Hoofdstuk 32

72 4 0
                                    

De reis duurt niet lang, maar Edith neemt telkens zijweggetjes in de hoop de handlanger in de war te brengen.
Niet veel later gaan we wat minder snel rijden en word ik weer wat rustiger.
De weg word steeds steiler en op een gegeven moment zie ik een klein huisje in de verte.
Hij is van donker hout en valt bijna niet op tussen de bomen die er staan.
Ik word al zenuwachtiger... Wat als ze mij niet wilt zien?
We binden de paarden vast aan het hek die om het huis heen staat en we lopen naar de deur.
Edith knikt mij bemoedigend toe en klopt dan op de deur.
Ik hoor iemand lopen en niet veel later gaat de deur open...
En daar staat ze. Mijn moeder.
Ze heeft rood/bruin haar en een zwarte jurk aan en kijkt mij geschrokken aan.
"Laura?!" haar stem is bijna precies hetzelfde als het mijne.
Ik glimlach een beetje krampachtig.
Mijn moeder loopt naar mij toe en omhelst mij stevig.
Gelukkig, ze is niet boos...
Ze bekijkt mij van een afstandje en blijft maar glimlachen.
"Wat ben je... Groot geworden..."
Ze kijkt Edith vragend aan. "Ze stond plotseling voor mijn deur en vroeg naar jouw" zegt ze.
Mijn moeder glimlachte. "Kom binnen, kom binnen..."
We lopen naar binnen. Het huis is klein en bestaat uit drie ruimtes.
De keuken, de woonkamer en de slaapkamer.
Ze knikt naar de bank en we gaan zitten. Mijn moeder gaat tegenover mij zitten.
"Wat is er allemaal gebeurd?" vraagt ze dan.
Ik vertel haar alles, echt alles...
Als ik ben uitgepraat kijkt ze mij verrast aan.
"Ik heb nu zeker ook wat uit te leggen he..." zegt ze. Ik knik. "Ehh... Tja...
Je moet ten eerste begrijpen dat ik je niet voor niks naar het weeshuis had gebracht.
Je vader was verdwenen en ik wist niet wat ik moest doen... Ik had al wel door dat Alexandra en haar meester er achter zaten en ik wou niet dat je ook gevaar zou lopen."

de stad van Elfen IWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu