Hoofdstuk 26

73 5 0
                                    

Er trekt een rilling over mijn rug, maar op de een of andere manier klinkt het mij ook niet echt raar in de oren.
"Dacht ik al" zeg ik glimlachend. Ik kan deze vrouw maar beter te vriend houden.
Ze pakt een glas en tapt daar een dikke rode vloeistof in.
Bloed?
Het klinkt raar, maar op een één of andere manier trekt het mij aan en krijg ik er een branderig gevoel van in mijn keel.
Ik schud mijn hoofd een loop naar de trap. Ik mompel een bedankje en loop de trap op. Ze kijkt mij even een beetje beledigd aan, maar gaat dan verder met de afwas.
Ik loop de krakende trap op en kom op een overloop met een paar deuren.
Er zijn er maar 6.
Ik heb nummer 5 en ik loop snel naar mijn kamer.
De kamer is net zo donker als alles hier, maar wel veel groter dan ik had verwacht.
Er brand een klein vuurtje in de openhaard en er staat een bed, een bureau en 2 stoelen. Er is ook een deur naar een kleine ruimte waar je je kan wassen.
Ik zucht en was mijn gezicht. Dan trek ik de dikke, warme nachtjapon aan die ik speciaal had meegenomen voor als ik weer binnen zou gaan slapen, zoals nu.
Ik stap in bed en binnen de kortste keren slaap ik al.
De volgende ochtend heb ik eindelijk weer eens het gevoel dat ik goed geslapen heb.
Ik rek mij uit en blijf even genietend liggen... Dan stap ik uit bed en trek de zware gordijnen open. Ondanks dat het al licht had moeten zijn, schemerde nog.
Volgens mij wordt het hier nooit echt licht.
Ik kleed mij om, doe mijn haar goed, pak alle spullen in en doe als laatste de ketting van mijn ouders om.
Als ik naar beneden loop wordt ik begroet door dezelfde vrouw als die vorige avond en ik groet haar vriendelijk terug.
Ik eet wat en vraag daarna wat de snelste route naar de bergen is.
Ze legt het mij geduldig uit en daarna vertrek ik.

de stad van Elfen IWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu