Hoofdstuk 10.

436 16 0
                                    

Wolfs zit achter zijn bureau. Het liefst was hij daar nu niet, maar als er nieuws is over Eva wil hij dat zo snel mogelijk weten. Na alles wat er gebeurt is kan hij zich niet meer goed concentreren. Daar baalt hij van, maar hij vind het veel erger dat hij Eva nog steeds niet veilig thuis heeft kunnen brengen. Hij stopt met typen van een PV over een onbenullige scooterdief en leunt achterover. De rijksrecherche laat bijna niks van zich horen. Het enige wat Wolfs heeft gehoord is dat ze een privévlucht hebben gevonden vanuit Zwitserland naar Argentinië. Bols zou daarmee vertrokken zijn, maar hij gelooft het niet. Iets in hem zegt dat het een dwaalspoor is en dat Eva daar helemaal niet is op dit moment, maar als hij dat met anderen deelt wil niemand het geloven. Al binnen een paar dagen was de vaak zeer trage rijksrecherche met de vlucht gekomen, terwijl Bols er waarschijnlijk alles aan zou hebben gedaan om niet gevonden te worden als hij ook echt in het vliegtuig zat. En in onvindbaar blijven is Bols helaas ontzettend goed. Op de bewakingsbeelden op de luchthaven van een Zwitserse stad zijn geen beelden van hem gevonden, laat staan van Eva. Bols weet dat hij het Zwitserse paspoort heeft gezien en tóch vliegt hij via dat land? Wolfs weet bijna zeker dat het niet klopt, maar hij wordt overal buiten gehouden. Hij voelt zich zo machteloos, maar hij moet het doen met wat hij te horen krijgt van de Rijksrecherche. Om gek van te worden. Zijn gedachten dwalen af naar Eva. Zou ze ook zo veel aan hem denken? Wat heeft die griezel allemaal met haar gedaan? Zou ze op dit moment pijn hebben? En leeft ze überhaupt nog? Een traan loopt over zijn wang als hij daaraan denkt. Bols kan hem niet ook Eva afnemen, hij kan haar niet ook verliezen. Hij veegt de traan weg. Hij kan niet langer doorgaan alsof er niets aan de hand is. Bij Mechels neemt hij al zijn vakantiedagen op en vertrekt, wetende dat hij veel langer weg zal blijven dan de drie weken die hij heeft gekregen. Maar het interesseert hem niet, hij heeft geen keus. Hij moet haar vinden, anders heeft het geen zin om terug te komen. Hij racet met zijn auto naar huis en vult snel een grote weekendtas met spullen. Dan loopt hij snel weer naar buiten. Als hij het licht in de kelder van de Ponti uit wil doen, kijkt hij de lege ruimte in. Hij zucht. Zouden hij en Eva hier ooit nog samen terugkeren? Hij heeft geen seconde spijt dat hij alweer meer dan 10 jaar geleden op die zomeravond de Ponti binnenstapte. Hij bleef en is nooit meer vertrokken. Frank leefde nog, alles was toen anders. Hij heeft veel fouten gemaakt, mensen pijn gedaan. Maar dit is wat hij moet doen, hij voelt het aan alles. Krachtig springt hij weer in de auto en rijdt de straat uit. Hij gaat op zoek naar de Groningse vrachtwagen.

Bols heeft een touw aan de halsband geknoopt, gooit de deur open en loopt met een kruipende Eva achter zich aan naar buiten. Die kan nog steeds niet op haar rechter pols leunen, dus hinkend op alleen links loopt ze mee. Het is vloed en het huisje staat nu zo'n 50 meter van de zee. Het duingras gaat zachtjes heen en weer, de golven maken op de achtergrond een klein beetje geluid. Het landschap is prachtig, maar Eva heeft er geen oog voor. Het is de eerste keer in meer dan een week dat ze écht buiten is, als ze het tochtige huisje niet meerekent. Het was de afgelopen dagen erg warm voor de tijd van het jaar. Dat was fijn, maar Eva is daardoor extra bang geworden voor de tijd die nog komen gaat. Het zal gaan afkoelen en dat weet ze, ze vraagt zich ernstig af of ze dat wel zal overleven. Na een halve kilometer begint Bols te praten. Eva had nog geen woord uitgebracht, bang dat de woede om de vernederingen haar zouden overnemen en ze weer domme dingen zou gaan zeggen.

--
Een stuk korter dan gisteren, maargoed. Het is nog niet eens 7 uur in de ochtend hier, dit zal ongeveer de tijd zijn dat ik ga updaten. Fijne middag nog!

Ik maak je kapot - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu