32. Puppy's

64 13 6
                                    

In de donkere schuilkelder ging de tijd langzaam voorbij. Dawn wist niet hoe ze zich moest voelen: aan de ene kant had ze Sanne gevonden en was ze gelukkig dat ze tegen elkaar aan zaten en elkaars hand vasthielden, maar aan de andere kant was het wat minder leuk dat ze ondergronds schuilden voor een levensgevaarlijke tornado. Vreemd genoeg voelde het eerste veel belangrijker. Sanne legde haar hoofd op Dawn's schouder.

'Waar is je moeder?' vroeg ze zachtjes. Dawn schrok. Het was lang geleden dat iemand die vraag had gesteld.

'Als je het er niet over wilt hebben is dat ook goed,' zei Sanne erachteraan.

'Net zo diep onder de grond als wij,' zei Dawn.

'Je moeder? Is ze dood?'

'Ja,' zei Dawn. 'Al heel erg lang.'

'Hoe lang?'

'Toen ik vier was werd ze ziek. Een jaar later ging ze dood.'

'Het lijkt me echt raar om geen moeder te hebben,' zei Sanne.

'Ja,' zei Dawn, 'dat is ook raar. Ik heb al twaalf jaar geen moeder en het is nog steeds raar.'

Sanne gaf haar een kus op haar wang. Dawn draaide haar hoofd net op tijd om de volgende kus op haar mond te krijgen.

Opeens klonk er een gebrom vanuit de gang. Het licht ging knipperend weer aan. Sanne trok haar hand weg, die in het donker langs Dawn's been naar boven was gekropen. Het begon te ruiken naar benzine.Het duurde niet lang voordat de vrouw in de hoek weer begon te roepen. 'De telefoon is vrij! Wie moet er nog bellen?' Sanne keek Dawn aan.

'Ik ga mijn ouders bellen,' zei Sanne.

Dawn schudde haar hoofd.

'Dan weten ze meteen waar we zijn,' zei ze.

'Toch doe ik het.'

Dawn hield haar niet tegen. Ze wist wat ze te horen zou krijgen als Sanne terugkwam: we moeten terug naar Nederland. Dat was de enige mogelijke reactie van haar vader en Sanne's ouders. Ze wist al sinds hun vertrek dat ze uiteindelijk terug moesten gaan. De vluchtpoging was gedoemd te mislukken en dat had de hele week aan haar geknaagd. Maar nu het zover was, was ze niet boos. Er was iets gebeurd wat ze nooit voor mogelijk had gehouden: ze miste haar vader.

Toen Sanne terugkwam zag Dawn het al in haar blik.

'We moeten terug hè?' zei ze.

Sanne knikte en ging weer naast haar zitten.

'Ze willen dat we zo snel mogelijk terugvliegen,' zei ze.

'Jouw ouders?'

'En jouw vader. Schijnbaar zijn ze veel samen de laatste dagen.'

'En verder?'

'Verder niets. Het was maar een kort gesprek. Toen die vrouw erachter kwam dat ik naar Europa belde moest ik meteen ophangen.'

Dawn vertaalde uit beleefdheid een paar zinnen naar het Engels voor Jordan en Ethan, anders zaten die er ook maar bij. Het lawaai buiten was veel minder geworden en er stonden al mensen op

'Dawn?' vroeg Sanne zachtjes.

'Ja?'

'Gaan we terug?'

Dawn knikte. Ze gaf Sanne een kusje. Jordan zag het en trok een gezicht alsof ze naar spelende puppy's keek.  

STORM SEASON (Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu