Hoofdstuk 14

7K 276 25
                                    

P.O.V. Calla

Langzaam ontwaakte ik, mijn hoofd bonkte en ik had het koud.

Ik zat in een cel, een vieze, koude cel. Toen ik om me heen keek, zag ik Reece.

Hij was vastgeketend met boeien. Er liep een straaltje bloed langs zijn slaap. Zijn ogen waren gesloten en hij lag bewegingloos op de grond.

Ik kroop gauw naar hem toe. Ik legde zijn hoofd op mijn schoot en streek een haarlok van zijn voorhoofd.

Ik scheurde een stukje van mijn t-shirt af en probeerde het bloeden te stoppen.

Ik kromp ineen toen mijn vingers de zilveren boeien aanraakten. Het moest voor hem dus nog erger zijn.

Kreunend draaide Reece zich om. Zijn gezicht verraadde pijn.

"Waar zijn we?" Mompelde hij

"Ik heb echt geen idee." En ik keek angstig om mij een en nam de kleine cel in me op.

Voetstappen galmde door de cel. Voor onze cel, was een man verschenen. Hij rammelde met zijn sleutelbos.

De man grijnsde gemeen.

Reece stond verwoed op en probeerde de man te stompen. De man gaf hem een harde stoot in zijn buik. Reece kon niet terug aanvallen, want hij zat nog steeds vast met zilveren handboeien, machteloos viel hij op de grond.

Hij siste van de pijn, en door onze matebond kon ik zijn pijn ook voelen.

Ik sprong op de man af en gebruikte alle vechttechnieken die ik kende. Ik gaf hem vaak geraakte stoten, maar kreeg ze nog vaker gericht terug.

Maar de man was groot, gespierd en was goed getraind. Ik had geen kans en werd al snel uitgeschakeld.

Ik kreeg een klap tegen mijn kaak en het werd even wazig voor mijn ogen, maar dat kon ook komen door mijn inmiddels opgezette, blauwe oog .

Inmiddels stonden er nog meer mannen, vermoedelijk bewakers in de cel.

Twee daarvan pakte Reece, die nog steeds hevig tegenstribbelde, stevig beet en maakte hem los. De andere pakte mij. Ik probeerde me los te wurmen, maar de man pakte me alleen maar stevig vast. De man zijn vingers boorden zich hard in mijn huid, waardoor ik kronkelde van de pijn. Uiteindelijk zette ik mijn tanden in zijn arm en beet, hard.

"Bitch." De man siste van de pijn

Reece keek me trots aan en even later ook bezorgd. De man had me een klap in mijn gezicht gegeven.

"Raak mijn mate niet aan!" Gromde Reece hevig.

De man kromp ineen, maar liep toch gewoon door.

De mannen droegen ons de cellen door. In de cellen zaten meer mensen, zelf kleine kinderen. Ze waren mager en zaten onder de littekens.

Aan het eind van de cellen zat een deur, met een groot slot. De man opende de deur en we werden een soort woonhuis ingedragen.

De voorste man, die mij vast had, opende een deur waar een gouden bordje op hing, met daar in gegraveerd: Jax Windstead.

De deur werd opengemaakt en alles leek in slow-Motion gegaan.

In het kantoor zat een man, maar dat was onmogelijk.

Het was Reece... Maar dat kon niet, Reece werd vastgehouden door twee mannen.

Het leek alsof ik dubbel zag.

"Jax.." Mompelde Reece verbijsterd

"Reece, wie is dit?" Vroeg ik verbaasd

"Ja, Reece vertel het eens." En de man ik de stoel keek ons met een misselijkmakende grijns aan.

"Dat is mijn tweelingbroer." En terwijl Reece dat zei, klonk er woede en afgrijzen in zijn stem.

------

Een korter hoofdstuk dit keer, maar ik hoop dat dit een goed begin van het weekend is. 😉

Vote.....

Comment......

Follow....

Liefs, Erin

Alpha Reece- Alpha series 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu