Hoofdstuk 13

237 5 0
                                    

p.o.v Taylor

De laatste twee uren van de dag vielen uit, wat twe dingen kon betekenen. Of ik moeten nog twee uur wachten of ik ga lopen naar huis. Ik besloot maar om naar huis te gaan lopen. Even snel maakte ik een stop bij de brug weer en zag Jhon ziten.'Heey Jhon!' Verbaasd keek hij op. 'Niet verwacht om mij ooit terug te zien he.' Lachend schudde hij zijn hoofd. 'Dat klopt Taylor. Wat leuk dat je er weer bent. De spullen die je me hebt gegeven zijn echt fantastisch met dit koude weer. En van het geld heb ik heerlijke broodjes gehaald. Nog steeds bedankt daarvoor.' Ik pakte mijn portomonee en gaf weer wat overig geld aan Jhon. Ook dit keer was het echt niet veel. 'Meen je dat Taylor? Weet je zeker dat je het geld niet nodig hebt?' Ik schudde mijn hoofd en legde het geld in zijn hand. 'Ik zal proberen eens wat vaker langs te komen Jhon. Misschien neem ik de volgende keer wat meer mee.' 'Ben je gek? Dit is het meeste wat iemand ooit voor me gedaan heeft, maar ik zie je hoofdje maar al te graag af en toe weer eens even verschijnen. Tot gauw Taylor.' Ik zwaaide nog even en vervolgde mijn weg naar huis. Voor Drews huis zat er een klein busje een aantal dozen uitladen. Dat was waar ook! Het handjevol spullen die ik wilde bewaren zouden vandaag komen. Voor de rest was alles verkocht en het huis ook. Daar gingen alle herinneringen. De vier dozen bracht ik naar mijn 'kamer'toe. Het voelde nog steeds alsof ik een indringer was in hun huis. Ik had me hier vanaf het begin me al niet thuis gevoeld, hoe aardig Linda, Drews moeder, ook is. Uiteindelijk toen ik de laatste doos op de kamer had gezet, kwam Drews vader, Luxor, binnen. 'Wij moeten eens een hartig woordje spreken!' Zijn stem was zwaar en laag, waardoor het nog gevaarlijker leek. Zin hoofd werd zo rood als een tomaat. Nog even en zijn hoofd ging ontploffen. Ik grinnikte zachtjes, maar al blijkbaar hard genoeg om het op te merken door Luxor. Hij kwam dreigend voor me staan. Hij was ruim een kop groter. Luxor was al behoorlijk groot met zijn twee meter. Daarin tegen was mijn 1.70 helemaal niks. Zijn ogen waren helemaal gevuld met woede. 'Waarom was jij aan het lachen? Omdat ik toevallig boos ben?' Mijn keel deed nog steeds zeer, dus kwam er een schorre nee uit. Doodsbang. Dat was het enige woord dat er nu bij paste. 'Ben je wel echt ziek? Want zo zie je er niet echt naar uit. Meestal zijn mensen met keelpijn ook heel verkouden, maar zo te zien jij niet.' Was ik niet doorhad was dat zijn hand naar een deel van mijn sjaal trok, waardoor hij strak kwam te zitten om mijn keel. Net te strak. Hij wist dat er iets was gebeurt. Mijn handen maakte een reflex en probeerde de sjaal wat losser te maken. Het was laat maar zeggen niet zo'n fijn gevoel. Het idee dat je weer bijna gewurgd wordt. 'Is er iets 'toevallig Taylor? Als je keelpijn hebt moet je sjaal natuurlijk wel goed om je keel zitten he?' Zijn stem ging van kwaad naar kalm. Als hij kalm is kan ik niks van hem aflezen. Hij begon nog wat harder te trekken en kwam nu echt recht voor me staan. Zo snel als hij kon trok hij de sjaal eraf. Hij begon als een ziek persoon te lachen. 'Ik zie dat mijn zoon goed werk heeft geleverd.' 'Hij kon zichzelf gewoon niet onder controle houden.' Het klonk schor en zacht. Stiekem hoopte ik dat hij niks had gehoord, maar aan zijn stemming te zien wel.
'Laat mijn zoon met rust! Je bent slecht voor de familie. Was jij maar omgekomen! Dan was ik je ouders niks verschuldigd! Ik heb je je altijd een enorme last gevonden. Aan je keel te zien, zie ik dat mijn zoon geen zacht gekookt ei is. Hij begint het eindelijk is te leren!' Zijn vader was echt puur slecht. Hoe heeft zo een lieve vrouw als Linda ooit iets met hem gekregen hebben. 'Drew? Hij is helemaal geen verschrikkelijk persoon.' 'Rotkind je kent hem helemaal niet! Oprotten naar beneden, je gaat maar helpen bij de werkers. Laat maar eens zien dat je toch nog ergens voor goed bent.' Nadat hij de kamer als een boze olifant was uitgestampt, bleef ik naar buiten staren. Zijn woorden kwamen hard aan. Hoe kon je nou zoiets zeggen over je eigen zoon en beste vrienden? 'Taylor?' Ik draaide me niet om. Zo hoefde hij me niet te zien. Ik gaf maar een knikje om te laten weten dat hij verder kon praten. 'Wat was dat net?' Ik wilde naar hem schreeuwen, hem slaan. Maar dat was onterecht. Een vader die een perfect kind wilt en alles ervoor over heeft om hem dingen te leren. Maar Luxor leerde hem te veel slechte dingen. 'Niks om je zorgen over te maken Drew.' Ik moest moeite doen om niet in huilen uit te barsten. Het zou me niet verbazen dat hij alles gehoord zou hebben. Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat zijn gezicht al genoeg zei, dat hij me niet geloofde. Gelukkig draaide hij zich om en liep de kamer uit.

Once in, Never outWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu