Hoofdstuk 7

858 32 4
                                    

Silverstar , het paard met een vechtend hart.

Amber sloeg met een meelevende blik een arm om mij heen. Haar ogen wierpen mij een zorgende blik toe. ' Het gaat wel hoor Amber , ik ben alleen gewoon een klein beetje vliegtuig misselijk denk ik.'  Een kleine glimlach werd toonbaar op mijn gezicht.  Mijn moeder draaide zich om en keek mij een beetje met diezelfde bezorgde blik wat Amber ook had aan. " Lieverd gaat het , je ziet helemaal bleek." Ik keek mij moeder met een het gaat wel blik aan.  Ik haalde even diep adem toen ze weer voor zich keek. Mijn maag leek wel rondjes te draaien binnenin.  Mijn hand drukte ik tegen mij buik aan om zo de misselijkheid een beetje te proberen te verminderen.  Soms kwam er een stewardessen rond om iets van drinken of eten aan te bieden , alleen had ik nu even nergens trek in. Uren gingen er voorbij , en uiteindelijk was ook mijn misselijkheid een beetje afgenomen. Ik haalde weer opgelucht adem en keek door het kleine ronde raampje naar buiten. Door de boxen waar het geluid door kwam werd er een mannelijke stem hoorbaar.

" Beste Passagiers , we zullen over enkel minuten gaan landen in Amerika. Wilt u zo vriendelijk zijn om je gordels om te doen en te blijven zitten. Namens ons een fijne reis." 

Toen de piloot klaar was met zijn preek werd de verbinden met het geluidsapparaat verbroken. Iedereen ging weer met elkaar praten en deed alsof vliegen de gewoonlijkste zaak was.  Van de hele vlucht had ik misschien maar een ding op en dat was een stukje van een chocolade reep. Verder had ik een paar uur geslapen omdat het soms best lang duurde en een beetje saai was , op de bergen en zee en al die andere dingen na. Amber slaakte een zucht en ging een beetje achterover in haar stoel leunen en verveeld voor zich uitstaren. Vliegen stelde zoals ik gedacht had dus toch niet zo heel veel voor. Mijn moeder was inmiddels al begonnen over haar hele verhaal over hoe mooi het in Wyoming wel niet kon zijn , en dat ze ook andere plekken wilde bezoeken zoals de Rocky Mountains. Ik had uit verveling mijn arm onder mij hoofd gedaan en was als een halve dooie voor mij uit gaan wezen staren. Mij vader daarin tegen had de hele vlucht op landschappen gelet en natuurlijk in zijn krant wezen lezen.  Hij leek nogal erg enthousiast te zijn over waar we heen gingen. Ineens merkte ik dat we lager gingen vliegen , omdat een bepaalde druk op mijn oren weer had toegenomen. Ze sprongen weer open en gingen weer dicht , deze keer hielp het kauwen op kauwgom een beetje. Toen de bergen en landschap uiteindelijk meer zichtbaar begonnen te worden had ik door dat we al bijna bij het landingspunt waren. Paar minuten later hadden de willen van het vliegtuig al bijna de grond geraakt. Toen we op de weg reden van de landingsbaan kwam het vliegtuig niet veel later tot stilstand. Toen het vliegtuig helemaal stil stond werd later de deur van de uitgang geopend en werden er door jongens die op het vliegveld werkte de koffers en andere tassen tevoorschijn gehaald en op de kar gezet. Iedereen was langzaam opgestaan en stond in de rij om uit te stappen uit het vliegtuig.

Eindelijk ik kon weer een voet op de vaste grond zetten. Voorzichtig deed ik eerst mijn krukken op de trap en daarna voetje voor voetje mijn eigen voeten. Het ging soepel , makkelijker als ik had gedacht. En tot mij verbazing heeft eigenlijk geen een persoon naar mij omgekeken , omdat ik anders ben. Ik slaakte een zucht van blijdschap en wachtte beneden op de andere. Amber was ook blij dat ze weer op de grond kon staan , tot mij verbazing ging ze de stenenvloer zoenen. Ik gierde het even uit van het lachen omdat het er best lachwekkend uit zag. In de verte kwam er iemand aangelopen in een lange lichte spijkerbroek met een geruite rood witte blouse aan en een bruine hoed op zijn hoofd. Uit schaamte deed ik mijn hand voor mij gezicht en keek niet naar het persoon op. ' Als je het nog niet over cowboys had."  zei een schamende stem in mij hoofd. " Howdiee , jullie moeten de familie Douth wel zijn. Ik had jullie al verwacht , ik dacht van laat ik de familie is een warm welkom geven. Zei Duke. Ik keek naar de man in zijn strakke spijkerbroek en zijn geruite blouse. Oké ik moest toegeven hij zag er vriendelijk uit , maar waarschijnlijk was het een taaie.

Silverstar, het paard met een vechtend hart.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu