Riley haalde een jampot met een heldere vloeistof uit haar tas. De groep begon te joelen. De pot ging rond, iedereen nam een flinke slok en gaf de pot door.
'Mijn neef was alcoholist, maar zelfs hij begon niet voor twaalf uur 's middags,' zei Sanne tegen Dawn.
Ze fluisterde niet, niemand in de groep sprak Nederlands. Dawn lachte maar stopte daarmee toen ze een paar van haar vriendinnen vreemd zag opkijken. Misschien vonden ze het niet cool dat ze Nederlands praatten. De jampot met drank was bij Dawn aangekomen. Het brandde in haar keel maar ze hield zich goed. Sanne's gezicht vertrok toen ze een slok nam.
'Wat ís dit?' vroeg ze ontsteld.
'Moonshine,' zei Riley. 'Wat anders?'
'Dit is écht niet lekker,' zei Sanne. Ze gaf de pot door. 'Waar koop je dit? Je mag er wel wat suiker in doen.'
Riley stapte naar voren met opgetrokken wenkbrauwen.
'Les één voor wannabe Okies: moonshine koop je niet, dat maak je zelf. En er zit al suiker in, watje.'
'Okies?' vroeg Sanne.
'Je bent in Oklahoma: Okies,' zei Dawn nonchalant. 'You'll get it.' Ze lachte met de groep mee. De pot had alweer een rondje gemaakt. Dawn nam nog een slok en gaf de pot door.
'Doe eens niet zo kut tegen me,' zei Sanne in het Nederlands.
'Hou eens op met Nederlands praten!' siste Dawn.
Ondertussen liepen de meeste meisjes richting het veld. De pot was leeg en werd in het gras gegooid.
'We moeten trainen,' zei Riley. 'Bye Dawn! Love you!'
Ze liepen weg. Ruim binnen gehoorsafstand begonnen ze al te giechelen.
Dawn stond ze even na te kijken. Er werd niet getraind op zondag, dat wist Dawn en ze wist dat de anderen dat wisten. Ze draaide zich om. Sanne was weg. Ze stond alleen achter de tribune.
Ze wilde teruglopen naar haar fiets en proberen Sanne in te halen toen ze de toeter van een auto hoorde.
'Dawn!' riep een bekende stem.
Op de parkeerplaats stond de oude, vergeelde truck van Travis. Hij hing uit het raam en maakte een gebaar dat ze naar hem toe moest komen. Ze wist niet precies wat ze moest doen. Naar hem toe lopen was het meest logisch.
'Hey babe,' zei Travis toen ze bij zijn auto aankwam. Hij gooide de deur aan de bijrijderskant open. Hij had het geruite overhemd aan wat hij altijd droeg en had een goedkope zonnebril op.
'Hey,' zei Dawn. Ze ging naast hem in de auto zitten omdat dat nou eenmaal was wat ze altijd had gedaan.
'Ik ben blij dat je terug bent,' zei Travis. 'Ik had al bijna een nieuwe vriendin genomen.'
Hij bedoelde het waarschijnlijk grappig.
'Ik ben niet teruggekomen voor jou,' zei Dawn.
'Maakt mij niet uit,' zei Travis. Hij reed de parkeerplaats uit en legde zijn hand op haar been. Dawn liet zijn hand daar liggen omdat dat nou eenmaal was wat ze altijd had gedaan.
'Zullen we een burger halen?' vroeg Travis.
Dawn schudde haar hoofd.
'Zet me maar af bij mijn oude huis,' zei ze.
'Is dat nog niet verkocht?'
'Nee.'
Het was vlakbij. Travis sneed het stukje naar oprit af, over het gras zoals hij altijd had gedaan. Haar vader vond dat vreselijk irritant. Hij beloofde haar een berichtje te sturen om snel samen iets te gaan doen. Ze sprong snel uit de auto voordat hij haar probeerde te kussen.
Dawn deed de deur achter zich dicht en kreunde van frustratie. Waarom was ze niet duidelijker geweest? Ze wilde van Travis af. Als ze van tevoren had geweten dat ze hem daar zou tegenkomen had ze kunnen voorbereiden wat ze wilde zeggen. Ze had overal spijt van en haatte zichzelf.
JE LEEST
STORM SEASON (Nederlands)
Novela Juvenil*#2 Tienerfictie feb 2017* De Amerikaanse Dawn moet naar Amsterdam verhuizen. Ze haat het in Nederland en besluit terug te vluchten naar Oklahoma. Ondertussen wordt ze nog verliefd ook... Begonnen: 21-01-2017 Geëindigd: 27-05-2017