Hoofdstuk 7

247 7 0
                                    

p.o.v Taylor

Het huis was echt gigantisch, een echte villa! Maar wat wil je dan ook als een van je ouders al een directeur is. Het huis was prachtig verlicht. Drew stelde zijn moeder aan mijn voor. Licht beschaamd, omdat ik totaal buiten de boot viel qua netheid. Alles hier was netjes en ik ja... ik had maar in vergeleken met dit slordige kleding aan, mijn haar zat helemaal door de war. 'Ga je nog mee Taylor? Mijn moeder laat je de logeerkamer zien.' Vlug liep ik achter haar aan, naar boven toe, een lange gang door en uiteindelijk de laatste deur rechts. Dit moest te onthouden zijn, maar je weet maar nooit in dit grote huis. 'Taylor, meisje. Als je wilt praten of iets, mag je altijd naar me toekomen. Ik ken je langer he dan vandaag!' Ik gaf haar een stevige knuffel. Ze was nog de enige persoon die als familie voor me voelde. Linda kende ik al veel langer als sinds mijn geboorte. Ze was altijd vrolijk of had overal wel een oplossing voor. 'Het is al goed meisje. Misschien is het goed dat je wat rust pak. Het verwerken van je verdriet zal niet zonder pijn en moeite gaan. Je zal ervoor moeten vechten. Uiteindelijk kan alleen jij deze strijd winnen lieverd.' Linda liet me los, keek me aan en liep de deur uit. Ik deed mijn jas uit, mijn sjaal af. Alles legde ik in een hoopje op de stoel waar ik mijn tas ook neer had gelegd. Vermoeid ging ik op bed zitten en daarna liggen. De dekens waren dik en lekker wollig. De kussen waren zacht en deukte in bij de kleinste druk. De handschoenen liet ik nog wel aan, die waren lekker warm en zacht. Langzaam aan begon mijn hoofd leeg te stromen. De warmte van de dekens maakte me moe. De geur die nog in de handschoenen zaten, de geur van parfum, werkte als een soort verdovingsmiddel. Het vele gehuil hadden mijn ogen zwaar gemaakt. De brok in mijn keel, die me het moeilijk maakte om te ademen en te slikken. Me stem die me vaak in de steek liet als ik sprak. Mijn ogen die me vaak verraden. Mijn gezicht die geen emotie kon tonen door een masker op te zetten. Mijn hart, helemaal gebroken, vermalen, tot moes geslagen tot er niks meer van over was. Dat deed het meeste zeer van allemaal. Maar eens een kreukel in het papier, altijd een kreukel in het papier. Mijn ogen vielen dicht en alles begon zich gewonnen te geven aan de warmte. Toen ik weer wakker werd zag ik al dat het weer licht was buiten. Een fel streepje licht scheen door de gordijnen. Op het nachtkastje stond een bord met een broodje met pasta en wat te drinken. 'We hebben je maar even laten slapen. Je had het nodig X Linda' stond er op een briefje. Voorzichtig stond ik op en nam het bord mee naar het bureau. Ik wilde niet dat er gemorst werd op het bed. Ook al zou ik hier een gaan intrekken, ik zou me nog steeds een gast voelen. Nadat ik mijn ontbijt snel had opgegeten ging ik naar beneden. Linda stond schoon te maken en de rest was nergens te bekennen. Oh dom, er was gewoon nog school. 'Hey Linda, moet ik niet naar school toe?' Geschrokken keek ze op. 'Goedemorgen meid. Mijn man heeft je al afwezig gemeld. We dachten dat het misschien even handig zou zijn als je even wat rust pakt. 'Laat me dan op zijn minst helpen in het huishouden.' Haast smekend keek ik haar, toen ze twijfelde. 'Vooruit dan maar. Als jij zou willen dweilen. Het hele huis moet gedaan worden, dus kijk maar hoever je komt. De dweil en emmer staan in de rechter kast in de bijkeuken. Dan kan ik de boodschappen doen. Alvast heel erg bedankt Taylor, normaal moet ik alles zelf doen. Als je nog trek hebt of dorst, gewoon pakken hoor!' Linda pakte de tassen en haar jas. 'Tot zo Taylor.' Ze zwaaide nog even voordat de deur dichtging. Ik ging naar boven en pakte mijn oortjes en zette wat muziek op. Het dweilen van de onderste verdieping was al veel werk. Moet je voorstellen om dit elke week te doen, dacht ik bij mezelf.  Ik herinnerde me dat er altijd een box in de keuken stond voor muziek. Ik sloot mijn muziek aan en hoorde hoe de beat door het huis trilde. Het deed me denken aan thuis. Wanneer we een keer een grote schoonmaken deden, hadden we de muziek hard gezet, meegedanst en gezongen. Dat vond ik toch en van de leukste moment. Ik neuriede wat mee met de muziek tot ik een andere stem hoorde die vrolijk meezong. 'Je dacht toch niet dat ik nooit meezing als ik alleen thuis ben. Volgens mij heb ik wel eens vaker voor overlast gezorgd.' Ik baste in lachen uit en kwam niet meer bij. De tranen stonden in mijn ogen en kreeg kramp in mijn buik. 'Stik voorzichtige he lieverd! Trouwens je bent al super ver met dweilen. Normaal ben ik nooit zo snel!' Alweer ging de deur open en Drew kwam binnenlopen.

Once in, Never outWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu