p.o.v Taylor
Met een bonzend hart in mijn lichaam, zat ik rechtop in een achterkant van een vrachtwagen. Naast en tegenover me waren nog veel meer kinderen. We zaten zo dicht op elkaar gepropt dat je nauwelijks adem kon halen. Mijn handen waren met touw aan elkaar vastgemaakt en stevig ook. 'Hoe ben jij hier terecht gekomen?' Een meisje naast me keek me vragend aan. 'Ontvoerd jij?' Het meisje liet haar hoofd hangen en sprak verder niet meer met me. Er waren vele jonge kinderen. Ik zag eigenlijk niemand van mijn leeftijd. De vrachtwagen remde hard. Even volgde een stilte tot er aan de hendels van de deuren werd gezeten. Het felle licht deed zeer aan mijn ogen. 'Schiet eens op! Laat de baas nooit wachten!' Het was een breedgebouwde man met een zware stem. We werden allemaal in een rij gezet. De grootste stonden een beetje achteraan en de kleinste vooraan. Overal waar ik keek waren bewakers, grote hekken en uitkijktorens. Er waren een paar dingen waar ik aan dacht. Werkkamp, slaven, te goed beveiligd. 'Kijk eens aan, al mijn harde werkers zijn al aanwezig.' Mijn ogen werden alleen maar groter, dat ik dacht dat ze er bijna uitvielen. Het was Luxor. Hoe kon hij! Thuis dachten ze dat hij een goede baan had gevonden. Natuurlijk denk je niet aan zoiets. Eerder zakenman. 'Jullie gaan eens goed luisteren. Jullie horen niet langer ergens bij. Jullie zijn nu slaven die hier werken. Ieder van jullie krijgt zo meteen een set kleding, daarmee zal je het moeten doen. Jullie gaan de mijnen in. Met een mand en houweel hakken jullie het steen in de muren. Elke dag leveren jullie vijf manden met stenen in. Doe je dit niet? Dan zullen we maatregelen treffen.' Ik werd enorm kwaad op Luxor. Hoe kon hij dit doen? Mensen gebruiken als slaven mocht helemaal niet meer. We leefde toch niet meer in de middeleeuwen! 'We leven toch niet in de middeleeuwen of wel soms!' Een jongen een paar meter van me vandaan, keek kwaad voor zich uit. 'We leven inderdaad niet in de middeleeuwen. Jullie zullen niet gemist worden thuis of waar dan ook. Elk spoor van jullie bestaan is uitgewist. Families hebben jullie opgevangen om jullie vervolgens hier naartoe te sturen, zodat ze een groot bedrag aan geld zouden krijgen. Op een uitzondering na, weet geen enkel persoon van jullie bestaan.' De jongen hield stevig zijn mond dicht. Luxor keek me aan met zijn valse lach en draaide zich daarna op. 'Jullie zullen me gewoon Directeur noemen. Jullie achterbakse kinderen hoeven natuurlijk mijn prachtige naam te weten.' Bah zijn ego was veel te groot. 'Genoeg tijd verspilt! Trek jullie kleren aan en laat de oude achter. Die zullen jullie niet meer nodig hebben.' Er waren hier een stuk of vijftig kinderen. Ik stond bijna vooraan dus had al vrij snel de kleren. Het bestond uit een wit dun shirt met lange mouwen. Voor de meisjes waren er zwarte leggings en voor de jongens een gewone zwarte broek. Buiten werd het al meteen duidelijk dat de kleding helemaal niks hielp tegen de bittere kou. De zon was net opgekomen. 'Fijn nu iedereen hier weer is, gaan jullie de mijnen in. Vergeet geen houweel en mand mee te nemen. Oh en voor ik het vergeet, de oudste kinderen gaan helemaal onderaan in de mijn.' Ik pakte mijn spullen en liep de trap af. Het was een enorm groot gat waar kleine beginnetjes in waren gemaakt waar de gangen moesten komen. De jongste kinderen hoefde niet ver naar beneden. Ze stonden op een randje met een hek erom, zodat ze er niet af konden vallen als ze begonnen. Het viel me op dat er veel bewakers waren met zwepen. Zelf begon ik ook maar te hakken. Het steen was bijna niet los te krijgen. De stof wat er vanaf kwam was vreselijk. Overal hoorde je kuchende kinderen, zwepen die neerkwamen en het gehuil en geschreeuw was te horen tot aan je botten. 'Werk eens harder slaaf!' Waarna een harde klap van een zweep op mijn rug belande. De zweep haalde mijn rug compleet open. De kleine haakjes glinsterde tussen de sneeuwvlokken door. Van je shirt bleef bijna vrij weinig van over. Even later was na de zweepslagen mijn eerste mand toch eindelijk gevuld. De tocht naar boven was loodzwaar. De banden van de manden sneden in mijn schouders, het stof prikte in mijn ogen, neus en keel en de wonden van mijn rug schuurde over de mand. Er werd een vinkje achter mijn naam gezet en ik kon dit keer gelukkig naar beneden klimmen. Zo ging de werkdag langzaam voorbij. Eenmaal een gang gegraven in de mijn, was de wind een stuk minder koud. Met moeite had ik de vijfde mand nog gevuld en begon de laatste tocht naar boven. Elke keer als er geslagen werd, ging ik gewoon verder. Ik moest en zal doorgaan. Hoe sneller je die vijf manden vol hebt, hoe beter. Iedereen moest aan tafel zitten en wachten op de Directeur. 'Stelletje slaven zijn jullie. Compleet nutteloos! Jullie zullen echt wat harder moeten werken, anders zullen mijn mannen eens harder gaan slaan! Vijf manden per dag had ik gezegd! Niet minder.' Na zijn preek. Sprong ik op pakte mijn bord vast en rende naar de pan toe, waar het eten inzat. Iedereen kreeg maar één schep, tenzij je niet snel genoeg was. Sommige hadden een zielig beetje op hun bord. Het meisje tegenover me, had een klein lepeltje met eten, wat je binnen een hap ophad. Ik pakte haar bord en schoof wat eten op haar bord. Zachtjes fluisterde ze een dankje en at gretig het eten op. Dus dit is hoe mijn toekomst eruit ziet? Geen toekomst.
-----------------------------------------
Jaaa damens en heren, ik denk laat ik iets abnormaals doen! Hopelijk was het weer een beetje leuk :)
Wat is Luxor toch een gemene man...
Arme kinderen...
En hoe zit het verder met Drew?
Te veel vragen voor nu....
Bedankt voor het Lezen en stemmen <3 xx
JE LEEST
Once in, Never out
Fiksi RemajaTaylor Flash, een doodnormale meid van 17. Normaal een makkelijk leven zonder problemen, tot een ding haar hele leven op zijn kop zit. Natuurlijk is daar ook weer de Player Drew O'Dell 19 jaar. Hij leeft in een luileven en doet er alles aan om men...