Hoofdstuk 24

85 5 0
                                    

Ik rij langzaam door de stad en neem alle details goed in mij op. De straten zijn weer vol, zoals gewoonlijk en er is geen spoor van de handlanger te bekennen. Wanneer ik de stad uit ben, kijk ik niet om... Dat doet mij te veel pijn.
Ik rij de hele dag door, met maar kleine pauzes voor Shadow en ben aan het einde van de dag weer in het bos.
Dit gaat echt veel sneller dan lopen.
Ik besluit te overnachten tussen een groepje bomen die in de buurt dicht bij elkaar staan en bedek mezelf met mos zodat ik niet opval.
De volgende ochtend eet ik een karig ontbijd, was me in een beekje en ga daarna weer op pad.
Ik ben blij dat ik Shadow heb, maar alsnog voel ik mij tijdens de reis soms best alleen.
Hoe meer ik naar het zuiden reis, hoe kouder het wordt.
Ik dacht dat het in het zuiden juist warmer zou zijn...
Niet dus.
Na 3 weken reizen ben ik uitgeput en kom ik eindelijk een dorpje tegen.
Ik ben er bijna!!
Het komt goed uit, want ik ben al een tijdje door mijn voorraad eten heen en ik ben niet echt een ster in jagen, dus ik heb ook best wel honger. Het dorp bestaat uit onmogelijk nauwe straatjes en huizen van donker hout.
In de hoge huizen zitten amper ramen en er zijn maar een paar mensen op straat.
Ik krijg er niet echt een welkoms gevoel van.
Alle mensen lopen een beetje voorover gebogen en hebben dezelfde capes om als mij.
Ik rij door de stad op zoek naar een herberg, maar ik zie er geen een.
En nu moet ik dus iemand vragen.
Ik stap af, wat mij al veel beter lukt dan de eerste keer en loop op een meisje af, een van de weinige die niet voorovergebogen loopt.
"Ehm... Mag ik wat vragen?" vraag ik en ze kijkt mij vragend aan.
Ze is lijkbleek en heeft haar blonde haren in een grote, slordige knot op haar hoofd.
"Wat is er?" vraagt ze. Haar stem is helder en zuiver.
"Ik zoek de dichtstbijzijnde herberg, waar kan ik die vinden?"
Ze knikt naar de straat waar ze uit kwam lopen.
"Die straat in, als je die straat doorloopt is er een herberg aan je linkerhand."
"Dankje" zeg ik. Ze knikt nog eens en loopt dan verder.
Ik stap weer op en loop de aangewezen straat in.

de stad van Elfen IWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu