op Zweinstein werkt, hè?' 'Nu we het toch over honden hebben,' zegt professor Sneep zacht, 'wist je dat Lucius Malfidus je herkend heeft, de laatste keer dat je zo nodig buiten moest spelen? Echt heel slim om je te laten zien in een veilig station... had je meteen een goed excuus om je schuilplaats niet meer te hoeven verlaten, hè Zwarts?' Sirius is bijna niet meer te houden en heft zijn toverstok op. 'NEE SIRIUS!' roepen Harry en ik tegelijk. Harry trekt Sirius naar achter en ik professor Sneep. 'Noem je mij een lafaard!!!' Bruld Sirius. 'Ja, eerlijk gezegd wel.' 'Harry-ga-weg!' Sirius duwt Harry opzij en ook Sneep duwt me weg. Als ze gaan duelleren is de chaos niet te overzien. Mijn toverstok! Waar is mijn toverstok! Ik gris hem van de tafel. 'Expelliarmus!' Allebei hun toverstokken vliegen door de ruimte en ik vang ze behendigd op. 'Schamen jullie je niet! Jullie maken ruzie als twee kleine kinderen! Kunnen jullie het verleden voor EEN minuutje met rust laten! En ook nog eens tijdens kerstmis!' Ze staren me geschrokken aan, want ze hebben me nog nooit zo kwaad gezien. 'Pas als jullie elkaar excuses hebben aangeboden, geef ik de toverstokken terug!' Ze staren me nog steeds geschokt aan. Dan mompelen ze iets naar elkaar wat blijkbaar op een soort sorry moet lijken. Ik begrijp dat het niet meer wordt dan dit en geef ze hun stokken terug. Sneep loopt zonder nog een woord te zeggen de deur uit, terwijl Sirius hem woedend nakijkt. Dan klinkt er opeens een vrolijke stem door de gang: 'We zijn terug! Samen met Arthur!' Het is mevrouw Wemel, samen met de rest. Als ze ons zo ziet staan kijkt ze ons wantrouwend aan. 'Is er iets aan de hand?' We schudden alle drie snel ons hoofd. Misschien iets té snel, maar Mevrouw Wemel is al weer met Arthur bezig. Gelukkig.
Het is echt heel gezellig die avond tijdens het kerstmaal. Mevrouw Wemel heeft echt haar best gedaan. Na het eten was het tijd voor de cadeautjes. Ik heb ook cadeautjes gekocht voor Harry, Hermelien, Ron en mijn moeder. Voor Harry heb ik een beeldje van een snaai, voor Hermelien een boek over geschiedenis van de toverkunst, voor Ron een boek over Zwerkbal en voor mijn moeder een doosje bonbons, want dat vind ze heel lekker. Ze waren er allemaal erg blij mee. Zelf heb ik van Harry een boek over Zweinstein gekregen, van Hermelien een ketting met een adelaar, van Ron een boek over toverdranken en van mevrouw Wemel een Donkerblauwe trui met een s erop, dat is de eerste letter van mijn naam. Mijn moeder stuurde een brief waarin stond dat ze haar cadeautje voor mij morgen per uil zou versturen. Aan het eind van de avond kwamen ook een paar leden van de orde langs, waaronder Remus, Dwaaloog Dolleman, Tops en zelfs professor Sneep kwam even langs om iedereen een vrolijk kerstfeest te wensen. Ik heb het idee dat mijn uitbarsting van vamiddag nogal indruk heeft gemaakt. Ondanks dat het zo gezellig is verlang ik toch weer na Zweinstein, vooral naar de nieuwe lessen. Maar dat gedoe met Omber zit me toch niet helemaal lekker...
JE LEEST
friend of harry potter en de orde van de feniks
FanfictionSara Ravenklauw, 15 jaar oud, volbloed en afstammeling van Rowena Ravenklauw, is een goede vriendin van Harry potter. dit jaar op zweinstein wordt anders, niet alleen omdat ze moeten beslissen welk werk ze later willen gaan doen, maar ook doordat h...