Het is al laat. De wolken zijn roze en ook de horizon wordt langzaam kleurrijker. Het waait en zandkorrels vliegen door de lucht. Helmgras fluistert onverstaanbaar geruis. Eva haalt adem en voelt de koude strandlucht door haar neus naar haar longen gaan. Het is geen fijn gevoel, maar het doet haar herinneren aan haar kracht. Een beetje van de kracht die haar alles heeft laten overleven. Ze is omver geduwd, gestruikeld, gevallen. Bijna verdronken, bijna gebroken, bijna nooit meer wakker geworden. Maar net zo vaak heeft ze zichzelf weer rechtop gehesen. Alles opgeschreven. Ze heeft gevochten, ze heeft keihard gevochten en daarom leeft ze nog. Daarom is ze hier nog. Ze gaat rechter staan. In de verte draait het licht van een vuurtoren regelmatige rondjes. Eva stopt haar koude handen in haar zakken. Van het huisje dat destijds op dit afgesloten stukje Nederland stond is niks meer te zien. Het is geruimd en weggewerkt, ergens vindt ze dat nog jammer ook. Nu kan ze nooit meer zien waar ze zat, om aan zichzelf te bewijzen dat het geen nachtmerrie was. Dat alles wat er gebeurt is echt gebeurt is. Haar haar wappert langs haar hoofd en even sluit ze haar ogen. Dat ze nog eens van deze plek kon genieten had ze eerder niet kunnen bedenken. De zon raakt de horizon inmiddels een beetje. Een paar meeuwen kraaien en vliegen over haar heen. Ze laat haar tas op de grond zakken en spreidt haar armen in de wind. Zo veel dagen was ze het liefst opgestegen, net als deze beesten. Vogels hebben haar altijd gefascineerd. Ze voelt hoe twee warme handen de hare proberen te beschermen tegen de koude lucht. "Hoe gaat het met je?" Ze laat haar armen langzaam weer naar beneden zakken, maar de warme vingers houdt ze vast. Ze laat zich achterover zakken en leunt tegen de man achter zich. "Goed, het valt me alles mee." Wolfs snuift. "Fijn." Samen turen ze naar het laatste restje van de zon dat achter de horizon verdwijnt. Langzaam wordt het donkerder. "Ik heb hier echt elke avond naar gekeken toen. Een zeven krijgt deze zonsondergang." Eva lacht in zichzelf. "Ik had echt hartstikke dood moeten zijn." Fluistert ze, net hard genoeg. Wolfs zucht ook. "Gelukkig ben je hier nu." Ze knikt. Een volle maan weerkaatst op de donkere zee. "Ik kan het afsluiten nu." Er wordt een zoen op haar wang gedrukt.
"Daar ben ik blij om."
"Waarom ben je bij me gebleven?"
"Ik zou je toch niet in de steek laten?"
Stilte.
"Wolfs?"
"Ja?""Dankjewel."
--
Dat was het dan... Alweer sorrysorrysorry voor het veeel te lange wachten, ik zat helemaal vast met het einde van dit verhaal. Uiteindelijk al mijn wilde plannen overboord gegooid en gewoon een epiloog geschreven zoals ik denk dat een epiloog moet zijn. Bij deze. Toch teleurstellend van mezelf dat dit dan zolang heeft geduurd, maargoed. Dit was het dan. Heel raar, omdat het toch een project is waar ik al 7 maanden aan bezig ben. Of er een vervolg komt? Geen idee. Misschien. Nog niet in ieder geval. Het is wachten op inspiratie... Ik hoop dat je net zo genoten hebt van dit verhaal als ik zelf, laat me alsjeblieft nog even weten hieronder. Helemaalanoniem gaat weer helemaal anoniem. Dankjewel.
JE LEEST
Ik maak je kapot - Flikken Maastricht
FanficBols heeft Eva ontvoerd met maar één doel: Haar helemaal kapot maken. Eva is sterk, maar tot hoe lang kan ze deze hel volhouden? Wordt ze op tijd gevonden, of is Wolfs te laat? "Je bent al begonnen met sterven, Eva. Ik ga door tot er niks meer van j...