Hoofdstuk 5

266 13 0
                                        

p.o.v Taylor

Met een klap lag ik op de grond. Mijn hoofd knalde ergens tegenaan, wat me hoofdpijn opleverde. De persoon voor me stond op en trok me mee omhoog. Het was Drew. De persoon die ik het meest haatte van allemaal, had me zojuist gered. Drew was kwaad, dat was wel duidelijk. Hij begon te tieren of ik gek was geworden en of ik de auto niet aan had zien komen. Ik begon bang van hem te worden. Zo kwaad had ik hem nog nooit gezien. Normaal was hij altijd heel kalm en beheerst, maar daar was nu niks van terug te zien. Ik bleef naar de grond kijken en kon de kleine snik niet onderdrukken. 'Sorry.' Dat was het enige wat uit mijn mond kwam. 'Hier neem deze maar, voordat ze echt bevriezen.' Drew stak zijn paar handschoenen uit. Dankbaar nam ik de handschoenen aan en trok je ook gelijk aan. De warmte van zijn handen zaten nog in de handschoenen, waardoor ze nog warmer waren aan mijn handen. Drew vroeg of ik ergens pijn had. Ik schudde mijn hoofd en zei alleen dat ik wat hoofdpijn had. Drew keek achter me en daarna vroeg hij of ik me wilde omdraaien zodat hij mijn achterhoofd kon zien. Voorzichtig ging hij naar de plek waar echt de meeste hoofdpijn had. 'Jij gaat met mij mee! Je hebt een gat in je hoofd.' Een gat? Nou lekker dan. Vandaag is het mijn dag totaal niet. Eerst mijn fiets, toen mijn ouders en nu dit! Samen met Drew liepen we weer naar school toe. De wind was nog steeds scherp en mijn achterhoofd branden als een gek. 'Ik rij je naar het ziekenhuis, Dan zijn we daar sneller.' Drew liep vooruit naar een auto toe. De auto voelde lekker warm aan. Drew begon te rijden, maar wel voorzichtig zodat hij niet slipte over de gladde wegen. Er was een vraag die op het punt je van mijn tong lag. 'Waarom kwam je achter me aan?' Voor ik het doorhad, was de vraag al ontsnapt. Ik kon mezelf wel slaan. Domme Koe die je er ook bent, misschien kwam hij wel helemaal niet achter je aan. Hij keek vanuit zijn ooghoeken me aan, maar reageerde niet op mijn vraag. Ondertussen werd de hoofdpijn alleen meer erger en erger. Alsof mijn hoofd uit elkaar zou knallen. Geen greintje pijn liet ik merken. Alles verbergen dat is wat ik zal doen. De emoties, de pijn, alles zou onder een masker zitten. 'Taylor, we zijn er.' Voor me stond een groot gebouw. Bah, ik had een hekel aan ziekenhuizen. Het had altijd een aparte geur of het was vreselijk wit. Drew ging naar de balie toe om te vragen waar we naartoe moesten. Uiteindelijk waren we gestrand om de derde etage. We werden gelijk meegenomen een kamer in. De vrouw begon de wond schoon te maken en had me van tevoren een pijnstiller gegeven. Daar lag ik dan uiteindelijk, op een ziekenhuisbed terwijl een vrouw bezig is met mijn hoofd. Drew zat aan de zijkant waar ik naartoe keek. 'Het moet gehecht worden, dus we zullen je een verdoving moeten geven.' 'Wat? Toch geen naald he?' 'Het prikt alleen een klein beetje, anders kunnen we het niet hechten.' Ik knikte maar, al was ik het er helemaal niet mee eens. 'Het prikt? Tuurlijk prikt het, een naald gaat mijn hoofd in.' Mompelde ik in mezelf. Iemand anders naast me begon te lachen, blijkbaar had hij het wel gehoord. Ik trok een wenkbrauw op naar hem. 'Wat? Mag ik niet meer lachen. Ik ben ook maar een mens hoor.' Ja whatever. Hij was gestopt met lachen, maar had een grote glimlach op zijn gezicht. Duidelijk moest hij zijn lach inhouden. 'Klaar voor de prik mevrouw?' 'Nee helemaal niet, maar doe het alstublieft snel.' 'Goed als u stil blijf liggen.' Een scherpe pijn voelde ik, maar gelukkig was het daarna snel weg. 'Het is al gedaan hoor. Ik ben zo terug de verdoving moet nog inwerken. Het is druk vandaag.' Met grote passen liep ze de kamer uit. Wanneer ik naar Drew kijk, zie ik dat hij een serieuze blik op heeft gezet. 'Ik moet je wat vertellen Taylor.'

Once in, Never outWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu